Maatstaf. Jaargang 36(1988)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Anna Nieuwenhuis Burengerucht In de bovenwoning start de buurman rochelend de dag terwijl op het toilet zijn vrouw zich hoorbaar opgelucht ontlast dan ontstaat achter dunne deuren een trillend web van geluid: haar woordgeschetter en zijn doffe brokken monoloog planten zich voort langs draden naar mijn huid later golft haar psalmenbraaksel van de trap en zijn gebarsten wijs er knarsend overheen of ze bonken vrolijk mee met deiners op de radio en boven stemmen en zwijgen uit draait de kunstkanarie steeds dezelfde levensechte trillers af ze klampen zich met klanken vast aan daglicht tot het kleverige spinsel van de slaap het spraaksel smoort en stilte schuw de tempel van de nacht insluipt een magere zwerfkat die gulzig drinkt van de rust - om bij het minst gerucht weer haastig op de vlucht te slaan Vorige Volgende