Maatstaf. Jaargang 35(1987)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Peter de Boer Twee gedichten Amsterdam Amstel - Heerlen Buiten de trein het rad van avontuur. Het land ontspoort in redeloos gekavel. Molenwiekt rond zijn as. Speelt vals. Trapt na. Niet het riet blijft onbewogen maar ik. Ik rook en dut, de wereld is alleen: steeds gaat zij onderuit, steeds langs mij heen. Het beeld sprak Ja jij. Waarom begraaf je mij? Ik leef. Doe niet zo vormelijk. Aai mij, en bijt, kus het hart uit mijn onbewoonbaarheid. Nergens huist er licht in steen. - Wat misdreef ik toch in deze uithoek van de tijd, dat ik in mijzelf, om wie ik niet geef, geklonken ben? Waarom ben ik zo scheef met mijzelf vergroeid, tot mijzelf herleid? Wees mijn Pygmalion: je bent er bijna als je marmertranen schreit en laat wellen op het vliesvleugelgaas der droomlibellen. Dan breek ik uit, zeg ik je, draag mijn stem naar zee naar waar kastelen staan en zwem ik... Maar die het moet doen dat ben jij ja. Vorige Volgende