‘Clavigo’ en Goethe; een essay dat verscheen in het liber amicorum voor mevrouw dr. M(imi) Feiwel Historische sprokkelingen uit de universiteit van Amsterdam (onder redactie van prof. dr. Ernst Braches, Amsterdam 1985). De genoemde essaybundel verscheen in kleine, private oplage ter gelegenheid van het afscheid van mevrouw Feiwel als conservator van de Historische Collectie van de Universiteit van Amsterdam.
Ik schreef mijn essay vooral om van mijn dankbaarheid te getuigen ten aanzien van Mimi die in de jaren zeventig en tachtig nooit te moe was om iets voor mij op te zoeken, zeker niet aangaande zaken de hispanistiek betreffende waarin zij bij uitstek deskundig was. Mijn essay zat stampvol met de mij zo eigen titelwirwar en uitbundige voetnoterij. Hoe dan ook: ik had getracht alle bronnen over de werkelijke Clavijo met elkaar te verbinden en beschreef Clavijoonderzoekingen gepleegd in de Verenigde Staten, op de Canarische Eilanden en in Europa.
Uiteraard was ik zeer benieuwd wat Mimi van mijn onderzoek zou vinden. Helaas raakte Mimi na haar afscheid in de lappenmand en wanneer ik haar op straat of in de universiteitsbibliotheek zag, zei ze vaak: ‘Ik kom op je verhaal terug; als ik mij beter voel, zul je raar opkijken!’ Mimi's aanvullingen (herstellingen? verbeteringen? nieuwe bronnen?) bereikten mij nooit. Mimi overleed plotseling, hetgeen extra tragisch was omdat al haar vrienden en kennissen hoopten dat ze na haar afscheid van een welverdiende rust kon gaan genieten. Het mocht helaas niet zo zijn.
Om tot de essentie te geraken: wat hield, en houdt, mij bezig in de figuur José Clavijo Fajardo? Dít: het feit dat een man die door een Duits toneelstuk zó beroemd geworden is, nauwelijks biografisch recht werd gedaan. Weliswaar werd hij op 19 maart 1726 in Teguise geboren, leidde hij een werkzaam leven waarover wel het een en ander bekend is in Madrid en overleed hij tenslotte op 3 november 1806 in de Spaanse hoofdstad, maar daar is bijna alles wel mee gezegd. De artikelen en het enkele boekje dat er over hem geschreven is, citeerde ik in Clavijo, ‘Clavigo’ en Goethe, voorts vermeldde ik het mij bekende over zijn belangrijke rol in de Europese literaire geschiedenis, maar ik be klaagde mij tevens over zijn relatieve onbekendheid.
Clavijo wordt, eigenlijk, sedert zijn overlijden doodgezwegen. Hij wordt pedant in de nieuwe editie van A. und F. Rothers Dumont-gids Die Kanarischen Inseln (1982) vermeld als geboortig uit Teguise, Lanzarote, maar verder geven de auteurs niets. Alsof iedereen precies weet wie Clavijo was en wat hij deed! Daarentegen kwam hij niet voor in Teodoro Martinez' Lanzarote oder die Insel der Vulkane (vertaling uit het Spaans, Santa Cruz de Tenerife 1976), maar in de zoveelste nieuwe druk van dit boekje, dat ik tijdens mijn recente bezoek aan Lanzarote kocht (z.p. 1984), komt hij nog steeds niet voor! In Ewals Otto Schwarzers Lanzarote (Taufkirchen BRD 1984) wordt evenmin over hem gerept.