| |
| |
| |
Plastic zak
1. [Brief verzonden aan de boekhandel]
Aan de Directie
Amsterdam, 14 oktober 1986
Geachte heer/mevrouw,
Mogelijkerwijs verkoopt u het werkje ‘Dichter bij de Mens’, waarvan de uitgever de heer drs Jeroen Koolbergen is (Uitgeverij Tabula).
Voor het geval u het niet kent, delen wij u mee dat het geen gedichten bevat, doch reacties (brieven) van dichters die - op valse gronden - door genoemde heer Koolbergen benaderd zijn om een gedicht af te staan voor een liefdadigheidsuitgave.
De auteurs hebben geen toestemming gegeven deze brieven af te drukken en het is aan hen ook niet achteraf verzocht, zelfs niet nadat een aantal zich bezwaard voelde door de publicatie. Excuses zijn evenmin aangeboden.
Om al deze redenen heeft een vijftiental dichters verzocht de editie uit de handel te nemen. Ondanks dit verzoek blijkt op tal van plaatsen het werk nog ten verkoop aanwezig.
Het schijnt ons correct toe u mee te delen dat aan het openbaar ministerie is verzocht in te gaan tegen de handelwijze van de uitgever. In beslagneming van die kant is mogelijk, terwijl ook de dichters dat recht zelf hebben en ook, waar nodig, hanteren.
De betrokkenen zouden het op prijs stellen wanneer u direct het werk, indien u het verkoopt, terugzendt aan de uitgever (waartoe u - tegen creditering - het recht hebt) en het niet zult bestellen, indien u daartoe nog niet was overgegaan.
Bij voorbaat danken wij u namens de gedupeerde dichters. Hoogachtend en met vriendelijke groeten, namens het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen
Mette Meijer, Verenigingsbureau
| |
| |
| |
2. [Rondschrijven aan de medewerkers Dichter bij de mens]
Amsterdam, 16 oktober 1986
Geachte heer/mevrouw,
De hierna genoemde dichters hebben geprotesteerd tegen de uitgave van drs. J. Koolbergen (uitgeverij Tabula) waarin ook uw reactie is afgedrukt.
Robert Anker, Tom van Deel, Elisabeth Eybers, Louis Ferron, J. Goudsblom, Rutger Kopland, Sjoerd Kuijper, Ed Leeflang, Lizzy Sara May, Hanny Michaelis, Fetze Pijlman, Hans Tentije, Eddy van Vliet, Ad Zuiderent en Martin Reints.
Zij hebben verzocht de uitgave uit de handel te doen nemen, hetgeen intussen gebeurd is. Het betreft het boekje ‘Dichter bij de Mens’.
De ‘vijftien’ menen dat deze schending van het briefgeheim en de Auteurswet het karakter van een studentengrap te buiten gaat, zeker nu er voor de uitgever ook financieel voordeel aan vast zit. Eventuele schadevergoeding, door de uitgever te betalen, zou ten gunste van Amnesty International en/of een fonds voor vervolgde schrijvers komen.
Wij willen u verzoeken deze actie te ondersteunen door middel van uw accoordverklaring op deze brief en terugzending in bijgaande enveloppe.
Aangezien maandag a.s. hierover een kort geding zal plaats vinden, verzoeken wij u uw reactie per omgaande terug te sturen.
Aan de eventueel tegen de uitgever te nemen stappen zullen voor u geen kosten verbonden zijn.
Bij voorbaat dank namens de vijftien dichters en onszelf, namens het vvl-bestuur.
Mette Meijer, Verenigingsbureau vvl
| |
3.
Kloetinge, 18 oktober 1986
Geachte Mette Meijer,
Uiteraard kan ik niet instemmen met hen die vernietiging eisen van Dichter bij de mens. Al moet ik erkennen dat mijn gedachte dat de vijftien geen gevoel voor humor hebben niet helemaal juist was. Want het is onmiskenbaar grappig dat deze onverdraagzame dichters tegelijkertijd een fonds voor vervolgde schrijvers willen steunen. Het is natuurlijk onzin dat het briefgeheim geschonden zou zijn (dat geldt alleen tussen burgers en overheid) en van een schending van de auteurswet kan ook geen sprake zijn (die beschermt alleen werken van letterkunde).
Wat mij verbaast is dat ineens de vvl de vijftien steunt en blijkbaar financiert. Het is een schending van het verenigingsrecht dat een aantal leden - zonder dat de algemene ledenvergadering daar in gekend is - de kans krijgt hun risico's zo af te
| |
| |
wentelen. Ik verzoek u mij zo spoedig mogelijk mee te delen hoe dit kon gebeuren. U schrijft: ‘Aan de eventueel tegen de uitgever te nemen stappen zullen voor u geen kosten verbonden zijn.’
Maar via mijn contributie betaal ik dus wel degelijk aan deze voor mij verwerpelijke procedure mee.
In afwachting van uw antwoord, hoogachtend,
H. Warren
| |
4.
Amsterdam, 21 oktober 1986
Geachte heer Warren,
Behalve een flink aantal steunbetuigingen ontvingen wij uw brief dd. 18 dezer.
Wij hebben begrip voor uw standpunt.
Graag willen wij echter reageren op uw opmerking over de auteurswet.
De auteurswet beschermt niet alleen werken van letterkunde, maar noemt tevens werken van wetenschap en kunst.
Art. 10 van de Auteurswet beschrijft wat men onder die werken verstaat. Lid 1: boeken, brochures, tijdschriften en alle andere geschriften.
In de toelichting op dit artikel worden brieven met name genoemd als onderhevig aan het auteursrecht. De ontvanger mag deze niet openbaarmaken en verveelvoudigen.
Over de financiering van het geheel door de vvl nog het volgende.
Deze overduidelijke schending van het auteursrecht wordt door het vvl-bestuur zó ernstig opgenomen dat het een bijdrage in de kosten gerechtvaardigd acht.
De contributiegelden echter zouden niet toereikend zijn om zelfs maar een kleine financiële bijdrage te leveren. Door erflating beschikt de vvl over enig vermogen waaruit het bestuur soms kan putten om principiële kwesties te ondersteunen.
In de hoop u naar tevredenheid te hebben ingelicht, verblijven wij, met vriendelijke groeten, namens het vvl-bestuur
Mette Meijer, Verenigingsbureau vvl
ps - Inmiddels is bekend geworden dat de groep van dichters niet verder gaat dan verwijdering van hun brief uit de bundel te eisen.
| |
5.
Kloetinge, 26 oktober 1986
Geachte Mevrouw Meijer,
Uw antwoord van 21 oktober 1986 heeft mij allerminst tevreden gesteld. Zoals ik al duidelijk maakte - en het wordt niet
| |
| |
door u ontkend - is uitsluitend de algemene ledenvergadering en niet het bestuur bevoegd te bepalen of de vvl zich in een juridische procedure als die rond Dichter bij de mens moet mengen.
Ik acht de handelwijze van het vvl-bestuur onoirbaar - niet alleen omdat men het verenigingsrecht heeft geschonden maar bijvoorbeeld ook vanwege de onheuse brief die naar de boekhandel gezonden is.
Als u mij niet alsnog een bevredigend antwoord kunt geven (inhoudend de erkenning dat het bestuur onbevoegdelijk heeft gehandeld en dat daaruit de consequenties zullen worden getrokken) ben ik genoodzaakt mijn lidmaatschap van de vvl te beëindigen.
Hoogachtend,
Hans Warren
| |
6. [Rondschrijven aan de medewerkers Dichter bij de mens]
Amsterdam, 27 oktober 1986
Betreft: de bundel ‘Dichter bij de Mens’.
Geachte heer/mevrouw,
Enkelen onder u vroegen ons of hun adhesie nog wel mogelijk was nu zij de uitgever Jeroen Koolbergen (Tabula) een nota hadden gezonden voor het gebruik van hun tekst.
Dit is wel degelijk het geval. Het zenden van een nota zegt niet dat u, als het ware stilzwijgend, alsnog met de uitgever overeenkomt dat hij over uw tekst mag beschikken, maar louter dat u hem de hoogte van de schadevergoeding opgeeft voor de helaas verspreide exemplaren.
Van de 5000 zijn er nl. reeds 3600 verspreid. U kunt op uw nota zowel ‘schadevergoeding’ als ‘honorarium’ of ‘smartegeld’ zetten. Over de nog tijdig in beslag genomen overige 1400 exemplaren zegt dit niets.
Overigens bereikte ons het bericht dat de uitgever mogelijk alsnog een bedrag aan alle briefschrijvende dichters zal aanbieden, of een cheque zal sturen of iets van dien aard. Hierop dient men attent te zijn, want in dat geval kan iets vermeld zijn over bijvoorbeeld ‘alsnog meewerken’ of ‘alsnog uw medewerking vragen’ en dat zou, in combinatie met het innen van een cheque of het ‘zomaar’ ontvangen van een bedrag op uw giro, juridisch mogelijk een overeenkomst kunnen opleveren.
Indien u de actie van de 15 dichters wilt steunen, raden wij u met klem aan niet zonder nader overleg tot het innen van een dergelijke cheque over te gaan.
Deze 15 zijn: Robert Anker, Tom van Deel, Elisabeth Eybers, Louis Ferron, J. Goudsblom, Rutger Kopland, Sjoerd Kuijper, Ed Leeflang, Lizzy Sara May, Hanny Michaelis, Fetze Pijlman, Martin Reints, Hans Tentije, Eddy van Vliet en Ad Zuiderent.
Zij hebben niet, zoals in sommige kranten stond, bij de boek- | |
| |
handel beslag gelegd, maar uitsluitend bij de uitgever, drukker en het Centraal Boekhuis. Zij vragen ook niet vernietiging van het werk, maar uitsluitend vernietiging of verwijdering van hun eigen ‘bijdrage’ uit dat boek.
Waar het om gaat is dat zij niet gedwongen willen meewerken aan dit boek, een schending dus van hun auteursrecht en briefgeheim. Het bevat bovendien een aantal kwalijke ‘grappen’, zoals het feit dat de uitgever een brief van Mary Dresselhuys heeft opgenomen met de mededeling dat haar man Viruly door zijn hoge leeftijd, niet bij de uitreiking van de bundel aanwezig zou kunnen zijn. Dit was op een moment dat de heer Viruly al was overleden wat iedereen wist; ook de uitgever en de samenstellers, blijkens vermelding van geboorte- en sterfjaar.
Het gaat vooral om bescherming van de auteursrechtelijke positie en tevens om bescherming van het briefgeheim van de dichters. Blijkens een krantebericht zou de uitgever in contact staan met dichters die, vermoedelijk zonder het boekje te hebben gelezen, wel tevreden zijn over de verschijning.
De kans bestaat dat het aantal van de - aan de 15 - steunverlenende dichters een rol speelt en wij willen hen, die nog niet gereageerd hebben, verzoeken deze actie te ondersteunen evenals de hierna vermelde collega's dat gedaan hebben; de actie is er op gericht dat deze bundel uit de handel wordt genomen, althans niet verder wordt verspreid.
Wij sluiten een gefrankeerde enveloppe bij waarmee u een exemplaar van de brief, voor accoord getekend, kunt retourneren. Wij danken u daarvoor.
Met vriendelijk groeten, namens het vvl-bestuur
Mette Meijer, Verenigingsbureau vvl
Positieve reacties ontvangen van: Barbero, Bastet, Den Besten, Den Boef, Carmiggelt, Coppens, Dubois, Van der Graft, Hamelink, Groot, Joekes, Knopper, Korteweg, Meijer, Mok, Oosterhuis, Oversteegen, Polet, Roggeman, De Roy van Zuydewijn, Schierbeek, Vaandrager, De Vries, Van de Waarsenburg, Warmond, Winkler, Zonderland, Hans Vlek.
| |
7.
Amsterdam, 28 oktober 1986
Geachte heer Warren,
Het spijt mij bijzonder dat de brief van 21 dezer u niet van gedachten heeft doen veranderen.
Aangezien ik het van belang vond snel op uw brief te reageren schreef ik u na overleg met slechts enkele bestuursleden.
In uw brieven vecht u het mandaat aan, dat door de ledenvergadering aan het bestuur is verleend, om alert te reageren in voorkomend geval.
Aangezien de vereniging zich in haar statuten in artikel 5, lid
| |
| |
6 ten doel stelt ‘Het auteursrecht van schrijvers te handhaven, te verdedigen (en zo nodig, door middel van wetswijzigingen uit te breiden;) en artikel 15 van het Huishoudelijk Reglement stelt dat ‘De leden van het bestuur verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beleid van de vereniging en voor de dagelijkse gang van zaken.’, is het bestuur van mening in deze zaak volgens de statuten te handelen. Uiteraard dient het verslag uit te brengen aan de algemene ledenvergadering en kan het beleid aldaar ter discussie worden gesteld.
Het is duidelijk dat uw brieven nu door het voltallig bestuur besproken moeten worden. Dit kan echter pas gebeuren op 14 november a.s. als het in vergadering bijeenkomt. Zo spoedig mogelijk daarna ontvangt u een reactie van het bestuur.
Voor de goede orde sluit ik copieën bij van de brief aan boekhandels en de tweede brief aan auteurs waarvan brieven in de bundel zijn afgedrukt.
In de hoop dat u een negatief besluit ten aanzien van uw lidmaatschap nog zult opschorten, verblijf ik, met vriendelijke groeten,
Mette Meijer, Verenigingsbureau vvl
| |
8.
Amsterdam, 17 november 1986
Geachte heer Warren,
Naar aanleiding van uw correspondentie met mevrouw Meijer van het Verenigingsbureau van de vvl, wijzen wij u er op dat onze leden recht hebben op juridisch advies.
Wanneer zij een beroep doen op de vvi hen tegen onwettige praktijken te beschermen, rest het bestuur niets anders dan hen door te verwijzen naar een jurist.
Ten onrechte wordt verondersteld dat het proces gevoerd en bekostigd wordt door de vvl.
Hoewel het bestuur in principe bereid is, waar nodig, aan leden een financiële bijdrage te leveren, heeft ons daartoe nog geen aanvraag bereikt.
Met vriendelijke groeten, namens het vvl-bestuur
Nelleke Fuchs-van Maaren, waarn. secretaris
| |
9. [uit: VVL Bulletin 1986 nr. 4]
dichter bij de mens
Begin oktober wendde een groep van vijftien auteurs zich in een brief tot het vvl-bestuur. Deze auteurs waren : Robert Anker, Tom van Deel, Elisabeth Eybers, Louis Ferron, J. Goudsblom, Rutger Kopland, Sjoerd Kuijper, Ed Leeflang, Lizzy Sara May, Hanny Michaelis, Fetze Pijlman, Martin Reints, Hans Tentije, Eddy van Vliet en Ad Zuiderent.
| |
| |
In de brief wezen zij op het verschijnen van het boek Dichter bij de Mens, en zij verzochten het bestuur hierover een standpunt in te nemen en een jurist in te schakelen.
In het voorjaar van dit jaar was een groot aantal dichters aangeschreven door twee ‘docenten aan het Sint Dominicus Vitus, R.K. Opleidingsinstituut voor leraren’, met het verzoek om toe te stemmen in het gebruik van enkele gedichten in een bloemlezing en de ‘eventuele’ royalties af te staan aan de verbouwing van de kapel van het instituut.
Toen het boek uitkwam bleek dit echter geen gedichten te bevatten, maar de reacties van ruim honderd schrijvers op het verzoek om medewerking.
De vijftien mensen die in actie gekomen zijn beschouwen de uitgave als een onrechtmatige daad, gepleegd in het volle besef van de inbreuk op het auteursrecht en het briefgeheim.
Mr. F. IJff en het vvl-bestuur zijn het met hen eens.
De vvl kan in een zaak als deze niet als partij optreden. De dichters moesten zelf de juridische procedure aanspannen. Het vvl-bestuur ondersteunt hen echter, moreel en financieel.
Omdat het gaat om wat de uitgever een grap noemt, is incidenteel al gebleken dat de actie niet de volle instemming krijgt van buitenstaanders en zelfs niet van alle betrokkenen. Dezen vinden dat een grap de onrechtmatigheid opheft.
Van deze mogelijkheid waren de vijftien dichters zich van de aanvang af bewust. Zij achten deze grap-dekmantel echter te gevaarlijk voor de positie van de auteur.
Het vvl-bestuur beschouwt hun actie dan ook als een moedige daad. Of het nu om een grap gaat of om een serieus werk, deze schending van het auteursrecht met mogelijke precedentwerking, is in de ogen van het bestuur zó evident, dat het de ‘vijftien’ dankbaar is dat zij zich in ijltempo hebben verenigd en bereid waren een misschien impopulaire daad te stellen.
De groep heeft bij de uitgever, de drukker en het Centraal Boekhuis beslag laten leggen en vraagt vernietiging of verwijdering van haar ‘bijdragen’ uit het boek.
Dat is op het ogenblik de stand van zaken. Het bestuur hoopt u bij een volgende gelegenheid de afloop te kunnen meedelen.
| |
10.
Kloetinge, 24-11-1986
Geachte mevrouw Fuchs-Van Maaren,
Naar aanleiding van uw brief van 17 november jl. heb ik definitief besloten mijn lidmaatschap van de vvl te beëindigen. Ik heb de briefwisseling en het misleidende bericht in het Bulletin nog eens gelezen en meen dat het vvl-bestuur een nogal zwalkende koers volgt. U doet nu net of het vvl-bestuur weinig meer heeft gedaan dan de boze leden door te verwijzen naar een jurist. In feite heeft men hen - op een wijze die strijdig is met het
| |
| |
Nederlandse verenigingsrecht - in allerlei opzichten gesteund.
Het vvl-bestuur mag gelijk hebben dat de affaire rond Dichter bij de mens een principe-kwestie is, maar dan wel één waar men heel verschillend over kan denken. U heeft het in uw brief over ‘onwettige praktijken’; in ons land beslist nog altijd de rechter of dat zo is. Het is uitgesloten dat hij er het briefgeheim bij zal halen en ook de auteurswet biedt naar mijn idee voor het standpunt van ‘de vijftien’ nauwelijks openingen.
Ik verzoek u in de volgende aflevering van het Bulletin de volgende documenten integraal en zonder commentaar te plaatsen: 1) de door de vvl op 14 oktober aan de boekhandel verzonden brief; 2) het rondschrijven van de vvl d.d. 16 oktober; 3) mijn brief van 18 oktober; 4) de brief van Mette Meijer aan mij van 21 oktober; 5) mijn brief van 26 oktober; 6) het rondschrijven van 27 oktober van de vvl; 7) de brief van Mette Meijer van 28 oktober; 8) uw brief van 17 november; 9) deze brief.
Of durft u deze confrontatie met de feiten niet aan? U wilt mij wel een bewijsexemplaar zenden?
Hoogachtend,
Hans Warren
| |
11.
Amsterdam, 26 november 1986
Geachte heer Warren,
Het bestuur heeft met spijt kennis genomen van uw besluit het lidmaatschap van de Vereniging van Letterkundigen te beëindigen.
Uw brief zal aan de orde gesteld worden in de bestuursvergadering van 9 december a.s.
Wij hopen u er vervolgens toe te kunnen bewegen op uw besluit terug te komen.
Met vriendelijke groeten, namens het vvl-bestuur
Mette Meijer, Verenigingsbureau vvl
| |
12.
Amsterdam, 9 januari 1987
Geachte heer Warren,
Het vvl-bestuur heeft uw brief behandeld in zijn vergadering van 9 december jl.
Ik deel u naar aanleiding daarvan het volgende mee:
Het feit dat u zich genoodzaakt ziet uw lidmaatschap te beëindigen betreuren wij, zoals reeds gezegd. Wij achten echter de argumentatie van uw besluit nogal merkwaardig. Die komt er in feite op neer dat u uw lidmaatschap beëindigt omdat u van mening bent dat een aantal vvl-leden, die zich door een uitgever in hun belangen geschaad achten en met juridische bijstand van
| |
| |
de vvl-advocaat een rechtszaak zijn begonnen, geen (juridisch) been hebben om op te staan. Dat is uw particuliere opvatting, die even veel of weinig waard is als die van ieder ander, inclusief die van het vvl-bestuur. De beoordeling of klachten van leden al dan niet kunnen leiden tot ‘een zaak’ in juridische zin ligt uiteraard bij de advocaat - en vervolgens bij de betrokken leden, die samen met die advocaat een rechtsgeding zullen moeten beginnen met alle consequenties van dien.
Wie gelijk heeft zal de rechter uitmaken. Dat u dit niet inziet stelt ons teleur.
Het zou binnen de vereniging een vreemde toestand worden wanneer het ene lid zijn lidmaatschap opzegt omdat hij/zij er bezwaar tegen heeft dat een ander lid via de vvl rechtshulp zoekt.
In dit geval, waar het een groep leden (en niet-leden overigens) betreft, heeft het vvl-bestuur het in aanvang nuttig geacht een zekere coördinatie tussen de reeds gevormde groep en een aantal verontwaardigde ‘individuele’ betrokkenen tot stand te brengen door middel van een algemeen rondschrijven aan alle auteurs die bij de bundel betrokken zijn, zodat ieder weet wat gaande is en zijn standpunt kan bepalen.
Het vvl-bestuur - en afgaande op reacties; ook vele leden van de vereniging-verleent wel degelijk ‘morele’ steun aan actie van de ‘vijftien’, maar kan geen partij zijn omdat het niet de vereniging is die in haar belangen is geschaad. En sedert alle klachten en protesten naar de ‘juiste deur’ verwezen zijn, is het een zaak geworden van de rechter. Uw standpunt ten aanzien van wat de ‘belangen’ van de leden zouden zijn is blijkbaar nogal afwijkend van wat de meerderheid der vvl-leden onder auteursbelangen verstaat.
Tijdens de ledenvergadering van 29 december jl. is uw opzegging met opgave van reden vermeld. Hierop zijn geen reacties gevolgd.
Hoogachtend, namens het vvl-bestuur
Nelleke Fuchs-van Maaren, waarn. secretaris
| |
13.
19 januari 1987
Geachte mevrouw,
Uw brief van 9 januari maakt mijn vreugde geen lid van de vvl meer te zijn, alleen maar groter. Het bestuur van de vvl behandelt zijn leden als het Kremlin zijn onderdanen. U schuift me van alles in de schoenen wat ik niet gezegd heb en stopt uw oren dicht voor alles wat u niet horen wil. Zo gaat u geheel voorbij aan het in mijn brief van 24-11-1986 gedane verzoek de met deze zaak verband houdende documenten in het Bulletin op te nemen. Ik zal ze nu elders ter publicatie aanbieden.
Inmiddels verblijf ik,
Hans Warren
|
|