niet meer in over jou?” Maar ik vind het eigenlijk wel goed zo. Prima!
Toch geloof ik dat er verandering in mijn werk komt. Ik ga meer met mensen om die abstract gericht zijn. Ik geloof dat ik daar ook dingen van oppik.
Ik loop te popelen om aan het werk te gaan. Over drie weken ben ik klaar met les geven en dan is het zover. Ik heb een stuk of vier, vijf doeken klaarstaan. Geprepareerd, de achtergronden zijn af. De foto's van wat er in moet komen heb ik gemaakt en afgedrukt - ik doe alles zelf, tot aan de lijst toe. Ik moet er echt een dag of drie achter elkaar aan kunnen blijven werken. De weekends schieten er steeds bij in. Vroeger liep ik me dan op te fokken, nu wacht ik echt drie weken af totdat ik mag. Dan heb ik het gevoel dat er van alles gaat gebeuren. Heerlijk! Ik weet dat het me lukt! Ik heb er zo lang op zitten broeden. Dan geniet ik.
Het heeft niets te maken met wat ik er mee wil bereiken. Dat is heel iets anders. Natuurlijk, een beetje erkenning voor je werk dat wil je allemaal wel, en ook financiële ruggesteun, zodat je kunt blijven zoeken en niet commercieel hoeft te werken. Je kunt natuurlijk altijd je brood verdienen met portretten en landschapjes, maar dat is nou wel het laatste wat ik zou willen. Het gaat me om de vrijheid om te experimenteren en te zoeken. Ik zou bijvoorbeeld wel eens een reis willen maken, dat heb ik nog nooit gedaan. Ik zou indrukken op willen doen. Ze mee naar huis willen nemen om uit te werken. Egypte bijvoorbeeld, die mummies. Ik ben bang dat ik het niet of te laat zal doen. Voor je er erg in hebt zijn de dingen voorbij en heb je spijt dat je het niet gedaan hebt.
Wel kan ik volgend jaar weer naar Amerika met mijn werk. Een één- of tweemans expositie. Maar ik heb het gevoel dat er hier veel meer belangstelling voor is. En bovendien, mijn schilderijen blijven zo lang weg. Er is werk dat er al driekwart jaar hangt, terwijl ik hier haast niets meer over heb om de mensen te laten zien. De afgelopen maanden heb ik elf schilderijen verkocht. Ik wil ze nog niet duurder maken want dan ben ik bang dat ik mijzelf de markt uit prijs. Hoewel, soms begrijp ik niet met hoeveel gemak de mensen zo'n bedrag neertellen. Zelfs zonder het werk gezien te hebben, zó van de dia. Zonder het formaat te weten of iets! Ja, ik heb inderdaad het gevoel in de lift te zitten en dat het heel hard gaat. Af en toe krijg ik het er Spaans benauwd van. Al m'n werk is weg. Ik moet hard aanpoten. Maar het is ook wel prettig dat er zo'n push achter zit.
Natuurlijk ontmoet ik ook wel jaloezie. Dat is best frustrerend. Ik begrijp het ook wel. Maar je kunt je niet overal in blijven verdiepen. Je moet ook aan jezelf denken. Het kan je zó boven het hoofd groeien. Dat je alles gaat geloven wat ze over je zeggen. Dat je gaat geloven dat je niets kunt of bent. Zo heb ik dikwijls het gevoel gehad zó lelijk te zijn. Als iemand dat steeds tegen je zegt, wat wil je? Het wordt wel minder maar ik ben nog steeds gevoelig op dat punt. Ik weet..., ik zie dat mijn gezicht vrij lijnig is. Hard, zeg maar hard, vrij harde trekken.
Ze zeggen wel, goh, jij bent ijdel hoor, je schildert altijd jezelf! Je vindt jezelf zeker erg mooi! Maar dat is helemaal niet waar! Het gaat me om de uitstraling en de expressie. Het gaat me om het theatrale. Meestal zie ik er niet uit op foto's die ik voor de schilderijen maak. Maar ik verschilder het totdat ik denk: daar komt iets van over. Mensen staan ook haast nooit onverschillig tegenover mijn werk. Ze zijn óf voor óf tegen.
Vaak herken ik hetzelfde als wat ik bedoel in het werk van anderen. Mac Beth bijvoorbeeld: schreeuwende meiden in witte kielen in een grote hal, waarin alleen een trap staat. Het ballet Time Cycle! Ik herken daarin wat ik eigenlijk al voelde. Dan denk ik: dit is van vandaag! Rijk ben je dan, als je dat ziet! De film Birdy. Daaruit ontstaat iets voor jezelf.
Soms kan ik ook ontroerd zijn door iets wat ik zélf gemaakt heb als het klaar en af is. En dan snap ik niet dat het niemand opvalt, dat ze het niet als eerste willen hebben. Hoewel, Birdy is net droog.’