Maatstaf. Jaargang 34(1986)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Mickey Walvisch Gedichten Lezing ‘Als jij zo blijft verlies je elke man. Een man wil graag bemoederd worden. Ze neigen allemaal naar impotentie. Je moet niet denken dat de schuld bij jou ligt. Wat dacht je, ze zijn kwetsbaar met zo'n ding. Je zegt maar: “Lieve jongen het geeft niets,” En neemt hem teder in je armen. Je aait zijn oren, kriebelt mild onder zijn ballen. Tien tegen één: een penis van geheid beton, Want moeders wil is wet.’ Zelfgenoegzaam nipt zij aan haar wijntje. Een vrouw van zestig. Zij kan het weten. Maar ik bespeur tijdens haar lezing Een onontkoombare castratiedrang. [pagina 60] [p. 60] Bijna bekeerd Apathisch kijk ik televisie En duld de smart van zieltogende liefde. Ik hoor een vrouw met schuwe mond Getuigen van hoe zij den Here vond, Hoe hij haar steunde nadat Jaap de benen nam, (Een lotgenote, ik kikker er zowaar van op), En hij haar leidde bij de opvoeding van kleine Jaap En hoe zij zelfs de hond weer aaien kon, Die grote Jaap had ingebracht, Maar in zijn haast om weg te komen Aan haar had nagelaten. Zij droeg een beige plooirok Met een rose blouse En rose paarlen in het oor. Ik had de handen bijna al gevouwen. Maar toen... het eindeloze shot Van diep wanhopig bruine ogen. Was ik de baas van de eo, Ik had de cameraman akuut de zak gegeven Voor zijn genadeloze boy-cot van ledenwerving Voor Onze God den Heer. Vorige Volgende