Maatstaf. Jaargang 34(1986)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Anton Korteweg Gedichten Voor later Ik zie U wel, getuigen van Jehova, want het is zondag, vier uur, en het weer is guur. Maar, hoewel verre van gered, ik doe U toch niet open. Bewaar U voor later, voor als ik niemand heb meer dan mij en Langs de lijn en Chick. Kom dan in uw obligate regenjas, met scheiding, uw mantelpakje met paars hoedje, uw bruine schooltas vol traktaten, bel aan, zet uw voet tussen de drempel en de verveloze deur, vraag die oude man met open broek, as op zijn buik, of zijn gemoed veel onbehoorlijks voedde, spreek van reddende armen hem en leer vooral hoe hij het smalle pad ter zaligheid met vaste tred betreden kan. Nooit mag U weg meer, eeuwig moet U zingen: Lof zij den Heer want hij doet grote dingen. J. van Heijningen De reusachtige mol (Kafka) Tot stof Ze zoog de kooi uit, werd afgeleid, keek om en floep. Hals over kop in de slang van de dood en zoëven zo mooi nog gezongen. J. van Heijningen Apollinaire Vorige Volgende