| |
| |
| |
Wim Meulenkamp
Het vierde land. Neutraal-Moresnet, vondeling van Europa
1. Terreinverkenning in een caleidoscoop
‘...perhaps the square root of aleph one might be lying around for the finding in this otherwise undistinguished Welsh town.’
B.S. Johnson, Travelling People
Mijn Zoek-Licht: Nederlandsche Encyclopaedie voor allen uit 1923 meldt tussen de Moresby-eilanden en Moretto de Brescia (‘lyrische kleurenpracht... rustig en hooggestemd klassicisme... een ietwat weeke, droomvolle schoonheidsliefde’): ‘Moresnet, driehoekig landje ten Z. van 't “Vierlandenpunt” (bij Vaals in ons Limburg); opp. 3,37 km2., 3400 inw...’
Het driehoekig landje heette Neutraal-Moresnet, niet Moresnet, het inwoneraantal moet rond 1923 circa 4500 zijn geweest en bovendien bestond Neutraal-Moresnet toen al vier jaar niet meer, maar was het de Belgische gemeente Kelmis/La Calamine geworden. Geeft niet. Correct is wel de benaming Vierlandenpunt (‘Vierländerblick’), nu het Drielandenpunt, bekend van schooluitstapjes in ons Limburg.
Toen ik enige zomers terug de adressenrubriek met de letters i-j-k in mijn agenda naliep en de vakantiebestemmingen van de bijbehorende vrienden en bekenden invulde, kwam ik op tweemaal Italië, eenmaal Portugal, dito Zwitserland, Oostenrijk en Zweden en nog eens twee keer Frankrijk. Ik besloot vakantie te gaan houden in een land waarvan niemand uit rubriek i-j-k ooit gehoord had.
Nu, na enkele keren voor korte en langere tijd Neutraal-Moresnet te hebben bezocht, ken ik het landje goed genoeg om er zaakgelastigde te worden, buitenlands correspondent of tenminste de anwb-reisgids voor Neutraal-Moresnet en directe omgeving te schrijven: -Circa 8600 mensen wonen bijeen op 3,37 km2. De Duitse taal wordt het meest gebezigd, naast het eigen dialect. De internationale verbindingen zijn redelijk tot goed te noemen; bussen van de s.a.d.a.r. rijden op Aken, Vaals en Verviers.
Hier, ingesloten door Nederland, België en Duitsland, leeft een arcadisch volk van herders en melkmeisjes dat enkel te hoop loopt op de schaarse marktdagen, om dan in tableaux vivants Biedermeier-idyllen uit te beelden. Men gaat veelal gekleed in eenvoudige manchester stoffen, met hier en daar een kleurige doek rond de hals gedrapeerd. De mannen dragen somtijds met enig uiterlijk vertoon de parafernalia van hun beroep: zeis, jachtgeweer, uitlaatpijp of tondeuse.
Op zon- en feestdagen wil de bevolking zich nog wel eens uitleven in de merkwaardige lokale dansen waar deze bourgondiërs met recht zo trots op zijn. En natuurlijk allemaal flink fout geweest in de oorlog. -
Maar Neutraal-Moresnet is nu al 66 jaar geen staatje meer, we moeten genoegen nemen met Kelmis. Om verdere begripsverwarring te voorkomen is het nuttig een korte schets van de naamsveranderingen tijdens de laatste tweehonderd jaar in dit gebied te geven:
Oorspronkelijk bestonden er twee dorpen, Moresnet en Kelmis (deze laatste plaats werd ook aangeduid als Altenberg/Vieille Montagne). Bij de Franse bezetting in 1794 werden ze bijeengevoegd tot de Mairie Moresnet. Na 1816 volgde de verdeling in Moresnet (het oude, Belgische Moresnet), Neutraal-Moresnet en Preußisch-Moresnet. Na 1919 werd Neutraal-Moresnet Kelmis (La Calamine) en Preußisch-Moresnet Neu-Moresnet. Tussen 1940 en 1944 vormden Moresnet, Kelmis, Neu-Moresnet, en Hergenrath het Amt Moresnet. Na 1944 werd de situatie weer hersteld tot die van na 1919.
| |
| |
Een simpele formule zou het volgende laten zien: Moresnet + Kelmis (= Altenberg = Vieille Montagne) = Mairie Moresnet = Moresnet/ Neutraal-Moresnet/Preußisch-Moresnet = Moresnet/Kelmis (= La Calamine)/Neu-Moresnet./Amt Moresnet = Moresnet + Kelmis + Neu-Moresnet + Hergenrath.
‘Am 29. Mai 1940 wurde in Kelmis die deutsche Verwaltung eingerichtet. Um 5 Uhr nachmittags ging am alten Gemeindehaus in Kelmis, der Stätte, von der aus lange Jahrzaehnte die Geschicke von Neutral-Moresnet and Preußisch-Moresnet gelenkt wurden, die deutsche Fahne hoch. Ehe noch der neue Bürgermeister das Wort nehmen konnte, wurde aus der vielhundertköpfigen Menge, die sich ganz spontan eingefunden hatte, das Deutschlandlied angestimmt, dem das Horst-Wessel-Lied folgte. Wuchtig erscholl das Sieg-Heil auf den Führer, zu dem der Bürgermeister am Schluß seiner Ansprache aufforderte, über den weiten Platz. Es war ein in seiner Schlichtheit ergreifender Akt, der sich dem Gedächtnis der Zuschauer wohl für immer eingeprägt hat.’
Josef Kriescher, ‘Heimkehr ins Reich’, Moresnet: Eine geschichtliche and politische Darstellung, Aachen 1942, p. 62.
Kelmis behoort tot de Duitstalige zogenaamde Ostkantone van België en grenst aan de oproerige Voerstreek. In een strook van vijftig kilometer zuidwaarts, via Eupen, Malmedy en St. Vith tot de grens van Luxemburg, wordt afwisselend Duits en Waals gesproken. De eigenlijke lingua franca is het Ripuarisch, het Rijnlands dialect. In de tijden van Neutraal-Moresnet kon men op straat, in de cafés en in het casino Esperanto horen spreken, Italiaans, Schweizer-Deutsch, Amerikaans en Russisch.
‘wallon
maître
chez
toi
rassemblement wallon
wallonie
de bout’
opschriften affiches in Moresnet.
‘ici fut assassiné par les hordes s.s. le Résistant Baud. boilley le 6.9.1944.’
opschrift monumentje gemeente park Kelmis.
Kelmis is een van de weinige vindplaatsen in Europa van die botanische curiositeit, het zinkviooltje.
De oorsprong van twee van de vele namen van Neutraal-Moresnet is terug te vinden in een akte van Philips de Goede uit 1439, waarin hij ‘den alden kalmynberg’ opeiste. Galmei of ‘kalmyn’ liet de naam Kelmis ontstaan, terwijl daarnaast de aanduiding Altenberg wordt gebruikt. De zinkertsvoorraden van Kelmis waren al aan de Karolingers bekend. In de laat-zeventiende eeuw waren de zinkmijnen zo beroemd dat ze speciaal werden bezocht door de Engelse reiziger Edward Brown, die vanuit Aken een korporaal met acht musketiers diende mee te nemen voor de vijf kilometer die hij zich buiten de stad waagde.
Het delven en de verwerking van het zinkerts werd echter pas in 1806 op professionele wijze aangepakt door Jean-Jacques Dony, een Luikse chemicus. Zijn onderneming werd in 1813 overgenomen door de bankier Mosselman. In 1837 ontstond de Société des Mines et Fonderies de Zinc de la Vieille-Montagne, kortweg de Vieille-Montagne genoemd.
‘Où quatre pays se touchent,
Trois pierres tu pourras voir;
De la Belgique, Hollande, Allemagne
A droite vous voyez la Neutre,
A gauche la pierre Allemande.’
opschrift ansichtkaart Vierlandenpunt, c. 1900.
| |
2. Opkomst
‘Daar men 't heel al beoogt van 's werelds kloot in 't kleyn,
Een Mycrocosmon zelfs, na 't leven veel gelijcker, Alst kleyn na 't groot eens omgekeerde verrekijcker.’
Everard Meyster, Des weerelds Dool-om-berg ont-doold op Dool-in-bergh
| |
| |
Toen in 1814 en 1815 het Wener Congres op de puinhopen van Europa danste, werden de door Frankrijk veroverde gebieden herverdeeld, terwijl men meteen van de gelegenheid gebruik maakte om via de onderhandelingstafel oude rekeningen te vereffenen. Zo werd het opportuun geacht het Koninkrijk der Nederlanden te creëren. In de slotakte van juni 1815 werden onder andere de grenzen tussen Pruisen en het nieuwe staatje vastgelegd. Al snel bleek dat beide landen de overeenkomst voor wat betrof het gebied ten zuiden van de grens tussen de toenmalige Franse departementen Neder-Maas, Oerthe en Ruhr, het huidige Drielandenpunt, op verschillende wijze wensten te interpreteren.
Normaliter zou een dergelijk geschil, dat slechts enige vierkante kilometers dunbevolkt gebied betrof, spoedig zijn opgelost. Het bijzondere van de situatie werd bepaald door de zinkmijnen van de firma Dony & Cie., die hier in de vroegere Mairie Moresnet lagen. Pruisen noch Nederland voelden er iets voor om deze strategische grondstof in handen van de ander te laten vallen. Een jaar lang werd er onderhandeld, totdat in de maand juni 1816 het Akens Grensverdrag werd gesloten.
Artikel 17 van dit verdrag vormde de geboorteakte van Neutraal-Moresnet. Het kind werd te vondeling gelegd: ‘...la frontière provisoire sera formée par la commune de Moresnet, de manière que la partie de cette commune située à gauche d'une ligne droite, à tirer du point de contact des trois départements, appartiendra, dans tous les cas, au royaume des Pays-Bas; que celle située à droite d'une ligne à tirer des limites du canton d'Eupen, directement du sud au nord sur la même point de contact des trois departements, appartiendra également, dans tous les cas, au royaume de Prusse, et qu'enfin, la partie de cette même commune située entre ces deux lignes, comme étant la seule qui puisse être raisonnablement contestée, sera soumise à une administration commune, & ne pourra être occupée militairement par aucune des deux puissances...’ De ‘grande route’ tussen Aken en Luik, de Lütticher Strasse, werd verder als de zuidgrens van het aldus ontstane gebied bepaald.
De oude Mairie Moresnet werd dus in drieën gedeeld: het westelijk gedeelte bleef Moresnet heten, het middengedeelte, tegenwoordig Kelmis,
Kelmis en omgeving, met de oude grenzen van Neutraal-Moresnet
Kaart: Frank van Meer
| |
| |
Gezicht op Moresnet
werd Neutraal-Moresnet, en het zuidelijk en oostelijk deel, het tegenwoordige Neu-Moresnet, werd nu Preußisch-Moresnet.
Hoe belangrijk de zinkertsgroeven van Dony & Cie. werden gevonden blijkt wel uit de opname van een speciaal artikel in het Akens Grensverdrag dat de privileges van die onderneming in alle gevallen garandeerde.
In 1817 werd met de daadwerkelijke afbakening van Neutraal-Moresnet begonnen door middel van eikehouten palen. Drie jaar later werd besloten deze te vervangen door grensstenen, maar het duurde tot 1869-70 eer aan dit provisorium een einde kwam. De zestig in Romeinse cijfers genummerde grensstenen zijn voor het merendeel nog aanwezig: nr. i in de zuidwesthoek, langs de Lütticher Strasse, nr. lx twee kilometer oostelijk, langs diezelfde straatweg.
Het feitelijk bestuur van Neutraal-Moresnet kwam volgens het Akens Grensverdrag in handen van twee commissarissen die door respectievelijk Nederland en Pruisen benoemd werden. In 1817 werden deze functionarissen benoemd: de Luikse afgevaardigde Werner Jacob en de Oberbergrat Mayer. Twee jaar later werden zij het onderling eens over hun competenties. Die zouden gelijk zijn aan die van een Napoleontisch prefect: men benoemde de burgemeester en gemeenteambtenaren, hief belastingen en stelde de begroting vast.
Grenssteen nr. i langs de Lütticher Strasse
Het Duits gold als officiële taal.
Er was geen hogere instantie dan de commissarissen, zodat ze het gezamenlijk eens moesten worden over aanstellingen, verordeningen en andere regeringszaken, iets dat wonderwel lukte. Het dagelijks bestuur in Neutraal-Moresnet werd waargenomen door de burgemeeser die tegelijkertijd ook burgemeester van Preußisch-Moresnet was, en, na 1854 toen de bevolkingsaanwas aanzienlijk bleek te zijn, door een gemeenteraad die bestond uit tien notabelen van het mini-staatje. Deze gemeenteraad werd door de burgemeester aangewezen; kiesrecht bleef in Neutraal-Moresnet tot 1919 een onbekende grootheid.
Zoals elk zichzelf respecterend land kreeg het betwiste gebied een eigen, zwart-wit-blauwe vlag en een eigen wapen, samengesteld uit de Pruisische adelaar, de Nederlands/Belgische leeuw en twee gekruiste hamers, verwijzend naar de mijnbouwactiviteiten. Het emaille bord met het wapen dat het gemeentehuis annex postkantoor in Preußisch-Moresnet sierde, hangt nu in het museum van Kelmis.
Zoals gezegd bedroeg de oppervlakte van Neutraal-Moresnet 3,37 km2, hoewel sommige bronnen 326 of 344 ha noemen. Hoe men aan het verschil komt is mij onbekend. De bevolkingsopbouw is in de verschillende periodes gedocumenteerd en laat enige interessante gegevens zien:
| |
| |
jaar |
aantal inwoners |
nationaliteiten |
1816 |
256 (in 56 huizen en hutten) |
|
1830 |
c. 500 |
|
1857/ |
2572 |
Neutralen 695 |
1858 |
in 364 huizen |
Belgen 852 |
|
|
Pruisen 807 |
|
|
Nederl. 204 |
|
|
Diversen 14 |
1901 |
3433 |
Neutralen 439 |
|
|
Belgen 1167 |
|
|
Duitsers 1470 |
|
|
Nederl. 355 |
|
|
Amerikanen 2 |
1914 |
4668 |
Neutralen 484 |
|
|
Belgen 1685 |
|
|
Duitsers 1916 |
|
|
Nederl. 560 |
|
|
Diversen 23 |
1985 |
C. 9200 (gemeente Kelmis) |
|
De Neutralen werden, wanneer ze over de grens gingen, als statenloos beschouwd, met alle nadelen van dien. De status van het gebied bracht echter voornamelijk voordelen voor de Neutralen en veelal ook voor de ingezetenen met een andere nationaliteit: de belastingen waren uiterst laag, prijzen en lonen waren respectievelijk lager en hoger dan in de omringende staten en er bestond geen dienstplicht voor de Neutralen. Voor anderen bestond die dienstplicht wel, maar omdat het te bewerkelijk was om uit te zoeken wie nu wel of niet tot de Neutralen behoorde, werd hiermee vooral in de eerste decennia van het neutrale gebied behoorlijk de hand gelicht. Dit was reden genoeg voor jongemannen uit de omliggende landen om in Neutraal-Moresnet hun toevlucht te zoeken.
| |
3. Bloei
‘As the years passed, peace and silence descended on the country where the doctor ruled.’
A.J.A. Symons, Emin Pasha: The Governor of Equatoria
In 1840 erkende Pruisen de rechten van het nieuwe koninkrijk België op Nederlands plaats in het dubbelbestuur van Neutraal-Moresnet. Het was in deze periode van Belgisch/Pruisisch bestuur dat het staatje zichzelf boven zijn droge demografische gegevens wist uit te heffen om een eigen identiteit te gaan benadrukken. De vondeling werd een puber.
In het revolutiejaar 1848 werden twee mysterieuze munten geslagen, elk met een waarde van twee francs. De voorzijde toont naast de waarde de Pruisische en Belgische wapens (evenwel zónder kroon), de Vrijheidshoed, twee ineengeslagen handen en het randschrift ‘commune libre de moresnet’. De achterkant van de ene munt draagtdetekst ‘vivre et prosperer sous la double protection de la prusse et de la belgique’, terwijl de achterkant van de andere munt het profiel laat zien van Friedrich Wilhelm iv van Pruisen en Leopold i van België in Januskop, vergezeld van het randschrift ‘sub duplici praesidio libertas 1848’. Wie verantwoordelijk is geweest voor deze ongetwijfeld illegale munten en voor hun nogal tweeslachtige politieke inhoud (enerzijds Vrijheidshoed en ontbrekende kronen, anderzijds de uitdrukkelijke vermelding van de twee staten en hun monarchen), is niet bekend. De Franse teksten doen vermoeden dat ze mogelijk niet uit Neutraal-Moresnet maar uit Verviers of Luik afkomstig zijn.
Bij de romantische gegevenheden van Neutraal-Moresnet kon natuurlijk een figuur als de Geheimer Sanitätsrat dr. Wilhelm Molly niet lang uitblijven; hij was wat mystici een historische noodzakelijkheid noemen. De in 1838 bij Wetzlar geboren Molly kwam in 1863 als huisarts naar Preußisch-Moresnet. Waarom hij verkoos zo ver van zijn geboorteplaats een praktijk te openen, blijft een raadsel. Mogelijk werd hij aangetrokken door het staatkundig curiosum dat zich op amper honderd schreden van zijn nieuwe woning, de Jansmühle, bevond.
De arts maakte al snel deel uit van de Moresnetse upper-ten: burgemeester Schmetz, schoolmeester Clahsen, apotheker Dovifat, pastoor List, baron von Nellessen van de Eyneburg, directeur Bruch van de stoffenfabriek en het hogere personeel van de Vieille-Montagne. Aangezien dit gezelschap elkaar avond aan avond in het Casino trof, duurde het niet lang eer Molly ook bedrijfsarts van de Vieille-Montagne was. Ondertussen verwierf hij zich bij boeren en mijnwerkers een
| |
| |
Het wapen van Neutraal-Moresnet
Een van de vele briefkaarten die het provisorium Neutraal-Moresnet tot onderwerp hebben
uitstekende reputatie door zijn behandelingen tegen uiterst coulante betaling te verrichten. Molly was binnen de kortst mogelijke tijd bezig een levende doktersroman van A.J. Cronin te worden. Een dreigende cholera-epidemie kwam dan ook als geroepen: Molly wist de ziekte in te dammen en verkreeg zo van de Belgische regering het Croix Civique. De Pruisen pakten het eerbetoon wat grondiger aan en maakten hem tot drager van de Kroonorde en de Rode Adelaarorde en promoveerden hem van Sanitätsrat tot Geheimrat.
Men moet zich de situatie voorstellen van een energiek en kennelijk intelligent man die een staatje, een pseudo-condominium of hoe men het maar wil noemen, letterlijk bij zijn voordeur voor het grijpen heeft liggen en die weet dat hij met weinig moeite de geschiedenis van dit gebied kan manipuleren. Het is niet verwonderlijk dat Molly probeerde Neutraal-Moresnet tot zijn privé-domein te maken.
Tijdens een van die eindeloze avondjes in het Casino, een laatste sigaar, een laatste borrel, geschuifel van in overschoenen gestoken voeten, de nachtelijke kou wanneer de zware deur wordt geopend, de lichtjes van de Vieille-Montagne-installaties weerschijnend in de Casino-vijver, tijdens een van die avondjes moet het idee zijn geboren om de Kelmiser Verkehrs Antialt op te richten. De eerste en voor zover bekend enige daad van deze door Molly bedachte vereniging was de uitgifte van een serie postzegels van 1, 2, 3, 4, 5, 10, 20 en 50 Pfennig, voorzien van de opdruk ‘Kelmiser Verkehrs Anstalt Neutrales Gebiet von Moresnet/Poste interieure Territoire Neutre de Moresnet’. Op 6 oktober 1886 werd de burgemeester per brief officieel op de hoogte gebracht van dit initiatief. De volgende dag al nam Schmetz de zaak op met de beide commissarissen voor Neutraal-Moresnet, wat erin resulteerde dat de zegels na een goede twee weken verboden werden. De postzegels verdwenen geruisloos van de markt. Dat de zegels toentertijd meteen al zeer gezocht waren bewijst wel het feit dat er onmiddellijk vervalsingen uit Aken en Verviers bekend raakten.
Twintig jaar daarna probeerde dr. Wilhelm Molly zijn meesterstuk uit, het project waardoor Neutraal-Moresnet uit zijn voegen dreigde te barsten: de vestiging van de vrije Esperanto-staat Amikejo. Molly was een man van vele enthousiasmes en vanuit zijn interesse voor talen wierp hij
| |
| |
Opname ter hoogte van het kerkhof Moresnet
zich in het begin van de nieuwe eeuw op het Esperanto, de kunsttaal die in 1887 door de Poolse arts Ludovik Lazarus Zamenhof was ontworpen. Molly voerde over de hele wereld correspondenties en hij zal het Esperanto bij die gelegenheid ook wel gebruikt hebben. Rond 1906 raakte hij in contact met de Franse mede-Esperantist en vrijmetselaar prof. dr. Gustave Roy. Men neemt aan dat hij evenals Molly lid was van de ‘Loge zu den drei Weltkugeln’. In ieder geval kwam Roy voor besprekingen naar Moresnet, met als resultaat dat Molly en Roy besloten het neutrale gebied tot Esperanto-vrijstaat om te dopen en de Wereldcentrale der Esperantisten hier naar over te brengen. Een eerste vereiste was natuurlijk de Neutraal-Moresneters Esperanto-minded te maken. Daartoe werd een propagandabijeenkomst belegd in het schutterslokaal van Neutraal-Moresnet.
De zaal was versierd met guirlandes en festoenen van veelkleurig crêpepapier en met kartonnen borden waarop de plaatselijke huisschilder in zijn beste Gotische schrift opwekkende leuzen had gepenseeld. De bijna voltallig opgekomen dorpsbevolking moest een welgevulden vooral goedbedoeld programma over zich heen laten gaan. De mijnwerkersharmonie van de Vieille-Montagne opende met enige marsen, waaronder de speciaal voor deze gelegenheid door het lokale muziekwonder Willy Huppermann gecomponeerde Amikejo-mars, tevens bedoeld als volkslied voor
Mijnwerkersmonumentje in gemeentepark Kelmis
de nieuwe staat. Daarna zong Molly's kleindochter in het Esperanto enkele liederen die ze in de afgelopen weken op fonetische wijze geleerd had. Uiteindelijk verscheen een man op het podium die er volgens ooggetuigeverslagen uitzag als een kopie van de Sikmans die op de vloeitjesverpakkingen van S.D. Modiano de Revue Scientifique leest: professor Roy. Toen deze na een gloedvolle toespraak eindigde met Freibier voor de hele zaal aan te kondigen, was Neutraal-Moresnet definitief voor de Esperanto-zaak gewonnen.
Tussen januari en maart 1908 wisten meer dan honderdvijftig internationale kranten te melden dat het betwiste gebied inderdaad een Esperantostaat zou worden. Het Vierde Esperantisten Congres te Dresden had besloten om, na Den. Haag als kandidaat te verwerpen, zijn Wereldcentrale in Neutraal-Moresnet, of Amikejo, te vestigen.
Op 18 augustus was het dan zover. Tijdens een feestelijke bijeenkomst werd het dorp plechtig tot Esperanto-Wereldcentrale verklaard. Onder de genodigden bevond zich uiteraard weer het groepje notabelen uit het Casino.
Er bestaat een briefkaart van deze staatsstichting; onder het hoofdje ‘Esperantista Grupo de Amikejo (Neutra-Moresneto)’ zijn een paar dozijn petit bourgeois afgebeeld, gegroepeerd rond een automobiel die waarschijnlijk de te verwachten Vooruitgang symboliseert. Aan de rand van het groepje staan twee vertegenwoordigers van de uit-
| |
| |
Briefkaart ter gelegenheid van de oprichting van de Esperanto-staat Amikejo. Dr. Molly is de derde van links in de eerste rij, met bolhoed
Twee postzegels uitgegeven door de Kelmiser Verkehrs Anstalt; rechts een na het verbod op verdere uitgifte ongeldig gemaakte zegel
voerende macht. Ik waag het te betwijfelen of de dorpsnotabelen en de veldwachters zich zo rustig hadden laten portretteren als ze hadden geweten van de rapporten die de geheime politie van België en/of Duitsland (de gegevens hierover zijn nogal vaag) over de staatsgevaarlijke activiteiten des Moresnetse Esperantisten aanlegden. Het ontbrak echter aan een ultieme sanctie: volgens het Akens Grensverdrag mocht het landje nooit en te nimmer militair bezet worden.
De geheime politie had evenwel niets te vrezen; de Esperanto-staat is uiteindelijk doodgebloed. Mogelijk lag het gebied toch te ver verwijderd van de internationale heirwegen.
Dr. Molly overleed in 1919, het jaar dat Neutraal-Moresnet in het kader van het Verdrag van Versailles bij België werd ingelijfd.
In 1978 werd de nagedachtenis van dr. Molly geëerd met een gedenksteen op het protestants kerkhof van Neu-Moresnet. Het programma verliep geheel volgens de schutterslokaaltraditie, Molly zou tevreden zijn geweest: orgelspel, een laudatio, een toespraak door Molly's achterneef, een toespraak in het Esperanto door de voorzitster van de Esperanto-vereniging Kring Eupen-Aken, en de plechtige onthulling van het monumentje in aanwezigheid van de notabelen van Kelmis.
Dr. Molly en zijn Esperanto-staat vormde het meest merkwaardige fenomeen van de staatsrechtelijk uitzonderlijke situatie in Neutraal-Moresnet, maar er was natuurlijk meer ruimte voor curiositeiten. Een daarvan schijnt de Grenz-Zeitung; Wochenschrift für Neutral-Moresnet und Umgegend geweest te zijn. Dit blad verscheen van 1 januari 1872 tot en met 12 augustus 1876 en werd volgeschreven, gedrukt en uitgegeven door Carl Thumm, inwoner van het neutrale gebied. Zijn redactionele commentaren gingen ervan uit dat Moresnet een onafhankelijke staat was en dat men hierdoor in een uitstekende positie verkeerde om de omringende grootmachten vanuit Neutraal-Moresnets oogpunt te bekritiseren. Spijtig genoeg heb ik tot nu toe geen exemplaren van dit tijdschrift kunnen ontdekken.
Neutraal-Moresnet bezat naast een onbekend aantal bordelen, zestig tot zeventig cafés, een ratio van één café op tien woonhuizen. Zelfs tegenwoordig bezit Kelmis nog een twintigtal drankgelegenheden; bordelen zijn me niet opgevallen. De
| |
| |
Kerkplein Kelmis: het voormalige zenuwcentrum van Neutraal-Moresnet, van Amikejo en de Esperanto-Wereldcentrale
gigantische dorst werd geblust door de produkten van vier lokale jeneverdistilleerderijen. De met kolengruis bestofte kelen van de mijnwerkers verzwolgen het merendeel van de jaarproduktie, terwijl de rest werd geconsumeerd door de toeristen en de avonturiers die steeds beter de weg naar Neutraal-Moresnet wisten te vinden.
In 1898 had een Fransman, Hector Lahousse, al geprobeerd financiers te vinden voor een speelbank en de exploitatie van kuurbaden. Als zoveel projecten liep ook dit op niets uit. De Akense krant Echo der Gegenwart wist nog te melden dat het hier om een door de vrijmetselarij geïnspireerde onderneming ging.
In 1903 leek een hernieuwde poging een speelbank op te zetten betere kans van slagen te hebben. De speelbank die in Hotel Bergerhoff werd geopend was mogelijk gemaakt door het feit dat in Neutraal-Moresnet nog altijd de Code Napoléon als wetboek gold, en niet Belgisch of Pruisisch recht. De Code Napoléon repte niet over hazard-spelen, en zo begaf een flink deel van de internationale gokwereld zich naar het neutrale gebied om zich daar als lid van de Spielgemeinschaft in te schrijven en zodoende toegang tot de speelbank te krijgen. Burgemeester en commissarissen konden wettelijk niets uitrichten en de bevolking juichte aanvankelijk de komst van het hazard-spel toe. Toen echter door de toevloed van vreemdelingen de huur van een gemiddelde arbeiderswoning van tien naar vijftig francs per maand werd verhoogd, eisten ook de Neutralen maatregelen tegen de gokgelegenheid.
Opgebroken industriële spoorlijn bij de overbrugging van de Geul, c. tweehonderd meter van de grens België/Neutraal-Moresnet
Na een drietal weken kon de speelbank de nek omgedraaid worden. In de Code Napoléon was men op artikel 291 gestoten dat verenigingen van meer dan twintig personen verbood, tenzij deze verenigingen toestemming van de overheid hadden verkregen. En die toestemming was natuurlijk nooit gegeven.
Een laatste poging het inmiddels Belgisch geworden Neutraal-Moresnet een toeristische injectie te geven, moet in de jaren twintig zijn ondernomen, getuige een ansichtkaart die Kelmis betiteld als het ‘Luftkurort La Calamine’. Daar is niemand ingetrapt.
| |
4. Ondergang
‘...as soon as time or accident had removed the artificial supports, the stupendous fabric yielded to the pressure of its own weight.’
Edward Gibbon, The History of the Decline and Fall of the Roman Empire
Met de sluiting van de Neutraal-Moresnetse mijn van de Vieille-Montagne in 1884 was de eigenlijke bestaansreden van het pseudo-condominium verloren gegaan. Vanaf die tijd werd dan ook toenadering gezocht tussen België en Duitsland om tot een oplossing voor de kwestie-Moresnet te komen.
Het ging de Duitsers echter te langzaam; na 1900 probeerden ze het dagelijks leven in Neutraal-Moresnet te dereguleren. Het belangrijkste doelwit vormden de burelen van de Vieille-Mon-
| |
| |
Het Geuldal viaduct voor W.O. ii
Het vernielde viaduct in 1947
tagne die, hoewel de lokale mijn was gesloten, nog veel concessies in de directe omgeving bezat en tevens haar hoofdkantoor en verwerkingsinstallaties op het neutrale gebied behield. Elektrische leidingen die over Duits gebied liepen werden gekapt, terwijl men de aanleg van nieuwe leidingen over Belgisch gebied probeerde te verhinderen. Ook werden de telefoonverbindingen die het bedrijf via de Reichspost onderhield, opgeheven. Verder poogde men actief de aanstelling te verhinderen van nieuwe gemeenteambtenaren en leraren, evenals de verbetering van de riolering en waterleiding in het dorp. In 1913 suggereerde men vanuit Aken in een nota aan de minister van buitenlandse zaken regelrechte sabotage ‘um die Einwohner... von der Unhaltbarkeit der gegenwärtigen Zustände zu überzeugen’.
De facto hield Neutraal-Moresnet op te bestaan op het moment dat de Duitsers België binnentrokken. Vooraleerst werd de officiële status gecontinueerd, met dien verstande dat een Duits officier als Belgisch commissaris voor het gebied werd benoemd. Op 27 juni 1915 werd Neutraal-Moresnet geannexeerd bij het Duitse Rijk.
De Eerste Wereldoorlog heeft Kelmis een wrang curiosum bezorgd: de gesneuvelde soldaten die inwoners van deze gemeente waren en in Duitse of Belgische dienst waren gesneuveld, kregen een gezamenlijk monument in de kerk van Kelmis. Hierin staan ongeveer tachtig namen gebeiteld onder het motto ‘Im Tode vereint’ en met de twee ineengeslagen handen die we al van de munten uit 1848 kennen.
Hoewel niet op het grondgebied van de gemeente Kelmis, is het reusachtige spoorviaduct van Moresnet toch het waarmerk geworden van dit deel van het Geuldal. Het versterkt met zijn bouwmassa en de verdragende echo van ratelende vrachttreinen de pertinent onwerkelijke sfeer van dit gebied dat doortrokken wordt door de resten van opgeheven industriële spoorlijnen, dat in Moresnet-Chapelle zijn eigen bedevaartplaats heeft, en waar het vroegere zangwonder Heintje zijn eigen, als heintje's reiterhof geafficheerde manege bezit. Dit wonderlijk mengsel wordt nog versterkt door tussen zinkafvalbergen gelegen en zorgvuldig afgeschermde kastelen en hospitalen en de grenspalen die in alle maten en vormen het beeld oproepen van de verwarring die hier, meer
| |
| |
nog dan in voorgaande eeuwen, tot leidraad is geworden.
Aan de bouw van het viaduct is in de maand van de annexatie begonnen. De spoorlijn liep van Aken over Gemmenich en Visé naar Tongeren, en vormde uiteindelijk de directe verbinding van het Duitse Rijk met de Antwerpse haven. Het viaduct is 1,3 kilometer lang en 68 meter hoog. Op het kerkhof van Belgisch Moresnet bevindt zich een massagraf dat over het viaduct uitkijkt en waarop een plaquette verklaart: ‘ici reposent neuf soldats russes victimes de lag rande guerre 1914-1918-. Het gaat om de lijken van verongelukte Russische krijgsgevangenen die bij de bouw werden ingezet. Ook burgers van Moresnet en Kelmis werden gedwongen te helpen. In 1917 was het viaduct gereed, te laat om nog van veel nut te zijn.
Op 10 mei 1940 werd het bouwwerk door het Belgische leger opgeblazen, vervolgens weer gerepareerd door de Duitsers, die het zelf in september 1944 weer de lucht injoegen toen de geallieerde legers België en Zuid-Nederland bevrijdden. In 1949 werd het ten laatsten male herbouwd.
Na de Eerste Wereldoorlog annexeerde België Neutraal-Moresnet weer op haar beurt. Over de oorspronkelijke neutrale status van het gebied werd niet gerept. Ook de bevolking werd niet om haar mening gevraagd, zoals ze de afgelopen 103 jaar nooit op enigerlei wijze was geconsulteerd. Toch liet de verwarde situatie in het vroegere betwiste gebied nog jarenlang haar sporen na. In 1934 zond de Christliche Arbeiterliga van Kelmis een petitie aan de Belgische regering, waarin onder andere werd gewezen op de onduidelijkheid inzake de nationaliteit van de bewoners van het gewezen Neutraal-Moresnet: ‘Es gibt hier Personen deren Nationalität zweifelhaft ist. Es gibt solche die Belgier und Holländer zugleich sind. Es gibt Familien in denen einige Mitglieder laut Gesetz Belgier wurden, während die übrigen Deutsche oder Holländer oder Schweizer blieben...’
Op 18 mei 1940 werd het voormalige neutrale gebied samen met Eupen-Malmedy bij het Duitse Rijk ingelijfd. Josef Kriescher werd burgemeester van Amt Moresnet, de samenvoeging van Kelmis, Neu- en Alt-(Belgisch)Moresnet en Hergenrath. In september 1944 vluchtte Kriescher en niemand heeft ooit meer iets over de schrijver van Moresnet: Eine geschichtliche and politische Darstellung ge-hoord.
Na de Tweede Wereldoorlog, en nadat Kelmis weer eens was geannexeerd, ditmaal door België, begon voor het dorp de tweede fase van zijn winterslaap. De vondeling van Europa zou voortaan permanent bij een van de beide stiefouders inwonen.
Toch vond Neutraal-Moresnet direct na de oorlog nog een zachte weerklank, toen België enkele kleine stukjes land langs de grens mee-annexeerde, in totaal ongeveer twintig vierkante kilometer met circa duizend inwoners. Hiertoe behoorde ook het aan de Duitse kant van de grens gelegen gehucht Bildchen. Deze gebieden werden onder het ‘Gouvernement des territoires provisoirement annexés à la Belgique’ geplaatst, met aan het hoofd generaal-luitenant Bolle, die zijn regeringszetel in Eupen innam. Bildchen werd dan ook al snel Bollenië genoemd. De voorlopige status quo blijkt uit het feit dat de Belgische douane haar posten tussen Hergenrath en Bildchen/Bollenië inrichtte, dus eigenlijk weer een vacuüm à la Neutraal-Moresnet liet ontstaan. Neutraal-Moresnet mocht echter geen tweede keer plaatsvinden: in 1956 werd Bollenië aan Duitsland teruggegeven.
Tot hier en niet verder zou men zeggen. Een klein puntje behoeft echter nog opheldering: de aflossing van Nederland door België als partner in het dubbelbestuur van Neutraal-Moresnet. Zoals eerder vermeld heeft Pruisen in 1840 de staat België als mededinger naar het ‘territoire contesté’ aanvaard. Bij het vredesverdrag tussen Nederland en België van 19 april 1839 is echter niets met betrekking tot Neutraal-Moresnet geregeld, ook heeft Nederland geen afstand gedaan van haar al dan niet vermeende rechten op het gebied. Daarna heeft Nederland nooit meer iets over deze kwestie laten horen, zodat deze staat officieel nog aanspraak maakt op wat eens Neutraal-Moresnet was. Het hele geruzie kan dus weer van voren af aan beginnen, ongetwijfeld tot genoegen van de inwoners van Kelmis.
Bagatelle, Gerardsbroich, september 1984/Kelmis, juli 1985. |
Göhltalmuseum: Maxstrasse 9, Kelmis |
Open: zaterdag 14.00-18.00, zondag 15.00-18.00 |
| |
| |
| |
Bibliografie
‘Der Esperanto-Staat Neutral-Moresnet’, Aachener Nachrichten, s.a. |
Aldenhoff, Albert ‘Der Viadukt von Moresnet’, Im Göhltal: Zeitschrift der Vereinigung für Kultur, Heimatkunde and Geschichte im Göhltal, nr. 21, februari 1977, pp. 75-79 |
Bertha, Alfred ‘Die Spielbank Altenberg: Eine Episode aus dem neutralen Gebiet von Moresnet’, Im Göhltal, nr. 33, augustus 2983, pp. 74-87 |
Bertha, Alfred ‘Notizen zur Postgeschichte von Neutral-Moresnet’, Im Göhltal, nr. 10, december 1971, pp. 17-27 |
Bertha, Alfred ‘“Schmuggel” an der Grenze Neutral-Moresnet/Preußisch-Moresnet’, Im Göhltal, nr. 28, s.a., pp. 104-108 Delpire, J. Historique de l'industrie dans la région de Moresnet, (scriptie École Royale Militaire) s.l., 4e Année d'études, Année académique 1980-1981 |
Dithmar, Wilhelm ‘Ein “Esperanto-Staat” im Neutral-Moresnet?’, Im Göhltal, nr. 18, februari 1975, pp. 45-49 |
Dithmar, Wilhelm ‘Fröhliche Jugenderinnerungen an Neutral-Moresnet’, Im Göhltal, nr. 13, januari 1973, pp. 60-65 |
Grosse, Otto'Die Münzenprägungen von Moresnet’, Im Göhltal, nr. 13 januari 1973, pp. 69-70 |
Hochsteyn, Lucien Moresnet: Territoire contesté de Kelmis, Bruxelles 1904 |
Horgnies, E. Das Neutral-Gebiet: Kurzgefasste Abhandlung in 2 Teilen nebst einem Anhange über die Entstehung des Neutral-Gebietes, über das Verwaltungswesen, das Militärwesen, über Steuer, Zoll, Eisenbahnverbindung, Post-, Telegraphendienst, usw., Dolhain s.a. |
Königs, Hans Vom Jacobstor zum Bildchen: Aus der Geschichte einer Landstrasse, Aachen 1973 |
Kriescher, Josef Moresnet: Eine geschichtliche und politische Darstellung, Aachen 1942 Nijns, Freddy ‘Gedenkfeier zu Ehren des Geheimen Sanitätsrats Dr. Wilhelm Molly’, Im Göhltal, nr. 23, januari 1978, pp. 97-102 |
Olbertz, Josef ‘Neutral-Moresnet: Ein Fleckchen Erde eigner Art’, Jahrbuch Eupen Malmedy St. Vith für Geschichte Wirtschaft und Kultur, vol. i, Bad Godesberg 1966, pp. 107-109 |
Pabst, Klaus ‘Neutral-Moresnet: Ein Dorf ohne Staatszugehörigkeit (1815-1915)’, Festschrift 150 Jahre Regierung and Regierungsbezirk Aachen: Beiträge zu ihren Geschichte, Aachen 1967, pp. 45-57 |
Pauquet, Firmin ‘Referat gehalten am 20. September 1969 beim Festakt zur 50-Jahrfeier der Wiedervereinigung des streitigen Gebietes von Moresnet mit Belgien’, Im Göhltal, nr. 7, juni 1970, pp. 9-15 |
Schärer, Martin R. Deutsche Annexionspolitik im Westen: Die Wiedereingliederung Eupen-Malmedys im zweiten Weltkrieg, Bern en Frankfurt 1975 |
Schultheis, F.-X. ‘Die Grenzbezeichnung des Neutralen Gebietes von Moresnet and ihre geschichtliche Entwicklung’, Im Göhltal, nr. 28, s.a., pp. 9-42; nr. 29, 1981, pp. 21-38 |
Uebags, Franz ‘Kelmis Anno dazumal’, Im Göhltal, nr. 21, februari 1977, pp. 46-66; nr. 23, januari 1978, pp. 18-35 |
‘Wibald’ Der Deutsche im Grenzlande; Heft 2: Eupen-Malmedy St. Vith, Berlin 1937 Wintgens, Leo Neutral-Moresnet-Neutre, Eupen 1981 |
|
|