| |
| |
| |
Pleuke Boyce
Achterberg-vertalingen
Droomballade
O gij die ik had opgewacht.
Ik bond den wind om uwen hals
in verre sterrenacht, ik brak
uw dansen af tot op den grond,
den dood onder mijn schaterlach.
De huizen werden blokken nacht.
De hemel was een zwarte doek
over de rouwhuizen heengebracht,
de regen regende lang en zwart.
Toen stond gij op en wond
mijn handen langzaam uit de knoop.
Met nooit zo ondervonden handen
sloot gij mijn opgebroken oog.
Gij hield mijn hoofd in wind en licht
en woei mij uit en liet doorstralen
dit moegebeefde vlees, het lijf
lag in uw schoot adem te halen.
En in uwer ogen spiegelzalen
braken de eerste tranen los.
Gij kunt uw dansen weer herhalen
Ik ben, o dromenbond, verlost.
| |
| |
| |
Dream ballad
O you, whom I had waited for.
I tied the wind around your throat
that distant, starry night - your dancing
I killed your laughter with my
The houses turned to blocks of night.
The sky, a dark black shroud,
hung over mourning houses.
the rain fell, black and loud.
Then you stood up and you undid
the knot my hands were in.
With hands of unknown gentleness
you closed my eyes with a caress.
You held my head in wind and light.
The wind extinguished me.
The light lit up this tired flesh,
the body breathing in your lap.
And from those eyes mirrored in
yours, the first tears fell.
You can resume your dancing now.
I'm saved, who was in hell.
| |
| |
| |
Slaapwandeling
Ik heb vannacht met u gewandeld
in de dove lanen van de slaap,
en nu het morgen is geworden
dan dat die twee, die in de nacht tesaam
volkomen bij elkander waren,
mij weer alleen gelaten hebben in den morgen,
en samen verder zijn gegaan.
| |
Werkster
Zij kent de onderkant van kast en ledikant,
ruwhouten planken en vergeten kieren,
want zij behoort al kruipend tot de dieren,
die voortbewegen op hun voet en hand.
Zij heeft zichzelve aan de vloer verpand,
om deze voor de voeten te versieren
van dichters, predikanten, kruidenieren,
want er is onderscheid van rang en stand.
God zal haar eenmaal op Zijn bodem vinden,
gaande de gouden straten naar Zijn troon,
al slaande met de stoffer op het blik.
Symbolen worden tot cymbalen in de
ure des doods - en zie, haar lot ten hoon,
zijn daar de dominee, de bakker en de frik.
| |
| |
| |
Somnambulists
All this last night I walked with you
through the dead avenues of sleep
and now that dawn has come anew
who were completely one this night
left me again with the new light
and so their walk pursue.
| |
Charwoman
She knows the underside of chair and bed,
rough wood, odd cracks that no one sees,
most of her time on hands and knees,
she seems a lowly quadraped.
Her life is given to the floor,
she's vowed to keep it nice and clean
for lawyers', doctors', rich men's feet,
she knows her place and is not seen.
But one day God will find her on His floor
walking down golden streets up to His throne
beating her dustpan gaily with her broom.
Symbols turn into cymbals when we die:
to mock her fate she'll find already there
the notary, the lawyer, and the mayor.
| |
| |
| |
Tableau mourant
Wij kunnen niet verdwijnen,
en houdt den ander groot.
De zon is blijven schijnen.
Hoe zouden wij verkleinen,
| |
Standbeeld
Een lichaam, blind van slaap,
Ik voel hoe zwaar het gaat.
Ik ben een eeuwigheid te laat.
De dikke nacht houdt ons bijeen
en maakt ons met elkaar compact.
‘Om Godswil laat mij niet meer los;
mijn benen zijn geknakt’,
fluister je aan mijn borst.
Het is of ik de aarde tors.
En langzaam kruipt het mos
over ons standbeeld heen.
| |
| |
| |
Tableau Mourant
I am on stage with you, my dear,
we cannot go away from here -
the other has to keep his head.
The backdrop of this stage
The sun keeps shining overhead.
Outside the trees grow tall.
we would become so small.
| |
Monument
A body, blind with sleep,
I am, dead doll, your penitent:
I am eternities too late,
your heart, I'd say, is spent.
The compact night holds us as one
and makes of us an amalgam.
‘For God's sake, don't let go of me,
my legs are broken, don't you see?’
Your weight - the earth - I hold intent;
|
|