Maatstaf. Jaargang 33
(1985)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermdDe trouwpartijDe moorkoppen kwamen langs
in grote dozen. Wat doorgebogen en naar elkaar
toe gegleden.
Tussen twee eiken tafels stonden
zij. Zijn haren wuifden, hij keek
dwars door alles heen. Mijn tante was
als Sneeuwwitje.
De dwergen werden wij.
| |
[pagina 15]
| |
VarenToen hij uit de boot
viel, verdronk hij
niet
maar zei, ik kan hier staan.
Het kroos dat in zijn haren
hing, wierp hij terug
in het water.
| |
‘Parijs bij nacht’Ze vertrouwde het licht
in zijn blik niet, maar toch
liep ze in zijn armen.
Terwijl zijn baard langs
haar wang schuurde, gleden
de tranen uit haar dichtgeknepen
ogen.
Zoals het altijd weer gebeurde, wanneer hij
terugkwam van zee, wanneer al zijn beloften
werden vervuld.
| |
De tafelHet blik viel om
en hij verfde door.
Langzaam aan sneller ging de vloer
op in de tafel.
De wereld werd rood.
Het gebeurde voordat
hij het zag.
|
|