André Spoor Gerrit Komrij en NRC/Handelsblad
Wie aan nrc/Handelsblad denkt, denkt al gauw: Gerrit Komrij. En wie aan Gerrit denkt... Maar zo was het vroeger niet. Er was een tijd, gelukkig lang geleden, dat Gerrit Komrij nog niet voor nrc / Handelsblad schreef. Aan die onhoudbare situatie is pas een eind gekomen toen Rudy Kousbroek in één van zijn geniale momenten suggereerde om Gerrit te vragen de opengevallen plaats van televisiecriticus in te nemen (ik weet zeker dat het Rudy was. Maar bloeiende baby's hebben altijd veel vaders).
‘Kijkt hij dan ooit televisie?’ vroeg ik verbluft, want ik had de dichter Komrij, die ik toen niet persoonlijk kende, nooit in verband gebracht met dit medium. Gerrit zelf stelde mij later gerust: ‘Ik kijk er toch de hele dag naar,’ zei hij mismoedig. ‘Dus kan ik er net zo goed over schrijven.’
Net zo goed? Zo goed schreef Gerrit ruim een jaar (tot 1 januari 1977) over de treurbuis dat daarna lange tijd niemand er meer een woord over vuil wilde maken. Gerrit Komrij schreef een televisiekritiek, die erop uit leek te zijn ‘to end all television criticism’. Vaak leek het er zelfs op dat zijn oogmerk was ‘to end all television’.
Dat hem het eerste wel, het tweede niet gelukt is heeft in elk geval niet aan Gerrits gebrek aan talent of ambitie gelegen. Zijn kritieken waren dodelijk, gruwelijk en verrukkelijk tegelijk. Een dagelijkse anatomische les over een lijkkleurig object, dat nooit geleefd leek te hebben en het ontleedmes nooit enige inhoud liet onthullen. Toen de afgesproken periode voorbij was probeerde de hoofdredactie van nrc / Handelsblad Gerrit te bewegen tot prolongatie van de beste televisieshow in Nederland. Maar Gerrit was resoluut: ‘Op 31 december zet ik het ding uit en ik weet niet of ik het ooit weer aan zal zetten,’ zei hij tegen mij.
Zijn kritieken hadden in elk geval één verslaafde kijker definitief genezen.
Natuurlijk liet de krant het hier niet bij zitten. Ik maakte een nieuwe afspraak met Gerrit Komrij: éénmaal per week zou hij op de Achterpagina over een en ander de pen gaan voeren. Onderwerp: vrij. Titel: Een en Ander. Stijl: Komrij. Gerrit is deze afspraak met onnavolgbare trouw nagekomen. Zijn wekelijkse column ging vrijelijk over het een en het ander. Zijn stijl was steeds herkenbaar. Vaak vielen zijn stukjes op. Maar nooit anders dan gunstig. De gevarieerde en belezen lezerskring van nrc / Handelsblad toonde zich diep dankbaar voor Gerrits wekelijkse blik op de wereld om hem heen. Van vele kanten kreeg de redactie lof toegezwaaid voor het afdrukken van ‘Een en Ander’, Gerrit zelf werd nu en dan overstroomd met huldeblijken. Natuurlijk, de gemiddelde Nederlander uit zijn dankbaarheid en gefascineerdheid niet altijd in positieve bewoordingen. Door onderwijs en gebrek daaraan gehinderd, door remmingen van allerlei aard beklemd, wisten heel wat lezers hun gevoelens alleen maar in versluierde vorm mee te delen. ‘Godslasterlijke platheden’ schreven zij dan, ‘liederlijkheid onder de gordel’, ‘nrc / Handelsblad zinkt diep met het publiceren van dergelijke smeerlapperij’, ‘de schrijver is geestelijk gestoord’, ‘dit is uw en mijn overigens voortreffelijke dagblad onwaardig’. Allemaal teksten die op onbeholpen wijze weergaven dat Gerrit het oog en het oor van de lezer had als geen ander.