uit te besteden aan een beroepsvertaler.
Ik wendde me daarvoor tot de Stichting ter Bevordering van de Vertaling van het Nederlandse Boek, en ontving van de directeur een lijst met namen van aanbevolen vertalers. Ik besloot uit deze lijst iemand te kiezen die van huis uit engelstalig was (ik wilde geen schoolengels) en in Nederland woonde, wat het contact zou vergemakkelijken.
Er kwam op mijn lijst maar één naam voor, die aan beide voorwaarden voldeed. Ik zal hem Henry Baker noemen; in werkelijkheid heette hij anders. Ons eerste contact verliep heel plezierig. Hij vertelde, toen ik hem opbelde, dat hij jaren lang voor de nederlandse regering had gewerkt, maar zich kort geleden als vrije vertaler had gevestigd. Hij werkte nu samen met een vrouwelijke collega, en samen zouden ze graag een proefvertaling maken.
Zo gezegd zo gedaan. Ik stuurde hem de tekst van het voorwoord, plus een door mijzelf al in het engels vertaalde samenvatting, en nadat ik nog eens gebeld had om te vragen waar de vertaling bleef, ontving ik zes weken later vijf keurig getypte pagina's.
Dat was niet veel. Het was ook niet best. Er stonden enkele regelrechte fouten in, bijvoorbeeld to explain voor beschrijven; die kon ik zonder moeite corrigeren. Lastiger vond ik al die gevallen, waar de vertalers de verkeerde toon hadden getroffen en bijvoorbeeld deze nogal afstandelijke opzet vertaald hadden met a rather cold-blooded plan of wat Nietzsche treffend omschreven heeft met which Nietzsche, hitting the nail on the head, described. Voor ‘afstandelijk’ en ‘treffend’ wist ik ook niet onmiddellijk het meest geschikte engelse equivalent te vinden; maar ik wist wel dat ik niet ‘koelbloedig’ en ‘de spijker op zijn kop slaand’ had bedoeld. Er waren ook passages waar de vertalers niet alleen de toon maar de hele strekking, de betekenis, verkeerd hadden begrepen en er maar een slag naar hadden geslagen. Een probleem van het samenleven werd bij hen a social problem, een bij de sociologie aansluitend perspectief werd a sociological context, en zo waren er nog meer passages waar zij er duidelijk niet in geslaagd waren ‘to hit the nail on the head’.
De voorbeelden die ik hier noem komen uit de eerste drie alinea's, iets meer dan één bladzij. In totaal hadden Henry en zijn collega in zes weken tijd viereneenhalve bladzij vertaald. Het doornemen en corrigeren daarvan kostte me een paar uur.
Dit was niet bemoedigend. Het beste zou ongetwijfeld geweest zijn Henry te bedanken voor zijn moeite, en een andere vertaler te zoeken. Maar we hadden al een afspraak gemaakt om de vertaling mondeling te bespreken, en het leek me zowel eleganter als eenvoudiger mijn bezwaren mondeling uit te leggen.
Op een gure dinsdagavond in het eind van november kwamen Henry en zijn collega - laat ik haar Martha noemen - bij mij thuis op bezoek om mijn commentaar te bespreken. Ze kwamen om half acht, en bleven tot na twaalven. We bespraken zin voor zin, woord voor woord. Henry en Martha waren opgetogen: zoiets hadden zij nog nooit meegemaakt, iemand die zo zorgvuldig over ieder woord nadacht, die hun tekst alle aandacht gaf die hij verdiende. Zij zouden niets liever doen dan mijn opdracht uitvoeren, en ze zouden daaraan de uiterste zorg besteden, want ze hadden ontzettend veel geleerd deze avond.
Tegen zoveel euforie was ik niet opgewassen. We spraken een mooi rond bedrag af waarvoor Henry en Martha de vertaling zouden doen. De eerste getypte versie zou ik in afleveringen ontvangen en steeds op korte termijn van commentaar voorzien. De definitieve versie zou enige tijd vóór 1 juli klaar zijn, de datum waarop ik volgens mijn contract het manuscript bij de uitgever zou moeten inleveren. Ik maakte een voorschot van een derde van het afgesproken bedrag over, en wachtte af. Henry en Martha bleken het erg druk te hebben, zodat ik een paar keer moest informeren waar de eerste aflevering bleef. Toen die ten slotte eind januari arriveerde, gaf dat weinig reden tot plezier. Uit een begeleidende brief bleek dat Henry