Maatstaf. Jaargang 29(1981)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] C.P. Bakker Vijf gedichten Ik ben de dikke dame en ik doe mijn armen omhoog zien jullie wel het is hier vochtig-warm het ruikt naar rozegeur (uit de spuitbus van de bedrijfsleider) ik zou wel willen zwemmen zweven in de zware lucht mijn huid is baby-rose ik zie jullie niet maar jullie ogen prikken overal ik zweet er een beetje van [pagina 56] [p. 56] [die naar het noorden gaan] die naar het noorden gaan keren niet terug, de zwerver rekt zijn leden in de ochtendkou rillend hij laat zich uit de hooiberg glijden je gaat naar de stad vraagt de boer hij wijst op de neongloed in het zuiden nee zegt de zwerver ik ga naar het noorden de boer schudt het hoofd die naar het noorden gaan keren niet terug het noorden vraagt de zwerver het is zo'n rijk land daar als straks de zomerwind waait het geluid onophoudelijk en de geuren ik weet er een roeiboot om in te slapen en er zijn koeien koeien met zulke uiers zulke om te melken ik overtuig hem niet denkt de zwerver wat druk ik mij onbeholpen uit de boer schudt het hoofd zulke uiers zulke [pagina 57] [p. 57] Zomer Uit het zuidwesten blaast een warme wind over een leeg landschap Lola twee klampt zich vast in het weiland terwijl ze haar vierkanten gat zorgvuldig op de wind houdt roept ze boe zonder geluid boe [pagina 58] [p. 58] [die kleine man] die kleine man met zijn grote brede voeten plat op het dek oe! wat is hij sterk hij beukt als een ijsbreker in op de muur van de wind en de regen de kluizenaar die op de rotspunt woont brengt zijn handen aan zijn mond: zeeman! dan neemt hij zijn kluizenaarsmuts van zijn hoofd en zwaait hem hartelijk toe maar terwijl hij zich omkeert naar de luwte van zijn hut mompelt hij wat een man allemachtig en waarvoor? [pagina 59] [p. 59] Het overlijden van sir Walter Scott ik ben erg zwak en helemaal koud geworden mijn adem maakt niet eens meer wolkjes ik vind voor mijn tent een stapel sneeuw om tegen te zitten en ik vind nog net kracht om mijn handen tegen mijn buik te vouwen ik zie de eeuwige sneeuw enige tijd later trof men een sneeuwheuvel aan in de vorm van een man voor zijn tent daaronder bleek danook Sir Walter Scott te zitten. Vorige Volgende