gedicht. Het taalgebruik is in Herinnering wat ouderwetser dan in Ionisch.
Een van de opvallendste verschillen tussen de twee versies is het feit dat de oudste in Thessalië geplaatst wordt, en Ionisch, al dadelijk blijkens de titel, in Ionië, de landstreek in het midden van Klein-Azië's westkust. Thessalië als plaats van handeling is makkelijk te verklaren. Het is het gebied in Noord-Griekenland, liggend aan de Egeïsche Zee, in het noorden begrensd door de Olympus, de berg waarop de goden wonen, en in het zuiden door de bergstreek ten noorden van de Thermopylae, de (vroeger) smalle doorgang tussen dat gebergte en de zee, vermaard in de Oudgriekse geschiedenis en door Kaváfis in een ander gedicht als symbool gebruikt (Verzamelde Gedichten i, nr 12, van 1903). Thessalië bestaat ten dele uit een vlakte, tussen de Olympus en de Othrys, de al genoemde bergstreek. Sinds de vrijheidsoorlog van de Grieken tegen Turkije (1821-1832) maakte alleen het uiterste zuiden van Thessalië deel uit van de onafhankelijk geworden staat. In 1881 is daar een flink stuk aan toegevoegd als gevolg van een russisch-turkse oorlog. Rusland was in zulke omstandigheden uiteraard pro-grieks, want als orthodox land was het even anti-turks en anti-islamitisch als de Grieken. Moskou was immers toen nog, sinds de val van Konstantinopel in 1453, voor de grieks-orthodoxe wereld het derde Rome, zoals Konstantinopel sinds de breuk met het Rome van de pausen (het schisma van 1054) het tweede Rome geweest was. En in de 19e eeuw was Turkije bovendien al geheel en al een imperium op z'n retour geworden, ‘de zieke man aan de Bosporus’, zoals het in West-Europa wel genoemd werd.
In de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw was en bleef Thessalië als nog niet geheel bevrijd onderdeel van de griekse wereld een actueel onderwerp. Wel was het dus in 1881 voor het grootste deel grieks geworden, maar het uiterste noorden (met de Olympus!) bleef nog turks. Dat is pas deel van het koninkrijk geworden in de Balkan-oorlogen van 1912/1913, toen europees Turkije vrijwel geheel opgedeeld is tussen de Balkanstaten.
Ook na 1881 is Thessalië telkens weer sterk de aandacht blijven trekken, bv. in 1886, toen aan de grieks-turkse grenzen binnen het gewest griekse en turkse troepen strijd leverden, al was er geen formele oorlog. Resultaat voor Griekenland had die strijd overigens niet. Al met al is het dus uit de contemporaine geschiedenis heel goed te verklaren dat Kaváfis, toen zijn gedicht in de oudste versie ontstond, Thessalië als plaats van handeling heeft gekozen.
Een andere, moeilijker kwestie is waarom hij, toen hij in 1905/1911 het gedicht herschreef, Thessalië heeft vervangen door Ionië. We kunnen niet zeggen dat Ionië in die jaren als grieks gebied buiten Griekenland meer de aandacht trok dan vele andere nog niet bevrijde delen van de griekse wereld. Dat heeft het pas veel later gedaan, toen in de grieks-turkse oorlog, die aansloot op de eerste wereldoorlog, Ionië voor korte tijd door de Grieken veroverd is, tot hun nederlaag in 1922, die ze sindsdien ‘de katastrofe’ zijn blijven noemen. Uit de geschiedenis van de periode 1905/1911 kan de vervanging van Thessalië door Ionië dus niet worden verklaard. Wel valt op te merken dat Ionië voor de moderne Grieken altijd een symbool is geweest van de grootheid van klassiek Hellas, uiteraard naast andere gebieden, zoals de vermaarde stad-staten Athene en Sparta. Die moderne visie op Ionië blijkt bv. duidelijk uit Kaváfis’ gedicht Or of ernes van 1915 (Verzamelde Gedichten i, nr 53), waarin wordt verteld hoe de Hellenistische prins Orofernes, afkomstig uit Kappadocië, opgroeit in Ionië: ‘Diep in zijn hart nog altijd man uit Azië,/maar in zijn levenswijze en in zijn spreken Griek,/.../ en van de mooie jongemannen daar in Ionië/de allermooiste, de meest ideale.’
De griekse romancier en criticus Stratís Tsírkas (1911-1980), die veel over Kaváfis heeft geschreven, geeft in zijn omvangrijke studie Kaváfis en zijn tijdperk (Athene 1958, p. 305-309) een mogelijke verklaring voor het vervangen van Thessalië door Ionië. Hij vergelijkt