Maatstaf. Jaargang 29(1981)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] D. Hillenius Gedichten Het streven is naar rust de toppen moeten afgesleten dalen vervuld als alles gelijk is spanningen verdreven de stromen uitwaaierend tot stilstand, vervening aanvankelijk nog bloemen maar steeds meer bos zwaar, donker, afsluitend bos is dat het streven? maar het reiken dan buiten de rust de wil om de winterkern te verbreken? [pagina 65] [p. 65] Velikowsky had gelijk Venus die verstarde aarde schampte vuur zaaide, zeeën verstoorde bergen opriep en wegvaagde nieuwe beddingen legde ach, jouw omhelzingen * de lagen die om mij zijn afgezet vol van fossielen die ik ooit zag spelen zo weinig van mij dat nog niet gevangen uitkeek over steeds vreemder wereld dooi breekt de schotsen om mij los de steun van het verleden (zo lang al steunde ik op de dood) vervalt pijn om de vrijgekomen naaktheid die ik koester teken van leven [pagina 66] [p. 66] de geuren van ons samenzijn verdwijnen de deur staat open van het huis verschrikkelijk verlaten ruisend van namen is de nacht namen die gescheiden minnaars als gebedsmolens herhalen oproepend maar nooit omhelzend nacht van de late zomer als geen vogel zingt [pagina 67] [p. 67] Ongrijpbaar Je sliep in mijn armen Maria We lagen omringd door stenen die nauwlijks te dragen je van ver had meegebracht warmte bewarend, muren ik voelde je stuipen van ander leven, buiten * hoog boven de woedende stad lagen wij jij sliep ik luisterde naar wind en regen soms vlagen van het geweld der vele mensen spreekkoren, gillende machines toen dat gestorven was lagen wij daar nog wind regen troostend boven de dode stad ik voelde je weer stuipen van leven en kon niet slapen van een te groot geluk [pagina 68] [p. 68] Alles bestaat al voor het beleven kastenmuren vol laden gesorteerde angsten bevattend alle graden van pijn, verlies gebondenheid, verlatenheid verrukkingen ik ken alle inhouden droom ze, verlang ze ben bang van ze stilstand vastklampend voorzichtig, geslotenheid aardschokkend buiten mij onherstelbaar verscheurend zijn ladingen vrijgekomen onsamenhangend opjagend, bespelend martelend, strelend de grond is verdwenen waarop ik stond [pagina 69] [p. 69] Interregnum Tussen de ene strengheid en de andere in een dal van zachtmoedigheid vond ik jou, vrij om te beminnen we zwommen in zee en renden de kinderen erkenden ons als gelijken Het kort seizoen veranderde zwaluwen horen hier niet hun kleine scherpe vleugels die mij verbaasden zijn weggevlogen het dal ligt te wachten op winter [pagina 70] [p. 70] Velikowsky had geen gelijk O zeker, dat van die bergen en zeeën die oprezen en verdampten dat van het vuur dat alles veranderde was waar maar dat de komeet gevangen werd in aantrekkingskracht van aarde elke avond een teken van liefde is mooi bedacht, wens, vormgekregen verlangen kometen blijven kometen ze zal wel terugkeren eens als ik veel ouder ben als mijn bergen en zeeën versleten zijn, verdampt, verstoven toch heb ik dit beleefd en de sporen die onuitwisbaar zijn zal ik telkens herlezen Vorige Volgende