| |
| |
| |
Jelle Kingma Dostojevski in het Nederlands
Tot de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw zou het duren voor men in West-Europa het werk van Dostojevski in vertaling kon lezen. Eerder waren wel enkele vertalingen uitgekomen in Duitsland, maar pas na de dood van de schrijver zette zich de lange stoet in beweging van Brüder Karamazoia, Humilés et offensés, Permanent husbands en Arme mensen om uit te waaieren naar alle hoeken van Europa en Amerika. In Nederland was die stoet aanvankelijk niet indrukwekkend. Van de grote romans verscheen bijvoorbeeld De gebroeders Karamazow niet eerder dan in 1915, De idioot in 1922 voor de eerste maal in het Nederlands. In de twintiger jaren was de belangstelling voor Dostojevski ten onzent opvallend breed: zo omstreeks 1925 waren meer in onze taal vertaalde werken tegelijk op de markt dan ooit daarvoor. Daarna verflauwde de interesse weer, om opnieuw op te bloeien in de jaren na 1950. Met de komst van de Verzamelde Werken in de Russische bibliotheek - een vele jaren vergende onderneming - werd Nederland één van de best voorziene Westeuropese landen.
Wie zich met Nederlandse vertalingen van klassieke Russische auteurs bezighoudt krijgt onvermijdelijk te maken met het feit dat de vertalers zich decennia lang niet op de originele Russische teksten, maar op Duitse of Franse versies baseren. Kennis van het Russisch is hier nog tot ver in de twintigste eeuw schaars: zo werd pas in 1913 in Leiden de eerste leerstoel voor Slavische taal- en letterkunde opgericht. Maar al te vaak ook geven de uitgaven zelf over het hoe en wat van vertaler en vertaling niet of nauwelijks uitsluitsel. Met behulp van Brinkman's Catalogus kan men soms het een en ander reconstrueren. Andere moeilijkheden voor de beschrijver van dit materiaal zijn de schaarsheid van in het bijzonder de vroegere edities, én de staat waarin de gevonden exemplaren (vooral in bibliotheken) dikwijls verkeren. De oorspronkelijke banden zijn meestal vervangen door bibliotheekbanden; stofomslagen van ingebonden en omslagen van gebrocheerde exemplaren ontbreken vrijwel altijd. Zo nu en dan biedt een in de Bibliotheek van de Vereeniging bewaard gebleven oude fondslijst uitkomst, om aanvullende gegevens te verkrijgen over bindwijze, illustraties, banddecoratie, e.d. Verschillende van de in de Centrale Catalogus in Den Haag opgegeven titels bleken ter plaatse onvindbaar of verwijderd. Daarom, niet alle hier opgenomen uitgaven werden achterhaald en ingezien, en dikwijls zijn zij dan nog beschreven in niet-oorspronkelijke staat. Over typografie en illustratietechnieken is in de beschrijvingen doorgaans niets meegedeeld; in een enkel geval werden de in de uitgave zelf vermelde gegevens overgenomen.
Deze bijdrage tot het onderwerp ‘Dostojevski in Nederland’ bestaat uit drie gedeelten: A) een selectie van westerse Dostojevski-bibliografieën, bedoeld als achtergrond van de studie van het in Nederland verschenen materiaal; B) een beschrijving van de in het Nederlands vertaalde en vóór 1970 verschenen Dostojevski-uitgaven; C) een beschrijving van literatuur over Dostojevski, vóór 1970 verschenen in Nederland als boek of artikel, en geschreven of vertaald in het Nederlands. Studies van Nederlanders in
| |
| |
andere talen, maar gepubliceerd in Nederland zijn ook opgenomen. In België verschenen vertalingen werden niet vermeld, tenzij het om een co-productie met een Nederlandse uitgever ging; krante-artikelen werden evenmin opgenomen. Recensies van primaire of secundaire titels zijn allerminst volledig aangegeven; hierbij is voornamelijk afgegaan op het in Nijhoff's Index vermeldde. Enkele daarin vermelde artikelen vond ik in de opgegeven tijdschriften niet terug. Aan het eind vindt men een alfabetische lijst van de vertaalde titels in alle varianten in het Nederlands, en in de getranscribeerde Russische versie, om het terugvinden van een bepaalde editie te vergemakkelijken. Uitgaven, in Brinkman's Catalogus of elders vermeld, maar niet achterhaald en ingezien, zijn gemerkt met een asteriks: (*) Het jaar 1970 is als grens genomen omdat Nijhoff's index daarna niet meer verschijnt.
Van veel kanten kreeg ik hulp en suggesties; in het bijzonder wil ik mijn collega Frans van Houten bedanken.
Dostojevski plaatst boven zijn eerste roman Arme mensen een citaat van Vorst W.F. Odojevski, waarin deze ‘die heren sprookjesdichters’ verwijt wat zo vaak ook bibliografen verweten wordt: ‘Je moet niet denken dat ze iets leerzaams, iets aangenaams of verkwikkends schrijven. Neen, ze graven maar in de grond en halen niets dan duistere zaken tevoorschijn....! Ik zou hun gewoon verbieden te schrijven...!
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
A. Bibliografieën
1. Romein, Jan M., Bibliografie der Westersche Dostojewskij-kritiek. In: Idem, D. in de Westersche kritiek. Een hoofdstuk uit de geschiedenis van den literairen roem. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink, 1924. Pp. 187-222.
Primaire en secundaire literatuur in het Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Scandinavisch en Spaans. Tot 1923.
2. F.M. Dostojewski, 1821-1881. Biografie-Bibliografie-Artikelen. In: Literama. Kroniek over boeken... 10 (1976). Pp. 500-506.
Vertalingen in het Nederlands, Duits, enz. Bewerkingen voor toneel; In Nederland verschenen studies; Buitenlandse studies; Artikelen.
3. Dostoyevski, Fyodor Mikhailovich, 1821-1881. Siglum in: Dictionary catalog of the Research libraries of the New York Public Library 1911-1971. The New York Public Library, Astor, Lenox and Tilden Foundations, printed and distr. by G.K. Hall & Co., 1979, vol. 196. Pp. 429-463.
Meer dan 600 titels van primaire en secundaire literatuur (ook tijdschriftartikelen) in alfabetische volgorde. Niet alleen Engelstalige, maar ook Russische, Italiaanse, Duitse, Franse, enz., publicaties, met vaak interessante bibliografische annotaties.
4. Kampmann, Theoderich, Bibliografischer Anhang. In: Idem, Dostojewski in Deutschland. Münster i. Westf., Helios-Verlag, 1931. Pp. 221-238.
Die deutsche D.-Literatur (Kritik und Interpretation) 1. Die Buch-Literatur; 2. Die Zeitschriften-Literatur; 3. Die Zeitungs-Literatur.
5. Lavrin, Janko, Bibliographie. In: Fjodor M. Dostojevskij in Selbstzeugnissen und Bilddokumenten dargestelt von Janko Lavrin. Reinbek bei Hamburg, Rowohlt, 1963. Pp. 163-177.
1. Bibliographien, Forschungsberichte; 2. Werke; 3. Lebenszeugnisse; 4. Gesamtdarstellungen; 5. Einige Würdigungen; 6. Untersuchungen; 7. Zur Wirkungsgeschichte.
6. Boutchik, Vladimir, Bibliographie des oeuvres littéraires russes traduites en français. Tourguènev, Dostoevski, Léon Tolstoi. Paris, ‘Messages’, 1948. Pp. 27-45.
7. Catteau, Jacques, Bibliographie analytique. In: Cahiers de l'Herne, (Série slave), no. 24, 1973. Pp. 353-372.
A. Les oeuvres et les manuscrits; B. La correspondance; C. Matériaux pour une biographie; Etudes: A. Les receuils; B. Les ouvrages (Biographies, L'histoire littéraire, La critique d'interpretation). Overwegend westerse titels met talrijke, zeer nuttige annotaties.
8. Osborne, E.A., Russian literature and translations. vii-Theodore Mikhailovich Dostoevskij (1821-1881). In: The Bookman 84 (1933). Pp. 166-170.
Een lijst van Engelse en Amerikaanse uitgaven, voorzien van gegevens over de vertalers, uitgevers, enz.
9. Line, Maurice, B., A. Ettlinger, J.M. Gladstone, Bibliography of Russian literature in English translation to 1945. Totowa, Rowman and Littlefield, etc., 1972. Pp. 17-18.
Engelse en Amerikaanse uitgaven en een selectie van secundaire literatuur. Bevat ook een interessante chronologische lijst van eerste uitgaven van vertalingen in het Engels (pp. 60-70).
10. Terry, Garth, M., Dostoevskii. In: Idem, East European languages and literatures. A subject and name index to articles in English-language journals, 1900-1977. Oxford, etc., Clio Press, 1978. Pp. 35-46.
Bibliography; General and miscellaneous; D. and other major figures; Articles on individual works; Letters; Translations. Bevat ruim 500 titels van tijdschriftartikelen in de Engelse taal in chronologische volgorde.
| |
B. Dostojevski-uitgaven
Misdaad en straf
11. Schuld en boete. Roman van F.M. Dostojewsky. Vertaling van Petros Kuknos. Eerste-derde deel. 's-Gravenhage, A. Rössing, 1885. [8] 244; [8] 218; [8] 252 p.
In het Nieuwsblad v.d. Boekhandel 51 (1884), p. 83 wordt door A. Rössing bij de Commissie voor Vertaalrecht aangemeld: F.M. Dostojewsky, Roskolnikow, 3 Bände [Nach der 4. Auflage des russ. Originals, übersetzt von Wilh. Henckel], Leipzig, Friedrich, 1882. Een aankondiging van de vertaling op p. 52 van dezelfde jaargang. Romein, Kritiek, p. 18: ‘Over een Hollandsche nu verdwenen vertaling (!)... spreekt ten Brink... met groote minachting.’ Romein vraagt zich af of zich achter de naam Petros Kuknos een zekere Pieter Zwaan zou kunnen verbergen. Voorin de delen 1 en 3 een pagina met citaten uit boekbesprekingen van o.a. Georg Brandes en ene C. (in het weekblad De Amster- | |
| |
dammer). Rec.: Prawda-Matka, De vermetelheid der wanhoop. Schuld en Boete... In: De Portefeuille, 8 (1886-87). Pp. 357-359. Citaat uit deze recensie: ‘Voor onze van erotische verhalen geblaseerde harten; voor onze van een schaapachtig romantisme verzadigde of van een brutaal naturalisme walgende hersenen, biedt een Russisch schrijver nieuw voedsel aan, en gunt ons een blik in het ziekelijke, geprikkelde zenuwleven van een groot volk, welks expansieve natuur met haar peilloze diepten van laagheid en zieleadel voortdurend onze bevreemding wekt’.
12. Schuld en boete (Raskolnikow). 2e goedkoope druk. Amsterdam, C.L.G. Veldt, z.j., [1904]. [4]. 501, vi p.
Een bewerking door G.H. Priem van de vertaling uit 1885.
13. Schuld en boete. (Raskolnikow). 2e goedkoope druk. Amsterdam. Van Holkema & Warendorf, 1910. (*).
In de serie: Meesterwerken der buitenlandse romanliteratuur, II. Wordt vermeld in de fondslijst van ca. 1910 van deze uitgever en in Brinkman's Catalogus, en wel op zo'n wijze dat het hier blijkbaar om een titeluitgave gaat van Veldt's editie van 1904. In genoemde fondlijst, aanwezig in de Bibliotheek van de Vereeniging, wordt G.H. Priem als bewerker genoemd.
14. Schuld en boete (Raskolnikow). 1e-2e deel. Nieuwe uitgaaf, met een inleiding van A. Saalborn. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, [1917]. [6] vi, 292; [2] 293-580 p.
In de serie: De Meulenhoff-Editie. Een algemeene bibliotheek, [62-63]. Met portret van de auteur en geïllustreerd omslag. ‘Dit is meer dan een naam; dit is een symbool voor de diepe ziel van het Russische volk, een symbool voor de wreede, ontzettende schoonheid van pijn en lijden. O, wij in West-Europa staan zoo ver van dit donkere leven af. Wij kennen niet dit nijpende verlangen naar de waarheid omtrent het diepste in den mensch, al schijnen wij ook scherpe toe-kijkers, superieur objectiviteitsmenschen’ (inleiding). Op de voorplat is vermeld: Roman uit het Russisch. De vertaling/bewerking is die van 1904.
15. Schuld en boete. Amsterdam, Internationale Romanmaatschappij, z.j., (tussen 1921-1925), roy. 8o (*).
In de serie: Cinema-romans, 34. Vermeld in Brinkman's Catalogus 1921-2;, p. 153.
16. Schuld en boete (Raskolnikow). Nieuwe uitgaaf, met een inleiding van A. Saalborn. Derde druk. Amsterdam, uitgegeven door J.M. Meulenhoff, mcmxxvii. 567 p.
In de serie: Iris boeken van de Meulenhoff-editie [62-63]. Bibliotheek van algemeene literatuur. Gedrukt bij Boek-, Courant- en Steendrukkerij G.J. Thieme, Nijmegen-Arnhem. Bandontwerp en -versiering van P.A.H. Hofman (niet in lijst L. Faasen, Open 7 (1975), pp. 520 e.v.).
17. Schuld en boete (Raskolnikow). Nieuwe uitgaaf, met een inleiding van A. Saalborn. Derde druk. Amsterdam, uitgegeven door J.M. Meulenhoff, mcmxxvii. 567 p.
In de serie: De Meulenhoff-editie. Een algemeene bibliotheek. Gedrukt bij Boek-, Courant- en Steendrukkerij G.J. Thieme, Nijmegen-Arnhem. Bandontwerp en -versiering van P.A.H. Hofman. Titeluitgaaf van de vorige editie, daarvan alleen verschillend in serie-titel en kleur van de band, hier crêmekleurig, van de andere rood.
18. Schuld en boete (Raskolnikow). Nieuwe uitgaaf met een inleiding van A. Saalborn. Vierde druk. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, z.j., [1940]. 576 p.
In de serie: De nieuwe Meulenhoff-editie. Een nieuwe algemeene bibliotheek, 5.
19. Misdaad en straf. Roman in zes deelen en een epiloog. Uit het Russisch vertaald door Else Bukowska. Verlucht door Jeanne Bieruma Oosting. Amsterdam, Uitgeverij Contact, [1946]. 574 p.
In de serie: De onsterfelijken. Een reeks meesterwerken uit de wereldliteratuur. Gedrukt door John Enschedé en Zonen, Haarlem. Met 21 grote en 12 kleinere illustraties in zwart-wit.
20. Misdaad en straf. Eerste-tweede deel. Uit het Russisch vertaald door Else Bukowska. Amsterdam Antwerpen, Uitgeverij Contact, [1948]. 248; [4] 249-487 p.
In de serie: Contact Boekerij. Een universele bibliotheek met zorg gekozen... Op de titel-verso: Speciale goedkope uitgave in de Contact Boekerij 1948.
11. Schuld en boete. Bewerkt door Clara Eggink. Amsterdam, De Geïllustreerde Pers, z.j. [ca 1950]. 304 p.
In de serie: ‘Margriet’-Bibliotheek.
22. Schuld en boete. Deel I-II. [Nederlands van S. van Praag]. Utrecht/Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, [1958]. 286; 282 p. (excl. titellijsten).
In de serie: Prisma-Boeken, 341-342. Met omslagillustratie van E. Doeve. Volgens de omslagtekst is
| |
| |
dit een nieuwe vertaling uit het Russisch. Brinkman's Catalogus vermeldt een 2e druk van deel 1 in 1959, van deel 2 in 1958.
23. Misdaad en straf. Met een inleiding van H.A. Gomperts. Vertaald door Else Bukowska. [Derde druk], Amsterdam-Antwerpen, Uitgeverij Contact, [1958]. xiv, 444 p.
In de serie: De Onsterfelijken. Een reeks meesterwerken uit de wereldliteratuur. Gedrukt bij Meijer, Wormerveer. Bandontwerp van Helmut Salden. Omslagontwerp van Theo Kurpershoek. ‘Wat de schrijver in “Misdaad en straf” ensceneert, dat is zijn eigen ervaring met het atheïsme, dat hem van het leven afsneed’ (inleiding p. xiv).
24. Schuld en boete. [Vertaald uit het Russisch door Hermien Manger]. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V., [1961]. 524 p.
In de serie: Amstel-boeken, 42/43.
25. Misdaad en straf. [Uit het Russisch] vertaald door Else Bukowska. [Vierde druk]. Amsterdam, Uitgeverij Contact, [1965]. 448 p. (*).
In de serie: Contact-boekerij.
26. Schuld en boete. [Vertaald uit het Russisch door Hermien Manger]. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V., [1965]. 524 p. (*).
In de serie: Amstel-boeken, 42/43.
27. Misdaad en straf. i-ii. Vertaald door Else Bukowska. Ingeleid door H.A. Gomperts. [Vijfde druk in licentie]. Amsterdam, Uitgeverij Contact, [1968]. 285 [3]; 271 [1] p.
In de serie: Contact-klassieken. Lay-out en druk Bosch, Utrecht. Omslagontwerp van Tessa Fagel met gebruikmaking van een tekening van Philippe Jullian, van wie ook 18 tekeningen zijn opgenomen.
28. Misdaad en straf. i-ii. Vertaald door Else Bukowska. Ingeleid door H.A. Gomperts. [Vijfde druk in licentie]. De Boekenschat N.V., z.j., [1968]. -; 271 [1] p. (*: deel i)
In de serie: Onsterfelijke Wereldliteratuur. Lay-out en druk: Bosch, Utrecht. Bindwerk van Proost en Brandt N.V., Amsterdam. Deze uitgave was niet in de boekhandel verkrijgbaar, doch gereserveerd voor de leden van De Boekenschat. Illustraties van Philippe Jullian. Copyright van de vertaling 1946 en 1968, Contact-Amsterdam.
29. Misdaad en straf. i-ii. Vertaald door Else Bukowska. Ingeleid door H.A. Gomperts. [Vijfde en seste (!) druk in licentie]. De Boekenschat, z.j. [1968]. 285 [3]; 270 [2] p.
In de serie: Russische Meesterwerken. Dit boek vervaardigd naar ontwerp van William B. Taylor is een productie van Edito-Service S.A., Genève. Printed in Switzerland. Illustraties van Philippe Jullian. Copyright van de vertaling 1947 en 1968, Contact-Amsterdam.
30. Misdaad en straf. Vertaald door Else Bukowska. Ingeleid door H.A. Gomperts. Zesde druk. Amsterdam, Uitgeverij Contact, [1970]. 551 p. (*).
In de serie: De onsterfelijken. Met 16 tekeningen.
31. Schuld en boete. Roman. [Vertaald uit het Russisch door Hermien Manger]. Derde druk. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij, [1970]. 479 p. (*).
In de serie: Amstelpaperbacks. Brinkman's Catalogus vermeldt dat er ook een uitgaaf verscheen met het impressum: D.A.P. Reinaert Uitgaven, Brussel.
32. Schuld en boete. (Raskolnikow), Bewerking van Jac. de Werker. Eerste-tweede deel. Amsterdam, n.v. Uitgevers-Maatschappij ‘Minerva’, z.j. [?]. Pp. 1-194; 195-370. (Twee delen in een band).
| |
De vernederden en gekrenkten
33. De misleide. Door Dostojewski. Amsterdam, C.L. Brinkman, z.j., [1886]. 369 p.
Volgens het Nieuwsblad v.d. Boekhandel 52 (1885), p. 559 meldt C.L. Brinkman op 30 september 1885 bij de Commissie Vertalings-Recht aan: Erniedrigte und Beleidigte. [Roman. Aus d. Russ. übers. und mit einer Einl. versehen von Konst. Jürgens. Berlin-Stuttgart, Collection Spemann, 1884].
In de O.L.B. Den Haag is het exemplaar bewaard, dat indertijd bestemd was voor het wettelijk depôt. Daaruit blijkt dat deze uitgave uitkwam 15 October 1886. Brinkman's Catalogus 1883-1891, p. 143, voegt aan de uitgeversnaam nog toe: D. Nooth van Goor. Vgl. het artikel in Den Gulden Winckel, 1921: ‘Brinkman erkent door Ten Brink's opstel tot deze uitgave te zijn aangemoedigd.’
34. De misleide, door Dostojewski. Premie van de Amsterdamsche Courant. Amsterdam, Amsterdamsche Courant, z.j. [1886]. 369 p.
Een titeluitgave van de editie van C.L. Brinkman.
35. Arme Nelly. Amsterdam, Holdert & Co., 1891, kl. 8o. (*).
Brinkman's Catalogus, 1882-1891, p. 143.
36. De vernederden. Uit het Russisch door J.C. van Wageningen. Amsterdam, Van Holkema &
| |
| |
Warendorf, 1919. (*).
Met geïllustreerd omslag van L.J. Jordaan. In twee delen ingenaaid of in één deel gebonden. Rec.: D. Th. Jaarsma, Proteus. In: Den Gulden Winckel 19 (1920), p. 49-50.
37. De vernederden. Uit het Russisch door J.C. van Wageningen. Tweede druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1923]. 418 p.
Gedrukt bij de N.V. Drukkerij ‘De Nieuwe Tijd’, Amsterdam. Met bandillustratie van L.J. Jordaan. Met een voorwoord (pp. 5-7) van de vertaler.
38. De vernederden en vertrapten. Deel i-ii. [Vertaald door J.C. van Wageningen]. Utrecht-Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, z.j., [1955]. 210; 226 p., (excl. titellijsten).
In de serie: Prisma-Boeken, 160-161. Met niet-gesigneerde omslagillustratie.
| |
Arme mensen
39. Arme menschen. Russische Roman. Vertaling van A. van den Hoek. Amsterdam, Uitgave van A. Rössing, 1887. 211 p.
Gedrukt op de Snelpersdruk van P. Beitsma, Deventer. Vertaald uit het Duits, naar de uitgave Arme Leute, Dresden-Leipzig, [Minden], 1887, volgens het Nieuwsblad v.d. Boekhandel, 54 (1887), p. 73.
40. Arme menschen. Amsterdam, Craft & Co., z.j. [1906]. [4] 224 p.
Gedrukt bij Stoomdrukkerij H. Germs FHzn., Doesburg. Met banddecoratie. Brinkman's Catalogus vermeldt als tweede uitgever de Fa. Meijer Elte te 's-Gravenhage. In de titellijst van de uitgevers tegenover de titelpagina wordt bij Arme Menschen toegevoegd: Roman uit het Russisch. Echter een heruitgave van de vertaling door A. van den Hoek uit het Duits. Rec.: H...s. In: Nederland, dl. 1, 1907.
41. Arme mensen. Uit het Russisch vertaald door D.P. Peet. Amsterdam, Uitgeversmaatschappij L.J. Veen, [1968]. 215 p. (*).
In de serie: Amstel-boeken, 208/210.
| |
De kerstboom
42. De kerstboom. Naar het Russisch. Vertaling van F. van Burchvliet. Amsterdam, A. Rössing, 1887. [15 p.]. (*).
Nieuwsblad v.d. Boekhandel, 54 (1887), p. 719: De kerstboom, enz.; collatie: 15 p. met 1 plaat.
| |
Aantekeningen uit het ondergrondse
43. De onderaardsche geest. Russische roman. Vertaling van F. van Burchvliet. Amsterdam, A. Rössing, 1888. Gr. 8o (*).
Vgl. Nieuwsblad v.d. Boekhandel 54 (1887), p. 736: ‘De ondergeteekende (A. Rössing) is voornemens een vertaling uit te geven van Th. Dostoievsky, L'esprit souterrain’, 15 Dec. 1887.
De O.L.B. in Den Haag moet ooit een exemplaar hebben bezeten.
44. Uit het duister der groote stad. (Aus dem Dunkel der Großstadt). Uit het Duitsch vertaald door M. Faassen. Haarlem, J.W. Boissevain & Co, 1924, 179 p.
Bevat: Uit het duister (Aantekeningen uit het ondergrondse) en Bij natte sneeuw. De inleiding, getiteld ‘Opmerkingen omtrent D. als dichter der wereldstad’ is van Arthur Moeller van den Bruck (pp. 7-15): ‘De wereldstad is de kampplaats van het moderne leven’. Voor de vertaling diende als tekst: Das Dunkel, Bei Nassem Schnee. In: D., Sämtliche Werke, 20. Band: Aus dem Dunkel der Großstadt. Acht Novellen. Mit einer Einleitung von [A] Moeller van den Bruck. Übertragen von E. Rahsin. München-Leipzig, R. Piper u. Co., 1907.
45. Herinneringen uit het ondergrondsche. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Band en omslag van Joh. Dijkstra, Amsterdam. Uitgeversmy De Gulden Ster, z.j. [1930]. [212] p.
In de serie: De Verre Kim.
Uit het voorwoord van de vertaler: ‘Moest ik er bij een vorige gelegenheid al mijn verwondering over uitspreken, dat de meeste schrijvers over Dostojewskie “De Half-Volwassene” niet de beteekenis toekennen, welke deze roman in den ontwikkelingsgang van zijn schepper heeft gehad, nog grooter wordt mijn verbazing als ik constateer, dat het verhaal dat ik hier in een Hollandsche vertaling aanbied, door velen geheel veronachtzaamd wordt.’ Vgl. Nieuwsblad v.d. Boekhandel 96 (1929) p. 497: vertaalrechten toegekend van F.M. Dostojewskie, Zapiski iz podpolja, enz. St. Petersburg, 1894 aan de Uitg.mij ‘De Gulden Ster’ te Amsterdam.
46. Mémoires uit het souterrain. Vertaald door Piet Dekker. In: Perspectieven 17 (50). Maart-afl.: pp. 1-4; mei-afl.: pp. 13-17; juni-afl.: pp. 7-9.
Voorpublicatie van fragmenten van de boekuitgave door De Driehoek te 's-Graveland.
47. Mémoires uit het souterrain. Vertaling van Ir. P[iet] Dekker. 's-Graveland, De Driehoek [B.K.M.], 1950. 172 p.
| |
| |
In de serie: Paria Reeks. Omslag en typografie verzorgd door Otto Treumann. Gedrukt bij Drukkerij Vonk & Co te Zeist. Tegenover de titelpagina de misleidende mededeling: De eerste in Nederland verschijnende vertaling van de ‘Mémoires’ naar de oorspronkelijke Russische tekst. Met een korte inleiding van de vertaler.
Rec.: J. Liedmeier, in: Nieuwe Eeuw, 27 oct. 1951.
48. Herinneringen uit het ondergrondse. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Tweede druk. Amsterdam, De Gulden Ster, 1955. 212 p. (*).
49. Memoires uit het souterrain. [Vertaald door Piet Dekker]. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1961. 157 p.
de serie: Meulenhoff Pockets, 72. Typograft en druk: Bosch, Utrecht. Omslagontwerp: Bert Bouman. Met een inleiding (p. 5-6) van de vertaler. Onverkorte herdruk van uitgave van 1950.
50. Aantekeningen uit het ondergrondse. [Vertaald uit het Russisch door Hans Leerink]. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1963. 171 p.
In de serie: De witte olifant. Copyright 1957 by G.A. van Oorschot/Amsterdam. Met geïllustreerde stofomlsag.
51. Herinneringen uit het ondergrondse. Vertaald [uit het Russisch] door S. van Praag. Derde druk. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij N.V., z.j., [1965], 279 p.
In de serie: Amstel-boeken, 157/158.
| |
De speler
52. De speler. (Gedenkschriften van een gouverneur). Russische roman van .. Helder, J.H. van Balen, (Amsterdam, J.M. van Diemen), z.j., [1890]. 242 p.
Nieuwsblad v.d. Boekhandel, 57 (1890), p. 171: Ingekomen bij de Commissie Vertalings-Recht: F.M. Dostojewski, Der Spieler, Roman. Aus dem Russischen. Berlin. Op 17 Maart 1890 door J.H. van Balen te Den Helder aangemeld. Allert de Lange claimde in 1887 (zie Nieuwsblad, 54 (1887), p. 289), de vertaalrechten voor: Le joueur et les nuits blanches, Paris, Plon Nourrit et cie, 1887.
53. De speler. Roman. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1918. 260 [4] p. (inclusief titellijst).
In de serie: Meulenhoff-editie, 95. Met portret.
54. De speler. Amsterdam, N.V. Uitgevers-Maatschappij ‘Prometheus’, z.j. [1929]. [4] 241 p.
In de serie: Pauw-Editie, 6. Gedrukt bij de N.V. Van Munster's Drukkerijen, Amsterdam.
55. De speler. De fatale hartstocht. Uit het Russisch vertaald door A.C. Niemeijer. Helmond, Uitgeverij ‘Helmond’/Antwerpen, Uitgeverij ‘Forum’, z.j., [1950]. 224 p.
Gedrukt bij N.V. Boekdrukkerij ‘Helmond’, Helmond. Met stofomslag voorzien van foto in kleur uit de film van Metro-Goldwin-Mayer.
Rec.: J. Liedmeier, in: Nieuwe Eeuw, 27 Oct. 1951.
56. De speler. [Uit het Russisch vertaald door A.C. Niemeijer]. Utrecht-Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, z.j., 1957. 203 p., (excl. titellijsten).
In de serie: Prisma-Boeken, 240. Met ongesigneerde omslagillustratie.
57. De speler. Uit het Russisch vertaald. Dordrecht, N.V. Uitgeversmaatschappij Capitool, z.j., [ca. 1960]. 208 p.
In de serie: Capitool-reeks. Premieboek voor aanbrengers van abonnementen.
58. De speler. Uit de gedenkschriften van een jongeman. [Uit het Russisch vertaald door Hans Leerink]. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1963. 147 p.
In de serie: De witte olifant. Geïllustreerd stofomslag ontworpen door ‘W’. Op stofomslag een tekst van Charles B. Timmer: ‘Hoe komen de helden van Dostojewski aan hun geld? Daarover zou iemand eens een studie moeten schrijven! Eén ding staat vast: ze doen dit bijna nooit met “eerlijke arbeid”, daarentegen meestal wel “in het zweet huns aanschijns.” De roman De Speler levert prachtig materiaal voor zulk een studie.’ Een deel van de oplage is afwijkend gebonden en beletterd.
| |
Aantekeningen uit het dodenhuis
59. Uit Siberië. Een roman in twee delen door I.M. Dostojewsky. Amsterdam, S. Warendorf Jr., z.j., [1891]. [4] 252; [4] 216 p.
Het portret, vermeld in Brinkman's Catalogus 1882-1891, p. 143, ontbreekt in het exemplaar van de U.B. Amsterdam.
A. Rössing kondigde in 1887 een vertaling aan in het Nieuwsblad v.d. Boekhandel van ‘Aus dem todten Hause’ (zes afgedrukte bladen zijn vertoond van..). Nieuwsblad en Brinkman's Catalogus vermelden als uitgevers: Van Holkema en Warendorf. Het Nieuwsblad 58 (1891), p. 409 geeft ook als collatie op: 4, 252; 4, 216 p.
60. Uit het Doodenhuis. Vertaald door M. Faassen
| |
| |
oud-officier. Amsterdam, Cohen Zonen, z.j., [1906]. 240 p.
Gedrukt bij H. Veenman, Wageningen. Met banddecoratie in Jugendstil. Een nieuwe vertaling. Volgens het Nieuwsblad v.d. Boekhandel 73 (1906) p. 1121, aangemeld bij de Commissie Vertalingsrecht: Erinnerungen aus dem todten House. Aus d. Russ. v. L.A. Hauff, Berlin, door de Firma Cohen Zonen op 10 Sept. 1906.
De vertaler was een gepensioneerde Luitenant der Artillerie.
Rec.: De Tijdspiegel, 1907, deel 1, p. 390.
61. Uit Siberië. Eerste-tweede deel. 2e druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1920]. 247; 210 p.
In de serie: De meesterwerken van F.M. Dostojefsky. Daalders-Editie 30-31. Gedrukt bij de N.V. Drukkerij ‘De Nieuwe Tijd’, Amsterdam. Met titelrandlijst (lijncliché) van André Vlaanderen. Omslag van Is. van Mens. Herdruk van de anonieme vertaling van 1891.
62. Dodenhuis. Amsterdam, Uitg.-mij Prometheus, [Van Munster's Uitg.-mij 1932. 8o 127 p. (*).
Pauw-editie, 21. Zie: Brinkmarís Catalogus 1931-35, p. 879, bij het siglum ‘Pauw-editie’. Komt niet voor onder het siglum ‘Dostojewskij’ in dezelfde periode (p. 289).
63. Aantekeningen uit een dodenhuis. Vertaald door Marko Fondse. Ingeleid door Theun de Vries. [Tweede druk in licentie]. Amsterdam, Uitgeverij Contact, [1968]. 349 p.
In de serie: Contact-klassieken. Met portret van Pietro Sarto en 9 illustraties van Avigdor Arikha; omslag van Tessa Fagel met een tekening van Arikha. Gedrukt bij Bosch-Utrecht. Marko Fondse = Mar. Corn. van Dijke. Blijkens het colophon verscheen er een 2e druk in licentie, eveneens in 1968. Translation copyright 1968 by Contact-Amsterdam. Volgens Brinkman's Catalogus verscheen een 2e druk in 1969.
63a. Uit het dodenhuis. Vrij naar Fjodor Dostojevski. Naarden, Classics Nederland N.V., 1971. [16] p.
In de serie: Illustrated Classics. Beroemde boeken in woord en beeld, 197. Eigenlijk vallend buiten het kader van deze bibliografie, maar te mooi om niet op te nemen: de eerste Dostojevski-roman in stripvorm in het Nederlands.
| |
Witte nachten
64. Witte nachten. Sentimenteele roman. (Uit de herinneringen van een droomer). Uit het Russisch vertaald door Z. Stokvis. Amsterdam, Maas & Van Suchtelen (Mij voor goede en goedkope lectuur), 1906. 139 p.
In de serie: Bibliotheek van Russische literatuur no. 3/4. Gedrukt bij Tierie's Drukkerij & Binderij, den Bosch.
Simon A. Maas meldde bij de Commissie Vertalingsrecht op 24 Juli 1906 aan: F.M. Dostojefskiej, Witte nachten (In het Russisch). St. Petersburg, 1894. Zie: Nieuwsblad v.d. Boekhandel 73 (1906), no. 60, p. 953.
65. Witte nachten. Sentimenteele roman. (Uit de herinneringen van een droomer). Uit het Russisch vertaald door Z. Stokvis. Tweede druk. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1917. 82 [2] p.
In de serie: Wereldbibliotheek, 358. Gedrukt ter drukkerij ‘De Degel’ te Amsterdam. Bandontwerp: P.H. Praag. Titelrandlijst (lijncliché) van Wilm Klijn.
Rec.: Jac. Busch, D's Witte nachten. In: Leven en werken 5 (1920), pp. 205-210.
66. Witte nachten. Sentimenteele roman uit de herinneringen van een droomer. Uit het Russisch vertaald door Z. Stokvis. Tweede druk. Amsterdam. Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1922. 76 [4] p.
In de serie: Wereld-bibliotheek, [358]. Met titelrandlijst, (gesigneerd HH) en geïllustreerd omslag. Heruitgave van de tweede druk van 1917. Gedrukt ter drukkerij van de Wereldbibliotheek.
67. Witte nachten. Sentimenteele roman uit de herinneringen van een droomer. Uit het Russisch vertaald door Z. Stokvis. 4e druk - 11e duizendtal. Amsterdam, N.V. Wereldbibliotheek, z.j., [1934]. 112 p.
Bandontwerp van R. Huysmans-Kooijman. Drukkerij en binderij van de Wereldbibliotheek N.V.
68. Witte nachten. Sentimentele roman uit de herinneringen van een droomer. Uit het Russisch vertaald door Z. Stokvis. 6e druk - 13e duizendtal. Amsterdam, N.V. Wereldbibliotheek, z.j., [1939]. 112 p.
In de serie: Wereldbibliotheek. Bandontwerp van R. Huysmans-Kooyman. Drukkerij en binderij van de Wereldbibliotheek N.V. Op de rug het jaartal 1939 vermeld.
69. Witte nachten. Sentimenteele roman uit de herinneringen van een droomer. Uit het Russisch vertaald door Z. Stokvis. 7e druk. 14e duizendtal.
| |
| |
Amsterdam, N.V. Wereldbibliotheek, z.j., [1941]. 112 p.
In de serie: Wereldbibliotheek. Drukkerij en binderij van de Wereldbibliotheek N.V. Bandontwerp R. Huysmans-Kooyman. Op de rug het jaartal 1941 vermeld.
70. Zomernachten door Dostojewski. Amsterdam, Uitgevers-Maatschappij ‘Prometheus’, z.j., [± 1946]. [4] 130 p.
Vertaler niet bekend. De uitgevers Van Munster gaven onder de firma-naam Prometheus na 1945 een reeks kleinere werken van D. uit, in klein formaat (± 15 cm. hoog), waarvan de vertalers tot nu toe onbekend bleven.
71. Witte nachten. Sentimentele roman uit de herinneringen van een droomer. Uit het Russisch vertaald door Z. Stokvis. Negende druk. Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1958. 70 [2] p.
In de serie: De wereldboog, 83. Bandontwerp: A. Dekkers.
72a. Witte nachten en andere verhalen. [Vertaald door M. Ferguson en N. Obolonsky]. Utrecht/Antwerpen, [Het Spectrum], 1962. 188 p. (excl. titellijst).
In de serie: Prisma-boeken, 777. Omslagillustratie van E. Doeve. Bevat behalve het titelverhaal: De hospita (pp. 58-133); De zachtmoedige (pp. 134-176); N. Obolonsky, Nawoord (pp. 177-178); idem, Levensbeschrijving van F.M. Dostojewski, gedateerd Den Haag, nov. 1960, (pp. 179-188).
73. Witte nachten. Een sentimentele roman. Uit de herinnering van een dromer. [Uit het Russisch vertaald door Marko Fondse]. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V., z.j., [1967]. 140 p.
In de serie: Amstel boeken, 200/201. Omslagontwerp: Cees van Dorland. Met 17 tekeningen van Cees van Dorland.
| |
De eeuwige echtgenoot
74. De echtgenoot door... Vertaald door M. Faassen. Amsterdam. Cohen Zonen, z.j., [1970]. [4] 146 p.
Gedrukt bij H. Veenman, Wagenmgen. Met banddecoratie in Jugendstil. Waarschijnlijk evenals ‘Uit het Dodenhuis’ (1906) vertaald uit het Duits.
75. De echtgenoot. Amsterdam, Uitgave van Gebroeders E. & M. Cohen, Heerengracht 326, [1918]. 229 [3] p.
In de serie: De Cohen-Editie van de beste binnen- en buitenlandse boeken, [23].
76. De eeuwige echtgenoot. Roman door... Uit het Russisch vertaald door Jac. J. Kuiper. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1921. 253 p.
In de serie: De Meulenhoff-Editie, Een algemeene bibliotheek, 134.
77. De eeuwige echtgenoot. Vertaald uit het Russisch door Hans Leerink. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1962. 153 [3] p.
In de serie: De witte olifant. Copyright 1957 G.A. van Oorschot/Amsterdam. Met geïllustreerd stofomslag, gesigneerd ‘W’.
‘De Eeuwige Echtgenoot behoort tot de “wreedste” scheppingen van D. Het is de analyse van een wraakneming, even kwellend voor de wreker als voor het slachtoffer. En tegelijk een meesterlijk voorbeeld van D's humor, een “beklemmende” humor die zijn weerga niet heeft in de wereldliteratuur’. (Charles B. Timmer in omslagtekst). Lijkt een foto-offset oplaag van: Verzamelde Werken, deel 4, pp. 435-582, (1957).
| |
De gebroeders Karamazow
78. De gebroeders Karamazow door... uit het Fransch vertaald door Anna van Gogh-Kaulbach. Deel i-ii. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1913]. 369 [3]; [--] ] p. (*): deel 2.
In de serie: De meesterwerken van F.M. Dostojefsky. Met titelrandlijst (lijncliché) van André Vlaanderen. Gedrukt bij Amst. Boek- en Steendrukkerij, v/h Ellerman, Harms & Co.
Het betreft hier een ingrijpende bewerking naar het Frans.
Rec.: Adèle Withof, Een boek van levenswanhoop, in: Het Nieuwe Leven, 3, (1917).
79. De gebroeders Karamazow door F.M. Dostojefsky, schrijver van Schuld en boete, enz. Vertaald door Anna van Gogh-Kaulbach. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1915]. 442 p. (excl. titellijst).
Gedrukt bij N.V. Drukkerij v/h Koch & Knuttel, Gouda. Met banddecoratie op voorplat.
80. De Gebroeders Karamazow. Uit het Fransch vertaald door Anna van Gogh-Kaulbach. Deel i-ii. Derde druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1917]. 369 [3]; 304 p.
In de serie: De meesterwerken van F.M. Dostojewsky. Daalders-Editie 28-29. Met titelrandlijst (lijncliché), ontwerp André Vlaanderen en met geïllustreerd stofomslag. Bandontwerp van ‘A.K.’ Gedrukt door de Amst. Boek- en Steendrukkerij, v/h Ellerman, Harms & Co.
| |
| |
81. De gebroeders Karamazow. Uit het Fransch vertaald door Anna van Gogh-Kaulbach. Deel i-ii. Vierde druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1920]. (*).
In de serie: De meesterwerken van F.M. Dostojewsky. Daalders-Editie, 28-29. Hiervan ook een luxe uitgave verschenen, zoals van alle delen in de Daalders-Editie.
82. De gebroeders Karamazow. Eerst en tweede - Derde en vierde deel. Amsterdam. Hollandsch Uitgeversfonds, z.j., [± 1930?]. 355 [1]; 325 [1] p.
Gedrukt bij N.V. Ipenbuur & Van Seldom, Amsterdam. Met portret, en 4 platen in lijncliché door André Vlaanderen. De band, met gedecoreerde rug, is van de fa. Stokkink in Amsterdam.
Met een voorbericht van de uitgever: ‘Hij is een groot schrijver, dat is alles, wat wij er van kunnen zeggen.’ De tekst is verkort en bewerkt.
83. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch van Dr. A. Kosloff. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf N.V., z.j., [1932]. 727 p.
Gedrukt bij H. Veenman & Zonen, Wageningen. Dr. A. Kosloff = Anna Kozlova.
84. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch van A. Kosloff. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1945. 727 p. (*).
Vgl.: Nieuwsblad v.d. Boekhandel, 12 juli 1945, p. 42. Brinkman's Catalogus 1945, p. 79: juli 8o 77 × 11. 727 blz.
85. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch van Dr. A. Kosloff. Vijfde druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf N.V., z.j., [1947]. 739 p.
Gedrukt bij De Mercuur, Hilversum.
86. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch van Dr. A. Kosloff. Zesde druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1949. 672 p. (*).
87. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch door Dr. A. Kosloff. 's-Gravenhage, Nederlandse Boekenclub, z.j., [1949]. 672 p.
88. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch van Dr. A. Kosloff. Zevende druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf N.V., z.j., [1951]. 672 p.
89. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch door A. Kosloff. Tweede druk. 's-Gravenhage, Nederlandse Boekenclub, [1957]. 672 p. (*).
Brinkman's Catalogus vermeldt naast deze tweede druk van de Boekenclub-uitgave voor 1958 nog een editie: Brussel, Reinaert Uitgaven, [1958], 671 p.
90. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch van A. Kosloff. Negende druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1960]. 672 p. (*).
Brinkman's Catalogus 1956-60, p. 482.
91. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vert. uit het Russisch van A. Kosloff. Tiende druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [± 1962]. 672 p. (*).
Volgens de Centrale Catalogus aanwezig in de Bibliotheek van de Nederlandse Capucijnen, nu in Tilburg, maar daar niet gevonden.
92. De gebroeders Karamazow. Onverkorte vertaling uit het Russisch van A. Kosloff. Elfde druk. Van Holkema & Warendorf, [1964]. 672 p. (*).
Brinkman's Catalogus 1961-'65, p. 580.
93. De gebroeders Karamazow. Vertaling: Marco Fondse. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij n.v., z.j. [1970]. 784 p.
Omslagontwerp: E. Hoeben. Bevat een namenregister (pp. 777-779).
| |
Boze geesten
94. Booze geesten. Deel i-ii. Uit het Russisch door S. van Praag. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1920]. 399; 413 p.
Met geïllustreerd omslag van Jordaan, met een gegeven ontleend aan een gedicht van Poesjkin: De sneeuwstorm verblindt mijn ogen...
Rec.: Nico Rost in: Den Gulden Winckel 20 (1921), pp. 110-111.
95. Booze geesten. [Twee delen]. Uit het Russisch door S. van Praag. Tweede druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1928. 399; 413 p. (*)
Brinkman's Catalogus 1926-30, p. 189. In het Nederlandsch Boek, 1928, p. 28, wordt een uitgave genoemd: Booze geesten. Uit het Russisch door Siegfried van Praag. 2e, goedkoope druk, 816 blz.
96. Demonen. Roman in 3 delen, Onverkorte uitgave. Uit het Russisch vertaald door Dr Hans Leerink. Amsterdam, Van Munster's Uitgeversmij, z.j., [1950]. 881 p.
| |
| |
Met korte inleiding van de vertaler: ‘Hoe het boek ontstaan is’. ‘De stijl van D. is - in dit boek bemerkt men het al bizonder sterk - uit literair oogpunt beschouwd, vaak slecht en soms schier ongenietbaar. Het is vaak meer de schrijftrant van een drukbeklant psychiater, die inderhaast rapporten samenstelt over zijn patiënten, dan die van een romancier, wie het erom te doen is, zijn lezers aangenaam bezig te houden.’ (inleiding p. 3). Met voetnoten van de vertaler.
97. Demonen. Deel i-ii. [Onverkorte uitgave. Uit het Russisch vertaald door Dr. Hans Leerink. Tweede druk]. Utrecht/Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, z.j., [1953]. 306; 339 p., (excl. titellijsten).
In de serie: Prisma-Boeken, [60-61]. Met niet-gesigneerde omslagillustratie. Aan het eind van deel 2: Lijst van personen die in het boek een rol spelen.
| |
Het dorp Stepantsjikovo
98. Het landgoed Stepantchikowo en zijne bewoners. Humoristische roman. Uit het Russisch vertaald door: S. van Praag. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1920]. 268 p.
Met geïllustreerd omslag van L.J. Jordaan.
99. Het landgoed Stepantsjikowo en zijn bewoners. (Uit de mémoires van een onbekende). Humoristische roman in twee delen. Onverkorte uitgave. Uit het Russisch vertaald door Dr. A.A. [Kosloff?]. Amsterdam, Van Munster's Uitgeversmij, z.j., [1952]. 286 p.
100. Oom Jegor. Vertaald door R. van Meenen en W. de Wael, Amsterdam, De Wereldbibliotheek, 1955. 275 p. (*).
Titeluitgaaf van een Belgische editie van de Uitgeverij Die Poorte te Antwerpen.
101. Het dorp Stepantsjikowo en zijn bewoners. Uit de gedenkschriften van een vergeten burger. [Vertaald uit het Russisch door Hans Leerink]. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1962, 227. [1] p.
In de serie: De witte olifant. Foto-offset editie naar de uitgave in Verzamelde Werken, 1956, pp. 411-635, met weglating van de noten.
| |
Oom's droom
102. Oompje's droom. Eene episode uit de geschiedenis van de stad Mordassow. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1921]. 231 p.
Bij de Commissie tot regeling van het Vertalingsrecht aangemeld: Oompje's droom (In de Russische taal) St. Petersburg 1894 (vgl. Nieuwsblad v.d. Boekhandel, 1920, p. 1150). Ingenaaide exemplaren met geïllustreerd omslag van L.J. Jordaan. Ook exemplaar in prachtband.
103. Oompje's droom. Een episode uit de geschiedenis van de stad Mordassow. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Tweede druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf n.v., z.j., [1946]. 182 p.
Uit het nawoord van de vertaler: ‘Dit verhaal... draagt elementen in zich, die geen blijspel ontsierd zouden hebben. Het Nederlandsch publiek geniet het bijzondere voorrecht dat onze eerste Voordrachtskunstenares dit heeft aangevoeld en dat zij deze roman in haar repertoire heeft opgenomen. Van de dankbaarheid van dit publiek voor deze prachtige evocatie maakt de vertaler zich gaarne tolk door Mevrouw Charlotte Köhler dezen nieuwen druk in erkentelijkheid op te dragen.’
104. De droom. Uit de kronieken van de stad Mordassow. Nieuwe vertaling van Peter van Eijsden. Amsterdam, L.J. Veen. 229 p. (*)
Rec.: J. v.d. Woude, in: Vrij Nederland 27 Sept. 1952.
105. Oompjes droom. Een episode uit de geschiedenis van de stad Mordassow. [Vertaald door S. van Praag. Derde druk]. Utrecht-Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, z.j., [1957]. 198 p. (excl. titellijst).
In de serie: Prisma-Boeken, 252. Met ongesigneerde omslag-illustratie.
106. De droom. Uit de kronieken van de stad Mordassow. Vertaald door Peter van Eijsden. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V., z.j., [1963]. 157 [3] p.
In de serie: Amstel-Boeken, 89. Met een omslagtekening van Karel Thole. Op de verso van de titelpagina is de naam van de vertaler gespeld: Peter van Eysden.
107. De droom. [Vertaald door Peter van Eijsden]. In: Omnibus der Russische groten. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij N.V. - Brussel, D.A.P. Reinsert Uitgaven, z.j., [1964]. Pp. 7-135.
Omslag- en bandontwerp Cees van Dorland.
| |
Netotsjka Nezvanova
108. Een veelbewogen jeugd door F.M. Dostojefski,
| |
| |
schrijver van De vernederden, De gebroeders Karamazow, etc. Uit het Russisch vertaald door J.C. van Wageningen. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1921]. 196 [4] p.
Met geïllustreerd omslag van L.J. Jordaan, en met banddecoratie.
109. Netouchka. In: Opgang. Geïllustreerd weekblad. Onder hoofdredactie van Herman van den Eerenbeemt. Amsterdam, Van Munster's Uitgevers-Maatschappij, 6 (1926). Pp. 518-523, 542-546, 558-563, 519-586, 610-615, 629-635, 657-664, 678-681, 699-705, 720-724, 739-744, 759-766, 779-788, 799-805, 820-824.
Deze uitgave in afleveringen en de eerste boekuitgave (zie volgend nummer) vormen waarschijnlijk één productie, d.w.z., zijn gedrukt van hetzelfde zetsel.
110. Netouchka door Dostojewski. Amsterdam, Van Munster's Uitgevers-Maatschappij, [1927]. [2] 217 p.
Gedrukt bij N.V. de Erven H. van Munster en Zoon, Amsterdam. Gekleurd stofomslag van Bernard van Vlijmen. Vertaling uit het Frans. Vgl. Nieuwsblad v.d. Boekhandel 93 (1926), p. 126: Dostoiewskij, Netouchka. Traduction de E. Halperine-Kaminsky, Paris, vertaalrechten bij de Commissie aangevraagd door Van Munster's Uitg. Mij, Amsterdam. Eerste boekuitgave.
111. Netouchka door Dostojewski. 3e druk. Amsterdam, Van Munster's Uitgevers-Maatschappij, [1946]. [2] 217 p.
Gedrukt bij N.V. de Erven H. van Munster en Zoon, Amsterdam.
112. De verstotene. [Vertaald door D.P. Peet]. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij n.v., z.j., [1969] 215 [1] (inclusief titellijst).
In de serie: Amstel Boeken, 231/232. Omslagontwerp: Victor Bouter.
| |
De vrouw van een ander en de man onder het bed
113. De vreemde vrouw en de man onder het bed. Uit het Russisch door S. van Praag. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1921. (*).
In de serie: Daalders-editie, 53. Met geïllustreerde omslag van Is. van Mens. In een artikel in Den Gulden Winckel, 1921, wordt vermeld dat de humoreske ‘De man onder het bed’ onder de titel Bibikoff tot een blijspel in 3 bedrijven is bewerkt door Bruno Frank en in het seizoen 1921 is opgevoerd door het Hofstad-Tooneel.
114. De vrouw van een ander en de man onder het bed. Een vreemde geschiedenis. [Vertaald door Marko Fondse]. In: Omnibus Russische liefdesverhalen. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij n.v. - Brussel, DA.P. Reinaert Uitgaven, [1966]. Pp. 142-184.
Omslag en bandontwerp Cees van Dorland. De verhalen werden uitgekozen door Dunya Breur.
‘Een treffend kenmerk van Russische liefdesverhalen, dat deze van liefdesverhalen in andere literatuur onderscheidt, is het ontbreken van erotiek’ (nawoord).
| |
Die Beichte Stawrogins
115. Die Beichte Stawrogins. Drei unveröffentlichte Kapitel aus dem Roman ‘Die Teufel’. In: De Stem. Maandblad onder redactie van Dirk Coster en Just Havelaar. Arnhem, Van Loghum Slaterus & Visser, 2 (1922). Pp. 506-538.
Hoort als Duitse tekst strikt genomen niet thuis in deze bibliografie, maar is opgenomen om het voorwoord van de redactie: ‘Sinds het in de Piperuitgave verschenen is, weten alle lezers van Dostoievsky, dat het derde hoofdwerk van D. “Die Dämonen” in zeer onvolledige vorm tot ons is gekomen. Dit hoofdstuk werd door D. voltooid, het werd zelfs gedrukt, doch, waarschijnlijk op het laatste oogenblik, uit den tekst losgemaakt en ter zijde gelegd. “Afgrijselijk naturalisme” was het bezwaar... Na den dood van mevrouw D. was het te verwachten dat het geheimzinnige manuscript niet lang meer verborgen zou blijven. Den 12den November 1921 werd in het Staatsarchief te Moskou, van regeeringswege, een kist met papieren van D. geopend, en daarin bevond zich ook de drukproef van het bedoelde hoofdstuk...’.
| |
De dubbelganger
116. De dubbelganger. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1922]. 247 p.
Gedrukt bij de N.V. Drukkerij ‘De Nieuwe Tijd’, Amsterdam.
Rec. in: De Hollandsche Revue 1922, pp. 615-16: ‘De huidige D.-vereering in ons land doet als een ziekelijk symtoom aan.’
117. De dubbelganger. Nederlands van J.B. Haen. Tweede druk. Amstelveen, Uitgeversmaatschappij De Bron n.v., [1958]. 174 p. (inclusief titellijst).
Bel-Pockets, 6. Herdruk van de vertaling van H.J. Been, verschenen in Antwerpen bij Het Kom- | |
| |
pas, 1939, in de Feniks-reeks.
Achterin deze uitgave lijsten van reeksen van Uitgeverij J. van Tuyl N.V., Zaltbommel. De Bel-Pockets waren indertijd alleen verkrijgbaar in supermarkten, niet in de boekhandel.
118. De dubbelganger. Een Petersburgs epos. [Vertaald uit het Russisch door D.P. Peet]. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij n.v., z.j., [1969]. 224 p. (ï)
In de serie: Amstel-boeken, 233-234.
| |
De idioot
119. De idioot. Roman in vier delen. Uit het Russisch vertaald door J[an] Jac[ob] Thomson. Band i-ii. Arnhem, n.v. Van Loghum Slaterus & Visser, 1922. [vi], 441; 443-546 p.
Vgl.: Het Nieuwsblad v.d. Boekhandel (1920) p. 1017: Bij de Commissie Vertalingsrecht ingekomen: De Idioot (In de Russische taal). Leipzig, 1920, 2 dln, op 30 October 1920 door J.M. Meulenhoff. Nieuwsblad 88 (1921), p. 909 vermeldt dat Meulenhoff de rechten blijkens mededeling van 30 Oct. 1921 overdroeg aan Van Loghum Slaterus. Het Deutsches Bücherverzeichnis 1915-1920 noemt een Russische uitgave in de Biblioteca Russkaja, 20-21. Bd., Berlin, I Ladyschnikow.
120. De idioot. Roman in vier deelen. Uit het Russisch vertaald door J. Jac. Thomson. 2e druk. Arnhem, Van Loghum Slaterus' Uitgeversmaatschappij, 1932. 850 p. (*).
121. De idioot. Roman in vier deelen. Uit het Russ. door J. Jac. Thomson. 3e druk. Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1935. (*).
122. De idioot. Roman in vier delen. [Uit het Russisch vertaald door J. Jac. Thomson. Vierde druk]. Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1949. 746 p.
123. De idioot. Roman in vier delen. [Uit het Russisch vertaald door J. Jac. Thomson. Vijfde druk], Arnhem, Van Loghum Slaterus, [1953]. 740 p.
124. De idioot. [Vertaald uit het Duits door Hermien Manger]. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij n.v., z.j., [1963]. 544 p.
In de serie: Amstel-boeken, 54-55. Omslagtekening door Karel Thole.
125. De idioot. Uit het Russisch vertaald door J. Jac. Thomson. Roman in vier delen (6e druk). Arnhem, Van Loghum Slaterus, [1963]. 740 p. (*)
126. De idioot. [Vertaald uit het Duits door Hermien Manger]. 2e druk. Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij n.v., 1965. (*).
126a. De idioot. Roman in vier delen. [Uit het Russisch vertaald door J. Jac. Thomson.] Achtste druk. Arnhem, Van Loghum Slaterus, [1967]. 740 p.
Met geïllustreerd stofomslag, gesigneerd ‘Velthuys’ [?].
‘In “De idioot” heeft D. een mens getekend, in vorst Myschkin, die in een zeldzame mate uit het “goede” leeft: hij is van een ongewone nederigheid, de realiteit der ziel is voor hem de enig zinvolle werkelijkheid, hij wordt door niets zo sterk bewogen als door belangeloze liefde’ (omslagtekst).
127. De idioot. Roman. [Vertaald uit het Russisch door J. Jac. Thomson. 9e druk]. Amsterdam, L.J. Veen, [1970]. 539 p. (*).
In de serie: Amstel paperbacks. Ook in gebonden versie. Volgens Brinkman's Catalogus verscheen ‘ook een uitgave met het impressum D.A.P. Reinaert Uitgaven, Brussel.’ Het is enigszins merkwaardig dat Uitgeverij Veen hier met Thomson's en niet opnieuw met Hermien Manger's vertaling komt. Wanneer de zevende druk van Thomson's vertaling verscheen kon ik niet achterhalen.
| |
De hospita
128. De jonge hospita. Roman door... Vertaald door J.C. van Wageningen. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1923. 191 p.
In de serie: De Meulenhoff-editie. Een algemeene bibliotheek, [157]. Gedrukt bij Boek- Courant- en Steendrukkerij G.J. Thieme, Nijmegen-Arnhem.
Zowel in gebrocheerde vorm als in ‘prachtband met goud’.
| |
De oudgediende
129. De oudgediende. In: De Stem, Maandblad onder redactie van Dirk Coster en Just Havelaar. Arnhem, Van Loghum Slaterus & Visser, 5 (1925). Pp. 570-580.
‘Dostojefskij publiceerde in de “Vaderlandsche Annalen” 1848 “Vertellingen van iemand, die veel beleefd heeft”. Onder dezen titel waren twee vertellingen vereenigd: “De Oudgediende” en “De eerlijke Dief”. Terwijl de tweede vertelling in Dostojefsky's werken werd opgenomen, bleef de eerste tot nog toe onbekend en is in Rusland eerst onlangs tevoorschijn gebracht.’ In 1860 gebruikte D. gedeelten uit het verhaal ‘De oudgediende’ (Otstavnoj) voor ‘De eerlijke dief’.
| |
| |
| |
De jongeling
130. De half volwassene ((Podrostok). Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Eerste-tweede deel. Amsterdam, Uitgeversmy. ‘De Gulden Ster’, z.j., [1929]. 360; 339 p.
In de serie: Meesterwerken der wereldliteratuur. Band, omslag en houtsneden van Johan Dijkstra. Vgl. Nieuwsblad v.d. Boekhandel 94 (1927), p. 750: rechten voor F.M. Dostojewskie, Podrostok, St. Petersburg 1895, toegekend aan Uitg. mij ‘De Gulden Ster’ te Amsterdam.
Uit het inleidend woord van de vertaler: ‘Er bestaat een zekere neiging - haast hadden wij van hardnekkigheid gesproken - bij de Dostojewskie-critiek om den hier in Hollandsche vertaling aangeboden roman eenigszins op den achtergrond te plaatsen.’ In een naschrift in deel 2 wordt verwezen naar de vertaling van een hoofdstuk van deze roman in ‘De Stem’, jaarg. 2 (1922), pp. 949-954.
131. De half-volwassene. Eerste-tweede deel. [Tweede druk. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag], Utrecht-Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, z.j., [1956]. 256; 240 p. (incl. titellijsten).
In de serie: Prisma-Boeken, 226-227. Met nietgesigneerde omslagillustratie.
| |
Een onaangename geschiedenis
132. Een onaangename geschiedenis. Vertaald door H.W. Sandberg. Zeist, J. Ploegsma, 1929. 104 p.
Met illustratie op stofomslag, gesigneerd: M.W. [= Matthieu Wiegman?].
Titel gedrukt in rood en zwart.
133. Een onaangename geschiedenis. Vertaald door H.W. Sandberg. [Herdruk]. Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1934. 104 p. (*).
134. Een onaangename geschiedenis. [Uit het Russisch vertaald door H.W. Sandberg], [Amsterdam], Wereldbibliotheek, [1948]. 105 [5] p.
Bandontwerp en 7 houtsneden van R. Snapper. Gedrukt op de persen van de Wereldbibliotheek... en uitgegeven als premie voor de leden van de W.B.-vereniging in het jaar 1948. Van de oplaag werden 100 exemplaren gedrukt op Simili Japon V.G.Z., gebonden in linnen en genummerd.
| |
De zachtmoedige
135. De zachtmoedige. Een phantastisch verhaal. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag [....]. Amsterdam, Uitgeversmy De Gulden Ster, z.j., [1929]. 132, iii [1] p.
Band, omslag en 3 houtsneden van Johan Dijkstra. De houtsnede op de stofomslag is afgedrukt in blauwe inkt, en is een variant van de illustratie na pag. 8. Dit verhaal stond op het repertoire van de voordrachtskunstenares Charlotte Köhler. Zie: E. van Lokhorst, Over de voordracht van D's verhaal ‘De zachtmoedige’ door Charlotte Köhler. In: De Vrije Bladen 6 (1929), pp. 182-184. De derde druk van 1951 werd aan haar opgedragen door de vertaler. Volgens Brinkman's Catalogus verschenen in de serie ‘De verre kim’, wat echter uit de door mij ingeziene exemplaren niet bleek.
136. De zachtmoedige. Een phantastisch verhaal. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Tweede druk. Amsterdam, Uitgeversmy De Gulden Ster, z.j., [1930]. 131, iii p. (*).
Band, omslag en houtsneden van Johan Dijkstra. Volgens Brinkman's Catalogus, evenals de eerste druk, verschenen in de serie ‘De verre kim’. In de voorjaarsaanbieding 1930 van de uitgever wordt het boek aangeprezen met: ‘De zachtmoedige’ heeft, mede door de talrijke voordrachten van Charlotte Köhler, sterk de aandacht getrokken.
137. De zachtmoedige. Een fantastisch verhaal. Derde druk uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Amsterdam, Uitgeverij ‘De Gulden Ster’, z.j., [1951]. 133 p.
Met 3 houtsneden van Johan Dijkstra.
138. De zachtmoedige. Een fantastische vertelling. [Uit het Russisch vertaald door Aleida G. Schot], Amsterdam, De Bezige Bij, 1954. [2] 69 [3] p.
In de serie: Robijnenboekjes, 3. In het najaar van 1954 naar aanwijzingen van Han de Vries GKf gezet uit de Garamond en gedrukt door n.v. Drukkerij Hooiberg, Epe.
139. De zachtzinnige. Met een inleiding van dr. mr. Hans Leerink. Amsterdam, Weekend-Bibliotheek, z.j., [1954]. 128 p.
In de serie: Weekend-Boeken, 4. Gedrukt op de persen van Boeky, Kunst- en Handelsdrukkerij M.W. van Loosbroek te Oss. Met omslagtekening van Dalenoord. De vertaling is van S. van Praag, zoals uit vergelijking blijkt. De inleiding, pp. 7-11, is biografisch van karakter.
140. Levensangst. Een fantastische vertelling, door Dostojewski. Amsterdam, Uitgevers-Maatschappij ‘Prometheus’, z.j., [1946]. 128 p.
141. Levensangst. Een fantastische vertelling. Am- | |
| |
| |
| |
| |
| |
sterdam, Van Minister's Uitgevers-Maatschappij, 1947. 128 p. (*)
Vgl. Brinkman's Catalogus 1946-1950, p. 376. Betreft het hier een titeluitgaaf van de Prometheus-editie van 1946?
142. Het zachte hart. In: Moedertje Rusland. Een keur der beste verhalen van Pasternak, Dostojewskij, Tsjechow, Gogolj. [Vertaling: Christof Kobelt]. Amsterdam, H. Meulenhoff, [1959]. Pp. 61-96.
In de serie: Meulenhoff's Flamingo-reeks, 17. Omslagontwerp van J.J.C. van der Maas.
143. De zachtmoedige. Een fantastisch verhaal. [Vertaald uit het Russisch door S. van Praag]. Vierde druk. Amsterdam, J.L. Veen's Uitgeversmaatschappij, [1965]. 122 p. è*).
In de serie: Amstel-boeken, 144.
144. De zachtmoedige. Een fantastische vertelling. In: De bezetenen. Nikolaj Ljeskof, De lady Macbeth uit Mtensk... Uit het Russisch vertaald en ingeleid door Aleida G. Schot. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, z.j., [1965], Pp. 69-124.
In de serie: Meulenhoff editie, E 73. Typografie en druk: Bosch-Utrecht. Omslagontwerp: Jan Vermeulen.
| |
Christus en de Grootinquisiteur
145. Christus en de Grootinquisiteur. Een fantastisch poëem van... Bewerkt door D[erk] J[an] Kruijtbosch. Den Haag, N.V. Servire, 1932. 80 p.
Met frontispice (Sixtijnsche Madonna) en 2 illustraties (Grootinquisiteur en Christus van El Greco). Bevat een inleiding van de bewerker, een toelichting bij de illustraties, een epiloog en een literatuurlijst. Het poëem van de Grootinquisiteur is te vinden in het vijfde hoofdstuk van het vijfde boek van ‘De Gebroeders Karamazow’. (Verz. Werken IX, p. 308 vv). Bewerkt naar de Duitse versies van Eliasberg en Kassner.
Rec.: Anth. Donker, in: Critisch Bulletin 4 (1933), pp 60-61.
146. Christus en de Grootinquisiteur. [Nederlandse bewerking en Narede van Ir. D(erk) J(an) Kruytbosch. Tweede, herziene druk]. Den Haag, Servire, z.j., [1954]. 61 [3] p.
Met 2 reproducties (Christus en de Grootinquisiteur). Na de tekst volgt een narede van de bewerker. De tekst is, vergeleken met de eerste druk, hier en daar nogal gewijzigd, evenals het nawoord.
147. Christus en de Grootinquisiteur. [Nederlandse bewerking en Narede van Ir. D.J. Kruijtbosch. Tweede, herziene druk]. Den Haag, Servire, z.j., [1964] 61 [3] p.
In de serie: Servire Luxe-pockets, 98. Met 2 reproducties (Christus en de Grootinquisiteur van El Greco). Foto-offset (?) editie naar de tweede druk van 1954.
| |
De droom van een belachelijk mens
148. De droom van een belachelijk mensch. Een phantastische vertelling. Bewerkt door D.J. Kruytbosch. Met twee opstellen over den schrijver en drie reproducties. 's-Gravenhage, N.V. Servire, 1933, 109 p.
Bevat: Woord vooraf, de tekst van De Droom, en de opstellen: ‘Dostojevskij en de schilderkunst’ en ‘Het probleem der naastenliefde bij Dostojevskij’. Reproducties van schilderijen van Cl. Lorrain, Holbein en Titiaan. Bewerking, op grond van een vertaling uit het Russisch in het Duits van J. Kruytbosch-Scholl Engberts.
149. De droom van een belachelijk mens. Een fantastische vertelling... Vertaald door N. Obolonsky en E.B. Jas. In: L.N. Andrejew, F.M. Dostojewski... Klassieke Russische verhalen. Utrecht/Antwerpen, Prisma-Boeken, [Het Spectrum, 1965]. Pp. 45-64.
In de serie: Prisma-Boeken, 1050. Met geïllustreerd omslag van De Leeuw. Aan het eind: N. Obolonsky, Levensbeschrijving van de auteurs.
150. De droom van een belachelijk mens. Vertaald door N. Obolonsky en E.B. Jas. In: Russische verhalen. Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum, 1965. Pp. 186-206. (*).
| |
Woorden van Vader Sossima
151. Woorden van Vader Sossima. Ontleend aan ‘De gebroeders Karamazoff’. Samengesteld door Mr. Roel Houwink. Baarn, Bosch & Keuning, z.j., [1937]. 32 p.
Libellen-serie, 236.
Gebaseerd op 2 Duitse vertalingen uit het Russisch, resp. van Karl Nötzel en E.K. Rahsin van een reeks fragmenten uit De gebroeders Karamazow. ‘Toch achten wij het van belang, dat Oost en West elkander op deze wijze in Christus' naam ontmoeten en dat wij, West-Europeanen, in het bijzonder onze Oost-Europeesche broeders wat beter leeren verstaan.’ (inleiding).
| |
| |
| |
Poesjkin
152. Poeshkien. Rede, uitgesproken op 8 Juni 1877 in de bijeenkomst van de Vereeniging van Liefhebbers van de Russische Litteratuur. Uit het Russisch vertaald door P.O.L. Astra Nigra viii. ['s-Gravenhage, 1945]. 33 p.
‘... vormt deel VIII van de Astra Nigra-reeks. De oplage bedraagt 100 ex. Niet in den handel.’ P.O.L. is vlgs. de catalogus van de U.B. Leiden: Paul Limburg. Het exemplaar in de K.B. te Den Haag is gedateerd: maart 1945. Illegaal uitgegeven door K. van Boeschoten en L.J. Zimmermann.
| |
Een kleine held
153. Een kleine held, door Dostojewski. Amsterdam, Uitgevers-Maatschappij ‘Prometheus’, z.j., (± 1946]. 125 p.
153a. De kleine held. Uit de mémoires van een onbekende. In: Russische verhalen. Een bundel vertellingen uit de negentiende eeuw. Samengesteld en vertaald door J[ohannes] van der Eng. [Tweede druk]. Utrecht-Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, z.j., [± 1958]. Pp. 73-115.
In de serie: Prisma-Boeken, 104. ‘...het hier gebundelde verhaal... is reeds kenmerkend voor D's enerverende en driftige stijl vol tuimelende bijvoeglijke naamwoorden waarin hij de kleinste nuances van karakter-hoedanigheden en gemoedsbewegingen tracht te vangen’ (de samensteller).
| |
Een schuchter hart
154. Een zwak hart door Dostojewski. Amsterdam, Uitgevers-Maatschappij ‘Prometheus’, z.j. [± 1946]. 131 [1] p.
155. Een schuchter hart. Vertaald door A. Voogd. In: De 43ste april. Zeven verhalen op één thema. Samengesteld door Charles B. Timmer. Amsterdam, G.A. van Oorschot, [1961]. Pp. 83-148.
In de serie: De witte olifant.
| |
Een eerlijke dief
156. De eerlijke dief door Dostojewski. Amsterdam, Uitgevers-Maatschappij ‘Prometheus’, z.j., [1944]. 45 [3] p.
Colophon: In het vijfde oorlogsjaar werd deze novelle met de hand gezet uit de ‘Garamond’ en op de ‘fietspers’ gedrukt bij N.V. Van Munsters Drukkerijen te Amsterdam, in een genummerde oplage van duizend exemplaren. Titel in rood en zwart.
| |
De jongen die op kerstavond bij Christus was
157. Het jongetje bij de kerstboom van Christus. Fragment uit ‘Het dagboek van de schrijver’. Kerstverhaal van F.M. Dostojewsky, voor ‘De Nieuwe Eeuw’ uit het Russisch vertaald door J. van der Eng. In: De Nieuwe Eeuw, Jg. xxxi, no. 306, 23 December 1950, p. 5.
Deel 2 van Januari 11, 1876 uit het Dagboek, Verz. Werken, x, pp. 166-170.
158. De jongen bij de kerstkoom van Jezus Christus. In: Haagse Post, 18 December 1954, (40ste Jaargang, no. 2088). Pag. 24.
Met een tekening van C.C. Pusch.
| |
De krokodil
159. De krokodil. Een buitengewone geschiedenis of een passage in de passage. Een verhaal over een eerbiedwaardige heer van een zekere leeftijd, die levend door een krokodil in de passage werd opgeslokt en hetgeen daaruit voortvloeide. [In het Nederlands vertaald door C.G. Schwencke, Lit. slav. drs.]. [Bussum, G.J.A. Ruys Uitgeversmij n.v., 1954]. 94 p.
In de serie: Baskerville-editie, 2. Met 3 illustraties en stofomslag van Joan MacNeill.
| |
De man van Akoeljka
160. De echtgenoot van Akoeljka. Vertaald door A.W. van Agtmaal/F.J.M.C. van Schoonderwalt. In: F.M. Dostojevski/M. Koesmin... Russische misdaadverhalen. Utrecht/Antwerpen, Prisma-Boeken, [Het Spectrum, 1969]. Pp. 45-58.
In de serie: Prisma-Boeken, 1351. Omslag: Bert Bouman. Hoofdstuk iv van het tweede deel van Aantekeningen uit het Dodenhuis, (Verz. Werken,
iii, pp. 231-242.
| |
Collecties van twee of meer werken
161. De eerlijke dief en Een kleine held. Uit het Russisch van F.M. Dostojefski door J.C. van Wageningen. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, z.j., [1921]. 174 p.
In de serie: De meesterwerken van F. Dostojefsky. Daalders-Editie, 51. Gedrukt bij de N.V. Drukkerij
| |
| |
‘De Nieuwe Tijd?, Amsterdam. Met titelrandlijst (lijncliché) van André Vlaanderen. Geïllustreerd omslag van B. van Mens.
De eerlijke dief: pp. 9-58; Een kleine beid: pp. 61-174.
162. Politieke geschriften onder toezicht en van een inleiding voorzien van Henriëtte Roland Holst. Amsterdam, n.v. Johannes Müller, z.j., [1923]. 292 p.
Pp. 5-46: Inleiding; pp. 47-112: Drie vraagstukken; pp. 113-155: Eén der belangrijkste vragen van den dag; pp. 156-179): Ruslands finantiën; pp. 280-209: Het joodsche vraagstuk; pp. 210-223: Vroeger of later moet Constantinopel toch in ons bezit komen; pp. 224-258: De oorlog; pp. 255-272; Het aziatische vraagstuk; pp. 273-292: Puschkin, Rede gehouden op 8 Juni 1880... ‘[Een] wel is waar onvolledige, maar toch tamelijk representatieve, keur van de opstellen, in het “Dagboek van een Letterkundige” verschenen...’. De voetnoten aan het begin van ieder hoofdstuk zijn gesigneerd E.K. R[ahsin], de vertaler uit het Russisch in het Duits van het deel ‘Politische Schriften’, verschenen bij Piper in München, uitgegeven door Arthur Moeller van den Bruck, met medewerking van D. Mereschkowsky; Sämtliche Werke, Bd. xii, (1907). De Nederlandse uitgave is vertaald naar deze Duitse.
Rec.: N. van Wijk, in: De Gids 87 (1923), p. Romein, Kritiek, p. 49, wijst op de verwantschap tussen H. Roland Holst's inleiding en die van Rosa Luxemburg bij haar vertaling van Korolenko's ‘Istoria mojewo Sowremennika’, geschreven in de strafgevangenis van Breslau, juli 1918. Het probleem is D's reactionaire opvattingen in zijn latere werken.
163. Groote gedachten. Bijeengebracht en bewerkt door Attie Nieboer. Amersfoort, Uitgeverij ‘Logon’, z.j., [1925]. 276 p. (*).
In de serie: Boeken die het karakter adelen. Brinkman's Catalogus vermeldt als jaar: 1925. Volgens de C.C. in Den Haag bezit de Provinciale Bibliotheek in Middelburg een exemplaar, gedateerd ‘ca. 1938’.
164. Eenige onbekende brieven van Dostojewski. In: De Stem. Onder redactie van Dirk Coster. Arnhem, Van Loghum Slaterus, 11 (1931). Pp. 637-640.
Twee nog niet eerder gepubliceerde brieven, de eerste aan Nic. Nicolajewitsch Strakhoff, Dresden 1871; de tweede aan Alexis Suworin, daterend uit 1878. De brieven geven ‘een bijzonderen kijk op 's dichters gevoelens omtrent de revolutionnaire beweging van 1871 en zeven jaar later.’
165. De levende gedachten van Dostojewski belicht door Rob Limburg. Den Haag, n.v. Servire, 1941. 190 p.
In de serie: Levende gedachten, [1e reeks], 4. Pp. 6-45: Rob Limburg belicht Dostojewski; pp. 47-190: fragmenten uit ‘Schuld en boete’ en ‘De gebroeders Karamazof’, zoals Opstand tegen God, De legende van de grootinquisiteur, De duivel, De opwekking van Lazarus, Het laatste oordeel, Het leven van den Starets Sossima, De bruiloft te Kana.
166. Dostojewski Omnibus. Utrecht/Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum n.v., [1964]. 895 p.
Bevat de volgende werken:
- | De vernederden en vertrapten. Uit het Russisch vertaald door Johannes Cornelis van Wageningen. Derde druk. |
- | Witte nachten. Sentimentele roman. Uit het Russisch vertaald door Margaretha Ferguson en N. Obolonsky. Tweede druk. |
- | De hospita. Uit het Russisch vertaald door Margaretha Ferguson en N. Obolonsky. Tweede druk. |
- | De kleine held. Uit de mémoires van een onbekende. Uit het Russisch vertaald door Johannes van der Eng. Derde druk. |
- | Oompjes droom. Een episode uit de geschiedenis van de stad Mordassow. Uit het Russisch vertaald door S. van Praag. Vierde druk. |
- | De speler. Uit het Russisch vertaald door Albert Christiaan Niemeijer. Derde druk. |
- | De zachtmoedige. Een fantastisch verhaal. Uit het Russisch vertaald door Margaretha Ferguson en N. Obolonsky. Tweede druk. |
Met een voorwoord van N. Obolonsky.
| |
C. Literatuur over Dostojevski
167. Necrologie [van Feodor Dostojeffsky (sic)]. In: De Portefeuille. Letterkundig weekblad. Arnhem, G.J. Thieme, 2 (1880-1881). P. 443.
‘Hij streefde in zijne werken steeds het doel na, in den geest der arme, verdrukte bevolking de hoop op eene aanstaande bevrijding van het dwangjuk levendig te houden.’
168. P.H. de C., De letterkunde in Rusland. In: De Portefeuille. Nieuwe Kunst- en Letterbode. Amsterdam, M.M. Olivier, 3 (1881-82). Pp. 3-4.
‘De bladen verzekeren, dat sedert den dood van Pushkin... geene dergelijke ontroering St. Petersburg vervuld had als den 10 Februari, toen de dood van D. bekend werd.’ Een in St. Petersburg geschreven artikel van maart 1881.
169. Brink, Jan ten, Moderne romanschrijvers. Theodoor Michailovitsch Dostojewski. In: Neder- | |
| |
land. Verzameling van oorspronkelijke bijdragen door Nederlandsche letterkundigen, onder redactie van Jan ten Brink... Amsterdam, J.C. Loman Jr., 1886. Tweede deel. Pp. 71-105.
‘Men moet erkennen, dat D. een naturalist, een psycholoog, en een dichter is, die ons met onverschrokken hand door de zwarte hel der Russische volksellende voert, om ons in zijn held Raskolnikow het afschrikwekkend beeld van wroeging, van tot waanzin stijgenden angst te teekenen. Van dezen indruk rekenschap te geven is het doel van dit opstel.’ Gebaseerd op de Franse vertaling door Victor Derély, Paris 1885, en de eerste Nederlandse door Kuknos, 's-Gravenhage, 1885.
170. Busken Huet, Conrad, Nieuwe Russische letteren. In: Litterarische fantasien. Vierde reeks. Achtste deel. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink, 1886. Pp. 44-61.
Bestaat uit 3 delen: i. De Slavische beweging; ii. Dostoievski; iii. Graaf Tolstoï.
‘Het dóórdringen van den russischen roman in Europa moet ongetwijfeld worden toegeschreven aan het voortreffelijke daarin, het oorspronkelijke, het frissche. Onze romanverslmdende eeuw, geblaseerd maar altijd hongerig, werd aangenaam verrast door de schildering van nieuwe toestanden, in een nieuw kader, met nieuwe vormen.’
171. Wolfgang, Letterkundige kroniek (Recensie van Schuld en boete). In: De Nederlandsche Spectator. 's-Gravenhage, Mart. Nijhoff, 1886. P. 202.
‘Buiten de pathologische zielkunde, op Raskolnikow toegepast, brengt D. in beeld de dronkenschap in haar ruwe, gemoedelijke en beschaafde uitingen; den waanzin en zijn hartbrekende verschijnselen; het fatsoen en zijn lachwekkende openbaringen.’
Is de auteur dezelfde als H. Wolfgang van der Mey, (zie nr. 173)?
172. Brink, Jan ten, Dostojewski. In: Vragen van den Dag. Populair tijdschrift op het gebied van Staathuishoudkunde... onder hoofdredactie van H. Blink. Amsterdam, C.L. Brinkman, 3 (1888). Pp. 578-592.
‘... de schokkende, huiveringwekkende vertellingen van D. openbaren een toestand der gemoederen in Rusland, die zeer nabij verwant is aan den toestand der geesten in Duitschland aan het eind der vorige eeuw. De romanschrijvers... leeren aan Europa nu veel meer van de Russische toestanden dan ooit uit de beste geographische, ethnologische en statistische handboeken zou kunnen geleerd worden.’ (p. 579). Bevat een bibliografie van vertalingen van D's werken.
173. Wolfgang van der Mey, Hendrik. Levensschets van Theodoor Dostojewskij. In: Los en Vast voor 1889. Leiden, S.C. van Doesburgh, 1889. Pp. 1-40; 117-161; 251-302; 343-392.
Vgl. Romein, Kritiek, p. 18 v.v.: ‘Het is goed, dat Holland in het werk van Wolfgang van der Mey een in veel opzichten zoo merkwaardige bijdrage tot de Westersche D.-literatuur bevat, want het zou tot ver in de twintigste eeuw duren vóór er hier weer iets verscheen, dat een vergelijking met hem doorstaan kan.’
174. Spin, J.W., Dostojewski. In: De Jonge Gids, onder redactie van Herm. Heijermans Jr. Amsterdam, J.A. Fortuijn, i (1897/98). Pp. 550-553; 630-640.
‘In Rusland is de romanschrijver de heraut van de publieke opinie en de middelen, die hij aanwendt om op de conscientie in te werken, worden nauwelijks in overweging genomen, mits hij zijn doel maar bereikt. Daardoor laat het zich verklaren, dat de Russen mannen als D. als een Propheet vereeren.’ (p. 633).
175. Kropotkin, P[etr Aleksevitsj], Dostojewskij. In: Idealen en werkelijkheid in de Russische literatuur. Met toestemming van den schrijver uit het Engelsch vertaald door Fanny MacLeod-Maertens. Gent, Ad. Herckenrath - Amsterdam, S.L. van Looy, 1907. Pp. 210-221.
Adres op de band: Amsterdam, Emmering. ‘D. wordt nog steeds zeer veel gelezen in Rusland en toen zijne romans vóór een twintigtal jaren voor de eerste maal in 't Fransch, in 't Duitsch en in 't Engelsch werden vertaald, werden zij begroet als eene openbaring. Hij werd geprezen als een der grootste schrijvers van onzen tijd en als dengene die “de mystieke Slavische ziel” ongetwijfeld het best had uitgedrukt. (Wat deze uitdrukking mag betekenen?)’, (p. 219). Vgl. Romein, Kritiek, pp. 48-51.
176. Wijk, Nikolaas van, Over het Russische volkskarakter i-ii. In: De Tijdspiegel 's-Gravenhage, G.C. Visser, 1907, deel 1. Pp. 155-180, 294-310.
‘En deze schrijver, deze menschenkenner bij uitnemendheid, beschrijft ons Russische menschen, Russische toestanden! Hoe zou men deze dus beter kunnen leeren begrijpen, dan door zijn geschriften te lezen?’ (p. 157).
Beschouwingen naar aanleiding van o.a. Booze geesten, Misdaad en straf, en De gebroeders Karamazow.
177. Querido, Is., Misdadigers en misdaad in den modernen roman. Een studie. In: Groot Nederland. Letterkundig Maandschrift voor den Nederland- | |
| |
schen Stam. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 6 (1908), deel 1, Pp. 563-604, 693-721.
Deel van het 2de hoofdstuk gewijd aan: D. en de misdadigers. ‘Een der groote dingen van D. is nu, dat hij, zonder eenig gerangschikt wetenschappelijk materiaal de duizenderlei doorééngroeiings- en verwikkelingsvormen van de psychose heeft gediagnostiseerd...’ (p. 577).
178. Stokvis, Z., Dostojefskie. In: Idem, Inleiding tot de Russische literatuurgeschiedenis. Hoofdstuk iv. Amsterdam, Maas & Van Suchtelen, 1909. Pp. 11-146.
In de serie: Bibliotheek van Russische literatuur, 15/16
179. Brandes, Georg, Dostojefski. In: Vragen van den Dag. Maandschrift voor Nederland en Koloniën. Op het gebied van staathuishoudkunde en staatsleven... Onder hoofdredactie van Dr. H. Blink. Amsterdam, S.L. van Looy, 25 (1910). Pp. 316-340.
Van dit essay verscheen een Duitse versie, vertaald door Paul Herrmann: Dostojewski. Ein Essay. Berlin, Brachvogel & Ranft, 1889. (Deutsche Litterarische Volkshefte, 3). Vgl. Romein, Kritiek, p. 22: ‘Over het algemeen is Brandes’ D.-beschouwing... de soliedste, breedste en diepste van alle beschouwingen, die aan Merezjkowskij zijn voorafgegaan, de Russische... niet uitgezonderd.’ M.'s boek, Tolstoj en Dostojevski, kwam in Duitsland voor het eerst in 1903, in Nederland in 1918 uit.
180. M[eer], P. van der, Uit Parijs. V. In: De Samenleving. Nederlandsch Weekblad. Onder Redactie van Dr. F.H. Fischer. Amsterdam, Algemeene Uitgevers Maatschappij. 1e jaargang, no. 48, 27 Mei 1911. Pp. 649-650.
‘...ik heb onlangs een theaterstuk gezien dat door een Fransch schrijver uit den roman van D. “les Frères Karamazow” getrokken was, en het was een niet al te zeer mislukte poging, deze buitengewoon moeilijke en vrijwel ondoenbare daad.’ Bevat een bespreking van de voorstelling.
181. [Thorn, Georg W.,] Dostojewski's denkbeelden omtrent godsdienst. In: Wetenschappelijke Bladen. Geschiedenis... Letterkunde. Een bloemlezing uit buitenlandsche tijdschriften. Onder redactie van J.F.H. Boonacker en Ch. M. van Deventer. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & Zoon, 1915. Vierde deel. Pp. 219-231.
Naar een artikel in The Contemporary Review, Augustus 1915.
182. Nieboer, Attie, Russische litteratuur. Dostoievsky. In: Eigen Haard. Geïllustreerd Volkstijdschrift. Amsterdam, J.H. de Bussy, 42 (1916). Pp. 332-334, 373-374, 420-422.
Geschreven naar aanleiding van het verschijnen van de eerste Nederlandse uitgave van ‘De Gebroeders Karamazow’, in de vertaling van Anna van Gogh-Kaulbach.
183. Thomson, J. Jac., Dostojefsky's cultuurbetekenis. In: EItheto. Orgaan der Nederlandsche Christen Studenten Vereeniging, 27 (1917). Pp. 217-233.
‘Met een verbijsterend realisme heeft D. de menselijke ziel gegrepen, met een zoodanig realisme, dat hij met het eindige het oneindige, met het geopenbaarde het mysterie, met het tijdelijke het eeuwige in eenen herstelde’, (p. 222).
184. Thomson, J. Jac., Dostojefsky. (Lezing gehouden op den zomercursus te Barchem, Aug. '17). In: Omhoog. Onafhankelijk-godsdienstig tijdschrift. Red. G.H. van Senden, J. Jac. Thomson. Amersfoort, P. Dz. Veen, 4 (1917). Pp. 221-238.
‘En wie nu misschien deze boeken niet of ternauwernood kent vraagt mogelijk: is dit dan een wereld van krankzinnigen?’ (p. 230).
185. Thomson, J. Jac., De Russische ziel en de westersche cultuur. Zeist, J. Ploegsma, 1917. [8] 142 p.
Met omslagillustratie.
‘...er is aanleiding om hoofdzakelijk bij een oogenblik te blijven. Want hij heeft ons meer dan wie ook het Russische wezen als iets wonderbaars geopenbaard. Hij is ons mond en verkondiger daarvan... Voornamelijk door hem tracht ik te zien tot den achtergrond van Russisch geestesleven...’ (inleiding). Bevat de tekst van zes lezingen gehouden in de Amersfoortse School voor Wijsbegeerte.
186. Merejkowski, Dmitri Sergewitsch, Tolstoi en Dostojewski als menschen en kunstenaars. Voor Nederland bewerkt door W.J.A. Roldanus Jr. Utrecht, W. de Haan, z.j., [1918]. [4] 249 [3] p.
Gedrukt bij: Boek- en Kunstdrukkerij S.W. Melchior, Amersfoort.
‘...evenzeer als hij hier geldt als eerste woordvoerder der diabolisten, zou men hem (d.i. Merejkowski), met zijn op D. geïnspireerde verwachtingen van een toekomst-religie den vader der stichtelijke beschouwing kunnen noemen’ (Romein, Kritiek, p. 133).
De oorspronkelijke Russische uitgave verscheen voor het eerst in St. Petersburg, 1901-03; de veelverbreide Duitse vertaling in 1903 te Leipzig.
Rec.: Joh. de Meester, in: De Gids, 82 (1918), deel
iv, pp. 488-491; F. Lapidoth, Kunstkroniek, in:
| |
| |
Nieuwe Courant, 1918.
187. Thorn, Georg, W., De Russische revolutie en Dostojefskiej. In: Wetenschappelijke Bladen. Geschiedenis... Letterkunde. Een bloemlezing uit buitenlandsche tijdschriften. Onder redactie van J.F.H. Boonacker en G.C. Gerrits. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & Zoon, 1918. Vierde deel. Pp. 33-42.
Naar een artikel in The Contemporary Review, Juni 1918.
‘...D.'s schildering van de Russische ziel helpt ons tenminste meer de bestaande toestanden te begrijpen dan vele andere ons geboden verklaringen...’ (p. 42).
188. Coster, Dirk, Dostojevski. La vie et l'oeuvre de Dostojevski, par Serge Perski, avec un portrait. Payot et Cie, Paris, 1918. In: De Gids. Amsterdam, P.N. van Kampen. Jaargang 83 (1919), 4de deel. Pp. 151-161, 310-321.
De eerste versie van Coster's bekende essay, waarop gereageerd werd door: Jozu Alexandroff, Open brief aan D. Coster naar aanleiding van zijn artikel over Dostojewski in ‘De Gids’. In: Den Gulden Winckel, 19 (1920), pp. 15-16.
189. Wijk, Nikolaas van, Dostojewskij (1821-1881). In: Idem, Hoofdmomenten der Russiese letterkunde. Poeshkin, Gogolj, Tolstoj, Dostojewskij. Zeist, J. Ploegsma, 1919. Pp. 106-141.
Vgl.: A.M. de Jong, Een proffenboek. In: De Nieuwe Stem 1 (1918-19), deel 2, pp. 335-345. H.J. Robbers, in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift 29 (1919), dl. 58, pp. 278-282.
190. Coster, Dirk, Dostojevski. Een essay. Arnhem, n.v. Uitgevers-Maatschappij Van Loghum Slaterus & Visser, 1920. 83 p.
Afzonderlijke uitgave van Coster's bespreking van Serge Perski, Dostojevsky, Paris, Payot et Cie, 1918. ‘Over dezen Dostojevski, die het geweten werd der moderne menschheid, die het zielsleven van de 19de eeuw tot een moderne mythologie omschiep, oreert nu, bij monde van de heer Persky, de internationale vlakhoofdigheid en het internationale verstand.’ Zie over Persky ook: Romein, Kritiek, pp. 32-34.
191. Dostoïewsky, Aimée [= Ljoebow Fedorowna], F.M. Dostoïewsky door zijn dochter. [Geautoriseerde vertaling van het oorspronkelijke, Franse handschrift]. Arnhem, n.v. Uitgevers-Maatschappij Van Loghum Slaterus & Visser, 1920. vii, 361 p.
Het voorwoord is gedateerd: Zwitserland 1918-1919. Zie over dit merkwaardige boek b.v.: Romein, Kritiek, p. 34-36.
Rec.: P.H. Ritter Jr., Dostoïewsky door zijn dochter beschreven. In: Den Gulden Winckel 20 (1921), pp. 161-163. F. Lapidoth in: Nieuwe Courant, 15-8-1920.
192. Coster, Dirk, Dostojevsky's ‘Schuld en Boete’. In: De Stem... Arnhem 1 (1921), deel ii, pp. 1132-1148.
‘Inderdaad is de beteekenis van dit boek zoo groot, dat het op een plan komt te staan, waar alle verschil tusschen dood, mensch of kunstwerk wegvalt. Het verheft zich tot een wereldsuggestie.’ (p. 1137).
193. Antwoorden op de Dostojevsky-enquête. In: De Stem. Maandblad... Arnhem, Van Loghum Slaterus & Visser, 1 (1921), deel 2. Pp. 1057-1107.
Antwoorden op Coster's enquête van: Fr. Erens, Herm. Robbers, P.H. van Moerkerken, J.D. Bierens de Haan, G.H. van Senden (pp. 1065-1082!), H.T. de Graaf, E. Lucka, G.J. Heering, Mad. Böhtlingk, Alb. Plasschaert, Fr. Pauwels, A.H. Nijhoff-Wind, Joh. Tielrooy, Herm. Wolf, D. Bles, A.J.M., Ary Prins.
Zie over Coster, zijn opvattingen over D., en de enquête ook: Rud. Jans, Tolstoj in Nederland.
Academisch proefschrift. Bussum, Paul Brand, 1952, pp. 125-128.
194. Coster, Dirk. Overzicht der antwoorden [op de Dostojevsky-enquête]. In: De stem. Maandblad onder redactie van Dirk Coster en Just Havelaar. Arnhem, Van Loghum Slaterus & Visser, 1 (1921), deel 2. Pp. 1108-1124.
‘De beschouwingen die wij thans reeds kunnen publiceeren, zijn meestentijds van hoog gehalte, ... treffend door warmte of door scherpzinnige dialectiek...’ (p. 1109).
195. Heugten, J. van, Theodoor Michailowitsj Dostojefski (1821-1881). In: Studiën. Tijdschrift voor Godsdienst, Wetenschap en Letteren. Nieuwe reeks. 's-Hertogenbosch-Antwerpen, L.C.G. Malmberg, Jaargang 53, deel 96 [1921]. Pp. 133-151.
‘Wel blijft... D. een groot, een machtig schrijver, met hooge tendensen, doch zijn werken bevatten wegens hun disparate bestanddeelen alles behalve zuiver goud en zijn daarom niet zonder voorbehoud aan te bevelen.’
196. Hulzen, G. van, F.M. Dostoïewsky. In: Morks Magazijn. Dordrecht, C. Morks Czn., 23 (1921), deel 2. Pp. 241-248.
‘Neen, aan bewondering voor D.'s machtig beeldend talent, realistisch en gelijk psychopatisch, peilend de diepste roerselen van den verzenuwden modernen mensch, zal het ons niet spoedig ontbreken,
| |
| |
zoodat de herdenking, die we thans vieren, waarlijk eerlijk is.’
197. Mijnssen, Frans, Dostojewski. In: De Socialistische Gids. Maandtijdschrift der Sociaal-Democratische Arbeiderspartij. Amsterdam, Uitg. mij ‘Ontwikkeling’, 6 (1921), Pp. 986-988.
‘Door het werk van D., den idealist, den mysticus, spreekt de stille, nooit zich opdringende overtuiging, dat in zijn diepste innerlijk de mensch goed is, en dat hij den strijd winnen kan.’ (p. 988).
198. Nieuwenhuis, Jan, F.M. Dostojefsky i-v. In: Opgang. Geïllustreerd weekblad voor godsdienst... Onder hoofdredactie van Herm. van den Eerenbeemt. 1 (1921). Pp. 925-926, 938-939, 979-980, 1006-1008, 1024-1026.
‘Maar er zijn... verschijnselen van hoogere orde, die de belangstelling voor D. verklaren. Hij is zo door-en-door modern. Zijn werken zijn ruim een halve eeuw oud, maar beantwoorden opmerkelijk aan de nieuwe verlangens.’
199. ‘Een Winckel-Bediende’, Flaubert en Dostojefski in Nederland. Naar aanleiding van de gedenkdagen van hun geboorte 1821 - 12 December/30 October - 1921. In: Den Gulden Winckel. Geillustreerd Maandschrift voor Boekenvrienden in Groot-Nederland. Baarn, Hollandia-Drukkerij, 20 (1921). Pp. 182-184.
‘... vonden wij het wel interessant na te gaan en te vermelden wat er van beider werken in het Nederlandsch is vertaald en wat er in ons land over hen geschreven is’. (p. 182).
200. Antwoorden op de Dostojevsky-enquête. In: De Stem. Maandblad... Arnhem, Van Loghum Slaterus & Visser, 2 (1922), deel 1.
Antwoorden van: E. van Lokhorst (77-78), N. Naeff (78), D. Th. Jaarsma (78-81), I. van Dillen (82-85), P.H. Ritter Jr. (120-123), T. Goedewaagen (123-127), T. Gorter (127-131), A. Haga (131-135), H. Hana (135-137), A.K. Kuiper (137-141), O.E. van Stockum-Boissevain (142-143).
201. Coster, Dirk, Voor en tegen Dostojevsky. i. De laatste antwoorden; ii. [De reactie van G.H. van Senden]; iii. [De reactie van J.D. Bierens de Haan]. In: De Stem. Maandblad... Arnhem... 2 (1922), deel 1. Pp. 175-243; 259-288b.
‘De lezersantwoorden waren in zekeren zin een litteraire verrassing... door de mate van intellect, critische scherpzinnigheid en uitingsvermogen die “de Hollandsche lezer”, de beste der Hoïlandsche lezers, hier toont’ (p. 175).
202. Erens, Frans, Dostojewski. (Aanteekeningen). In: De Gids, 86 (1922), deel iii. Pp. 481-499.
‘D. is hoofdzakelijk de auteur voor zijn eigen land. Voor ons heeft hij niet die betekenis, die hij voor de Russen heeft’ (p. 496).
203. Gruyter, J. de, Shelley en Dostojewski. In: De Communistische Gids. Wetenschappelij Maandschrift van de Communistische Internationale in Nederland. Amsterdam, Comm. Partij in Nederland, 1 (1922). Pp. 661-676, 698-717.
‘Hoe menschelijk, hoe schitterend menschelijk zijn beiden, en hoe verschillend! Tusschen de lichtende hoogten van Shelley en de sombere diepten van D., hoogtes en diepten, waarvan de grenzen buiten ons kenvermogen vallen, schijnt dat daar ligt de oneindigheid van menschelijke vreugden en smarten...’ (p. 717).
Deze studie verscheen ook in: English Studies, July 1922.
204. Duyn, Gerard van, Leo Tolstoi en de nieuwste richting in onze literatuur. In: Den Gulden Winckel. Maandschrift voor Boekenvrienden in Groot-Nederland. Onder red. van Gerard van Eckeren. Baarn, Hollandia-Drukkerij, 22 (1923). Pp. 5-9.
‘Tolstoi is de fijnvoelende, rustige beschouwer en peinzer, de Westerling; Dostojewski daarentegen, de Aziaat, de fel bewogen mensch, die uit zijn overmaat van leven tal van romanmenschen schept...’.
205. Jong, A.M. de, Dostojewski. Een kleine studie door... Amsterdam, N.V. Boekhandel en Uitgeversmaatij (sic) Ontwikkeling, Paleisstraat 43, 1923, 139 p.
‘Kleine Valk Bibliotheek,’ 5. Overgedrukt uit het Dagblad ‘Het Volk’ te Amsterdam. Gedrukt bij de Electr. drukkerij ‘Vooruitgang’, Keizersgracht 378, Amsterdam.
Uit het voorwoord: ‘Achterstaande kleine studie over D. is een herdruk van een twaalftal “Letterkundige Kronieken”, in “Het Volk” gepubliceerd.
Aanvankelijk begonnen als een critiese beschouwing van Jac. J. Thomsons vertaling van “De Idioot” (bij Van Loghum Slaterus en Visser te Arnhem verschenen) raakte ik spoedig verdiept in de meer algemene vraagstukken, die bij het schrijven over D. van alle Tijden op de auteur aandringen...’.
Inleiding: ‘Sinds de snobs begonnen zijn, zich van Dostojewski meester te maken, is het niet gemakkeliker geworden deze grote Rus naar zijn enkele, zuiver-eigen wezen en waarde te begrijpen... D. is niet wat de snobs tot meerdere glorie van hun voze waanwijsheid van hem willen doen geloven. Hij is b.v. niet in laatste instantie “een Grote Rus” en
| |
| |
daardoor voor “ons Westerlingen”, grotendeels onbegrijpelijk. In laatste instantie, ontdaan van alle etiquetten, die menigten van snobs hem opgeplakt hebben, is hij een groot mens en daardoor voor ons, mensen, volkomen verstaanbaar.’
206. Leeuwen, J.A. van, Dostojewski. In: Stemmen des Tijds. Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Utrecht, G.J.A. Ruys, 12 (1923), deel iii. Pp. 299-325.
‘En naast wie op de vraag naar verklaring voor de gretigheid, waarmede D. gelezen wordt, antwoorden: “mode”, of “eigen geestelijke armoede”, zijn blijde stemmen, die de verklaring vinden in het ontvankelijk worden voor het verstaan van zijn profetisch woord.’ (p. 324).
207. Poort, Herman, Letterkundig overzicht. [Bespreking van:] Dostojewsky par André Gide, Plon-Paris. In: De Opbouw. Democratisch tijdschrift. Utrecht, A.W. Bruna & Zoon, 6 (1923-1924). Pp. 514-524.
‘D. dient in vele gevallen slechts om die waarheden te steunen en te bevestigen, waartoe Gide zelf in een lange geestelijke evolutie gegroeid is. Ik zou hierop niet zoo nadrukkelijk de aandacht vestigen indien het niet typeerend was voor schier alle West-Europeesche beschouwingen over D.’ (p. 515-16).
208. Gruyter, J. de, Dostojevski en het maatschappelijk leven. Een biographie en critiek door... Schrijver van: ‘De Russische revolutie’ en van ‘Het leven en de werken van E. Douwes Dekker’. Baarn, Uitgegeven door de Hollandia-Drukkerij, 1924. [4] 311 p.
‘Dat versche lucht en behoorlijk voedsel even noodig zijn voor de genezing van misdaad en zonde als preeken en opwekkingen of de extazen en vizioenen van een profeet, in elk geval dat de laatste zonder de eerste, maar weinig en dikwijls geenerlei blijvende waarde kunnen hebben, is in D.'s boeken lang niet vanzelfsprekend. Integendeel, versche lucht en behoorlijk voedsel schijnen vrijwel te verwaarloozen faktoren in zijn levensfilosofie, waarin de geest tegenover het lichaam een zeer superieure, onafhankelijke, overmoedige houding aanneemt.’ (p. 300).
209. Romein, Jan Marius, Dostojewski in de Westersche kritiek. Een hoofdstuk uit de geschiedenis van den literairen roem. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & Zoon, 1924. [8] 225 [3] p.
Proefschrift bij Prof. N. van Wijk in Leiden. Verscheen ook in een handelsuitgave. Zie over dit werk: A. Romein-Verschoor, Omzien in verwondering, deel 1. Amsterdam, Arbeiderspers, 1970, pp. 216-217: ‘Zijn dissertatie kwam uit bij Tjeenk Willink, waar hij alleen maar heen gegaan was, omdat hij Huizmga (en zo goed verzorgd) uitgaf. De oude heer Tjeenk Willink had plezier in het boek en gaf het voor eigen rekening, ik meen in 1000 exemplaren, uit. Gelukkig had hij er geen strop aan...’.
210. Vansina, Dirk, Dostoievskij. Eindhoven, Lecturis/Antwerpen, Leeslust, 1927. 160 p.
Een mysterieus boek, in geen bibliotheek te traceren en van een auteur over wie verder niets te vinden valt.
211. Wijk, Nikolaas van, Dostojewskij. In: Idem, Geïllustreerde geschiedenis der Russische letterkunde. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1927. Pp. 164-174.
‘Wie echter, eenigzins Rusland kennende en gewapend met een scherp onderscheidingsvermogen, D. bestudeert, die kan èn zijn menschenkennis èn zijn begrip van 't Russische volk door geen andere lektuur meer verrijken.’ (p. 174).
212. Brugh, E.J. van der, Het bedenkelijke in de Dostojewsky-vereering. In: Denken en Leven. Tweemaandelijksch wijsgeerig tijdschrift. Onder redactie van J. Flentge... Z. pl. Jaargang 3 (1928). Pp. 1-12.
‘...als men door de nuchtere wetenschappelijkheid teleurgesteld, in het chaotisch-demonische, in het dumpfe Weben des Geistes nu het wezenlijke ontdekt acht, dan leidt dat tot overschatting van alles wat aan dien geest des tijds verwant is.’
213. Coster, Dirk, Dostojevski. Een essay. Tweede herziene druk. [Gevolgd door: De wedloop], Arnhem, n.v. Van Loghum Slaterus' Uitg. Mij, 1928. 90 p.
Uit het voorbericht: ‘Zoo het geslacht, dat sinds 1919 tot volwassenheid kwam, dit boekje nog wil lezen, zo is het niet moeilijk den toonsleutel aan te geven waarin het thans wil worden gelezen. Men neme het, in zijn essentieele gedeelten, éér als een gedicht in proza dan als een bezonnen betoog...’. Zonder het voorbericht, met een verantwoording van de tekst door P. Ooms, herdrukt in: Dirk Coster, Verzamelde werken [viii]. Leiden, A.W. Sijthoff, 1966, pp. 263-304.
214. Dolinin, A.S., Dostojewsky's onsterfelijke geliefde. Uit het dagboek van Appollinaria P. Soeslowa. Vertaling uit het Russisch van A. Kosloff.
's-Gravenhage, J. Philip Kruseman, z.j., [1930]. 252 p.
Bevat een inleiding van A.S. Dolinin, het dagboek (pp. 65-192), Soeslowa's verhaal ‘De vreemde vrouw en de minnaar’ (pp. 191-232) en enige brie- | |
| |
ven, gewisseld tussen D. en Soeslowa.
215. Thurneysen, Eduard, Dostojefsky. Vertaald door J. Jac. Thomson. Zeist, J. Ploegsma, 1930, 101 p.
De oorspronkelijke Duitse uitgave verscheen voor het eerst in München, Ch. Kaiser, 1921. Vgl. Romein, Kritiek, p. 109: ‘Bij... [Thurneysen] is de belangstelling voor den mensch D. volledig verdrongen door die voor de menschen van D., en dat nog niet eens in hun bijzonderheid als romanfiguren uit de tweede helft der negentiende eeuw, maar in hun algemeenheid als tijpe van den modernen mensch.’
216. Hackel, Alfred, Dostojewsky's Brieven. Pisma Dostojewskago. Gozisdat. (De Brieven van Dostojewski). Staatsuitgeverij). In: Critisch Bulletin, Arnhem, Van Loghum Slaterus & Visser, 3 (1932). Pp. 561-565.
Bespreking van de Brieven-uitgave, delen 1 en 11 (1928-1930), de brieven tot 1871 bevattend, bezorgd door A.S. Dolinin.
217. Frank, S[emen Ljudvigovitsj], Dostojewsky en de crisis van het humanisme. Vertaald door C.J. Egbertsen. Amersfoort, P. Dz. Veen, z.j., [1933]. Pp. 33-48.
In de serie: Vrije religieuze stemmen, 1ste reeks, 3.
218. Rapoport, Semon, Dostojevsky. In: Wetenschappelijke Bladen. Geschiedenis... Letterkunde. Een bloemlezing uit buitenlandsche tijdschriften. Onder redactie van G.C. Gerrits en H.L. Hemsing. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & Zoon, 1933. Eerste deel. Pp. 80-88
Ontleend aan ‘The Contemporary Review’, London, June 1932.
219. Gelder, G.M. de, Fjodor Michajlowitsj Dostojewsky (1821-1881). In: Idem, Russische denkers. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & Zoon n.v., 1934. Pp. 62-102.
‘Wanneer wij ons tot D.'s werken niet philosophisch verhouden, doch bijv. bij het daarin verhaalde blijven staan, dan zullen zijn gedachten ons totaal vreemd zijn, wij zullen dan nergens “houvast” vinden, en veel zal ons in de war brengen.’
220. Raptschinsky, Boris, Dostojewsky en Toergenew. In: De Nieuwe Gids. 's-Gravenhage ‘Luctor et Emergo’, 50 (1935), deel 1. Pp. 548-567.
‘... de laatste jaren, na de publicatie van de brieven van D., van zijn notitieboekjes, onbekende ontwerpen, enz. is er meer licht gekomen in deze duistere zaak’ (p. 548).
221. Sjestow, Leo [Lev Isaakovitsj Schwarzmann], De overwinning der evidenties. Bij den honderdsten geboortedag van E.M. (!) Dostojewsky. In: Idem, Crisis der zekerheden. Pascal-Dostojewsky-Husserl. Uit het Russisch door C.I. Spruit. Uit de bundel ‘Na wesach iowa’. Hilversum, Rozenheek & Venemans Uitgeversbedrijf n.v., 1934. Pp. 63-157.
222. Frank, S[emen Ljudvigovitsj], Dostojewski's theodicee. Vertaald door C.J. Engbertsen. In: Stemmen des Tijds. Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Zutphen, G.J.A. Ruys' Uitgevers-Mij. Jaargang 25 (1936). Tweede halfjaar. Pp. 103-118.
223. Wijk, Nikolaas van, Dostojewskij en zijn bronnen. In: De Gids, 100 (1936), deel iv. Pp. 192-200.
Studie over het werk van de Russische emigre Alfred L. Bem, hoogleraar te Praag en auteur van meerdere studies over D., (vgl. het lijstje aan het eind van zijn artikel in Dietsche Warande 1937, p. 150-151).
224. Bern, A.L., Het schuldproblema in Dostojevski's werk. [Vertaald door Leon Landsman]. In: Dietsche Warande en Belfort. Antwerpen, 1937. Pp. 137-151, 195-206.
‘Er zal in wat volgt... spraak zijn van de misdaad als een door het subject zelf bewust worden een of andere moreele norm verbroken te hebben, totaal onafhankelijk van het feit of dit subject zich in de wereld der redelike ideeën innerlik dit verbreken als een objectieve misdaad bewust is.’ (pp. 137-38). Oorspronkelijk verschenen als: Das Schuldproblem im künstlerischen Schaffen von D. In: Zeitschrift f. Slav. Philologie 12 (1935), pp. 251-277.
225. Berdjajew, Nicolai, Dostojewski en het probleem der vrijheid. [Vertaald door H. Buys]. In: Synthese. Maandblad voor het geestesleven van onzen tijd. Utrecht, Erven J. Bijleveld. 4e jaargang, 1939. Pp. 511-528.
226. Neufeld, Jolan, Dostojewski. Psychoanalytische schets. Vertaling door W.J.J. de Sauvage Nolting. Voorrede van E.A.D.E. Carp. Lochem, n.v. Uitgeversmaatschappij De Tijdstroom, z.j., [1939]. 103 [1] p.
Oorspronkelijke uitgave: D., Skizze zu seiner Psychoanalyse. Leipzig, 1923; Imago-Bücher, 4. Vgl. Romein, Kritiek, p. 66: ‘Was het boek in 1913 in plaats van in 1923 verschenen, het zou bevrijdend hebben hamen werken, want te ontkennen valt het niet, dat het schroomloos blootleggen van de wonde plekken in dit geniale-kunstenaarsleven tot een beter begrip van zijn ongewild, maar daarom niet minder verheven martelaarschap kan leiden.’
| |
| |
227. Spronk, D.T., [= A.S. de Leeuw], Dostojewski en Nekrasow. Deel i, vervolg, slot. In: Kroniek van Kunst en Kultuur. Amsterdam, Uitgeversbedrijf ‘De Spieghel’, 5 (1940). Pp. 220-222, 247-250, 272-273.
Onder de schuilnaam D.T. Spronk werden van A.S. de Leeuw tijdens de oorlog enige studies over D. gepubliceerd, zoals meegedeeld aan het eind van een posthuum artikel in De Nieuwe Stem in 1951 (zie de nrs.: 228, 233, 234, 237 en 256).
228. Spronk, D.T., De mystiek verworpen (Uit een studie over Dostojewski). In: Criterium. Letterkundig Maandblad, i (1940). Pp. 765-780.
‘Wij hebben niet meer willen doen, dan de hoofdlijn te schetsen van D.'s gedachten ten aanzien van de mystiek. Deze hoofdlijn echter loopt op een verwerping uit.’ (p. 780).
229. Esser, P.H., Fjodor Michailowitsch Dostojewski 1821-1881. De philosophie van het souterrain. In: Nederlandsch Tijdschrift voor Psychologie. Zutphen, n.v. Ruys' Uitg. Maatschappij, 9 (1941). Pp. 193-234.
‘Zestig jaren scheiden ons van den dood van Ruslands grootsten psycholoog, maar nog altijd is het werk van den meester onmisbaar voor hem, die de dwaalwegen van zijn hart wil verstaan. Geen leerboek kan deze lectuur vervangen.’
230. Graaf, D.A. de, Stawrogin als man van de daad. In: Groot-Nederland. Letterkundig Maandschrift. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 39 (1941), deel i. Pp. 12-125.
‘Komt iedere Rus, ook de meest conservatieve, ons in zekeren zin als een nihilist voor, Stawrogin onderscheidt zich op zijn beurt van hem als de absolute nihilist onder de nihilisten.’ (p. 120).
231. Heugten, J. van, Dostojewsky, schrijver of profeet? i. De schrijver. ii. De profeet. In: Studiën. Katholiek Cultureel Tijdschrift. Nieuwe reeks, 73 (1941). Pp. 340-354, 423-436.
‘...is zijn profetisme, dat met zijn Messianisme, met zijn idee van Ruslands bijzondere goddelijke zending aan de menschheid samenvalt, van korten adem en bleek een mislukking,’ (p. 436).
232. Schubart, Walter, Dostojewski en Nietzsche. De symboliek van hun leven. Nederlandsche bewerking van W.J. Merckens. Haarlem, Uitgeverij De Librije, z.j., [1941]. 159 p.
‘De mensch van hun tijd voldeed Dostojewski en Nietzsche niet, zij zien zijn ontoereikendheid en bespeuren zijn kwade trouw... D. ziet meer het huiveringwekkende, N. meer het verachtelijke... Onbevredigd door het rationeel humanisme gaan zij gebukt onder het zuiver-menschelijke... Hier, als overal elders, steekt D. boven N. uit en kwam tot heldere inzichten...’ Oorspronkelijke uitgaaf: Dostojewski und Nietzsche. Symbolik ihres Lebens. Luzem, 1939.
233. Spronk, D.T., Dostojewski voor zijn rechters. (Uit een studie over Dostojewski). In: De Gids 105 (1941), pp. 201-216.
‘De voornaamste indruk is er een van moed en sluwheid. D. vertelde zijn rechters van instructie zo weinig mogelijk en eigenlijk alleen datgene, wat zij al wisten’ (p. 208).
234. Spronk, D.T., De geschiedenis van een vijandschap. (Dostojewski en Toergenjew). (Fragment uit een studie over Dostojewski). In: Groot-Nederland. Letterkundig Maandschrift. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 39 (1941), deel i. Pp. 92-108.
‘Zij konden elkaar niet lijden, hun naturen botsten op elkaar. Als zij elkaar ontmoeten, dan lijkt het wel, of elk van de twee zich op zijn minst moet tonen’ (p. 107).
235. Vestdijk, Simon, Het schuldprobleem bij Dostojewski. In: Groot-Nederland. Letterkundig Maandschrift. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 39 (1941), deel i. Pp. 109-119.
‘Men heeft D. gehuldigd als groot psycholoog en als machtig profeet. Men behoort hem vooral te huldigen als subtiel en onverschrokken verkenner van het grensgebied tussen beide: het gebied tussen psychologie en moraal, of tussen psychologische descriptie en psychologische normstelling. Tot dit grensgebied behoort in volle omvang het schuldprobleem.’
236. Vries, Theun de, De moderne Dostojefski. In: Groot-Nederland. Letterkundig Maandschrift. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 39 (1941), deel i. Pp. 81-91.
237. Spronk, D.T., ‘De aantekeningen uit het sousterrain.’ (Uit een studie over Dostojewski). In: Groot-Nederland. Letterkundig Maandschrift. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 41, (1943). Pp. 18-38.
I. De voorgeschiedenis van een symbool; II. Het kristallen paleis; III. De man uit het sousterrain. ‘Door de mond van de “man uit het sousterrain” brengt D. zijn critiek uit op de wereldbeschouwing van de 19e eeuw, zoals die in Rusland gepopulariseerd werd - op positivisme, determinisme, utilitarisme’ (p. 37).
| |
| |
238. Vestdijk, S[imon], Het schuldprobleem bij Dostojewski. Bussum, F.G. Kroonder Uitgever, Bayard Pers, 1945. 24 p.
Colophon: Dit essay, uit de nog te verschijnen bundel ‘De Poolsche Ruiter’, werd gezet uit de Egptontletter en gedrukt op Glazed Featherweight ter drukkerij J.K. Smit en Zonen te Amsterdam. De typografie is van Johan H. van Eikeren... Titel gedrukt in rood en zwart. Herdruk in: De Poolsche Ruiter, Bussum, F.G. Kroonder, 1946; en in: Idem, 2e druk. 's-Gravenhage, D.A. Daamen, 1958 (In de serie: Ooievaars, 92/93), pp. 76-88.
Rec.: van Heugten, in: Katholiek Cultureel Tijdschrift, Nieuwe reeks I, 1, pp. 361-371.
239. Esser, P.H., Dostojewski. In: Levensaspecten. Essays. Zutphen, G.J.A. Ruys' Uitgevers Maatschappij, 1946. Pp. 91-129.
240. Papin, Jozef, Christus bij Dostojevskij. Nijmegen, enz. Dekker & Van de Vegt, 1946. 19 p.
Openbare les, gegeven bij de aanvaarding van zijn werkzaamheid als privaatdocent in de Slavische talen en literatuur, in het bijzonder in de Russische taal en literatuur aan de R.K. Universiteit te Nijmegen op 16 December 1946.
241. Schubart, W[alter], Dostojewski en Nietzsche. De symboliek van hun leven. [Uit het Duitsch vertaald door W.J. Merckens] 16e-24e duizendtal. Haarlem, De Librije, 1946. 159 p.
Een zoveelste herdruk van een blijkbaar populair boekje, bijkans onuitroeibaar in Nederlandse boekantiquariaten. Zie nr. 232.
242. Thomassen, Ejnar, Dostojefski. [Geautoriseerde vertaling naar de Deensche uitgave door Agaath van Ree]. Amsterdam, Uitgeversmaatschappij Holland, 1946. 211 p.
‘Dit boek is geen liter air-historisch werk, maar een poging tot de biografie van een schrijver’ (Woord vooraf). Oorspronkelijke titel: F.M. Dostojefski. En livsskildring. København, Athenaeum, 1940.
243. Veen, H[arm] Rfeynderd] S[ientjo], van der, Dostojewskij's ‘Vernederden en gekrenkten’, Groningen, enz., Wolters 1946. 41 p.
Openbare les Groningen.
244. Molitor, Jan, Dostojewski, existentieel romanticus. (Fragmenten uit een Analytische Dithyrambe). In: Podium. Literair maandblad [Amsterdam, Uitgeverij Contact], 4, (1947-1948). Pp. 262-273.
‘Er zijn er weinigen geweest, die God zo geniaal belasterd en gelasterd hebben als D. Er zijn er weinigen, die zo geniaal het komieke en obscene van de kerk onderstreept en bespot hebben. De kerk, dat is en blijft bij hem een komieke zenuwinrichting, bevolkt met diabolisten en griezelige grijzaards, een lustoord tussen de banale wereld van ambtenaars, een soort levende tegenstelling van Westeuropa, dat hij terecht zo verfoeide om zijn ongeïnspireerd positivisme en socialisme...’ (p. 266).
1. De aartslist van de litteratuur (Kirillow's zelfmoord); 2. Mémoires uit een kelderhol. Opgedragen aan S. v.d. Berg.
245. Rachmanowa, Alja, Het leven van een groot zondaar. Een Dostoevskyroman. Nederlandse vertaling van F.A. Brunklaus. (Frans van Oldenburg-Ermke). Twee delen. Hasselt, Heideland-Tilburg, W. Bergmans, 1947-1948. 508 [4]; 712 p. (*) deel 2.
Gedrukt bij Drukkerij P. Lombaerts, Schoten (België). Alja Rachmanowa = Galina Djurjagina von Hoyer. Eerste deel: De weg van het genie; Tweede deel: De voltooiing. ‘De enige mogelijkheid om hem goed te kennen is met hem te leven in den adelenden strijd, dien wij allen als hij te leveren hebben. Dan merkt zelfs de hardste, dat hij hierin was: een voorbeeld’ (omslagtekst).
Oorspronkelijke titel: Das Leben eines grossen Sünders. Einsiedeln, etc., 1947.
246. Fetter, J.C.A., Dostojewski. Schuld en boete. In: Meesterwerken der literatuur. Inleidende beschouwingen over tien der voornaamste werken uit de wereldliteratuur, verzameld door J. Haantjes en W.A.P. Smit. Amsterdam, N.V. Amsterdamsche Boek- en Courant Mij, 1948. Pp. 369-410.
Uit het naschrift: ‘Volgens de begrippen van D. kan men... niet verantwoord, d.w.z. practisch en doelmatig, leven en werken. Daarom is het zich verdiepen in zijn romans ook gevaarlijk, misschien minder voor “Europeanen” dan voor de Russen. ...Hij heeft, evenals vele Russen, de neiging, zich in de richting van het apocalyptische, de extase te bewegen. Daardoor staat hij vijandig tegenover de gedisciplineerde middelmatigheid, waarop het gezonde gezin en de fatsoenlijke samenleving gegrond moeten zijn.’
247. Troyat, Henri, [= Lev Terrassov], Dostojewski. De mens en zijn werk. Geautoriseerde vertaling door E. Váhl-De Roos. Ingeleid door J. Jac. Thomson. Amsterdam, H. Meulenhoff, z.j., [1948]. xv [1] 4o7 [1] p.
Band- en stofomslag van Mohr. Met 18 houtgravures van Stefan Mrozewski. Titel in rood en zwart. De oorspronkelijke, Franse uitgave: Dostoîevskij. Paris, Arthème Fayard, 1940, (Collection L'homme et son oeuvre).
‘Er staat in dit boek geen detail, dat niet in over- | |
| |
eenstemming is met de documenten die ik heb geraadpleegd. Indien ik schrijf, dat D. voor zijn raam ging staan om een witte nacht aan de hemel van Sint-Petersburg te bewonderen, dan heeft men waarlijk op die datum een witte nacht boven de stad waargenomen...’ (voorbericht).
Rec.: G. van Eckeren, in: Boek van Nu 2 (1949), pp. 109-110; C.J. Kelk, in: De Groene Amsterdammer, 22 Januari 1949; Anoniem, Een meesterlijke biografie, in: Vrij Nederland, 23 October 1948.
248. Buytendijk, F[rederik] J[acobus] J[ohannes], De romans van Dostojewski. In: Tijdschrift voor Philosophic, 11 (1949). Pp. 559-588.
‘De Russische mens in D.'s romans kan rijk of arm zijn, jong of oud, hij is altijd gelijk aan de “eerste” mens, die in de wereld trad, alleen met zijn angst en schuld, vóór zich de dood, diep in zich het heimwee naar een verloren vrede en de hoop op een mogelijke verlossing’ (p. 572).
249. Buytendijk, F.J.J., De keuze van Hippolyte. In: Tijdschrift voor Philosophie, 12 (1950). Pp. 3-58.
‘D. heeft ons in Hippolyte en in de laatste woorden, die de Vorst tot deze jongen richt, op exemplarische wijze gedemonstreerd, wat psychologische kennis en psychologische vorming behoort te zijn’ (p. 51).
250. Buytendijk, F.J.J., De psychologie van de roman. Studies over Dostojevskij. Utrecht-Brussel, Uitgeverij Het Spectrum, 1950. 111 p.
Bevat: De waarde van de roman voor de psychologische kennis en de psychologische vorming (pp. 7-29); De romans van Dostojevskij (pp. 30-59); De keuze van Hippolyte (pp. 60-111). Het eerste opstel verscheen ook in: Tijdschrift voor Philosophie, 11 (1949), pp. 351-374.
Rec.: R. Blijstra, Van de verkeerde kant begonnen. In: Critisch Bulletin 18 (1951), pp. 357-359; J. Liedmeier, in: Nieuwe Eeuw 27 okt. 1951.
251. Conradi, Henri [= Jac. van Essen], Dostojevski's Onderaardse geest. Een psychoreligische benadering. Amsterdam, z.j., [1950]. 16 p.
In de serie: Religiologische Studiën der Stichting voor Neoreligie. Gedrukt bij Drukkerij Kingsbergen i.o., Amsterdam. ‘Het is met D.'s religie eigenaardig gesteld, blijkens de zeer tegenstrijdige meningen die er tot op de huidige dag over ten beste worden gegeven. De kwestie is dat hij stellig nooit een overtuigd christen is geweest en zelfs godsgeloof in het algemeen hem een innerlijke onmogelijkheid was.’ (p. 14).
252. Graaf, J. de, Tweeërlei plan in Dostojevski's demonen. In: Wending. Maandblad voor Evangelie en Cultuur. 's-Gravenhage, Boekencentrum, 5 (1950-1951). Pp. 157-165.
‘De D.-cultus, die ook Nederland in de twintiger jaren hevig heeft meebedreven, is voorbij... Juist nu de overdreven actualisering van D., bedreven door een vorige generatie, tot het verleden is gaan behoren, komt de actualiteit van D. misschien meer tot haar recht...’ (p. 157-8).
253. Hackel, Alexej, Dostojewski) en de ‘droom van een belachelijk mens’. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1950. 24 p.
Openbare les, gehouden bij het aanvaarden van het ambt van privaat-docent in de Russische letterkunde en kunst aan de Rijksuniversiteit te Leiden op 14 Febr. 1950.
‘[De] mystiek-positivistische leer van Nikolaj Fjodorow vat D. samen in “De droom van een belachelijk mens” in een existentiële filosofie, die berust op de oude, de oeroude waarheid: hebt Uw naaste lief, gelijk Uzelven.’
254. Carp, E[ugène] A[ntoine] D[ésiré] E[mile], Rodion Raskolnikow (A psychological study). Amsterdam, A.J.G. Strengholt's Uitgeversmaatschappij, z.j., [1951]. 64 p.
‘D. depicts in the character of Raskolnikow a weakly individualized sensitive type of human being, with an inner uncertainty, consumed by ambitious feelings, which must give him fictious freedom. In reality he is tied to the protecting mother and by child-like emotional bonds.’ (p. 58).
255. Heugten, J. van, Dostojevski onder existentieel-philosophische belichting. In: Katholiek Cultureel Tijdschrift, 4, (1951). Pp. 599-608.
Geschreven n.a.v. Buytendijks Psychologie van de roman (nr. 250).
256. Leeuw, A.S. de, De jonge Dostojewski. (Fragment uit een nagelaten studie...). In: De Nieuwe Stem. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeversmij, 6 (1951). Pp. 21-34.
‘Als wij de jonge D. niet leren begrijpen, hoe zullen we er ooit toe komen, het werk van het volwassen genie, dat zoveel rijker, veelzijdiger, maar ook troebeler is, te omvatten?’ (p. 34). In een noot een mededeling over de andere, onder de schuilnaam D.T. Spronk verschenen gedeelten van De Leeuw's Studies over D.
257. Heugten, J. van, Dostojewski in de Sovjet-Unie. In: Streven, Katholiek Cultureel Tijdschrift. Nieuwe Reeks, 5 (1952), deel 2. Pp. 175-177.
N.a.v. W. Jermilow's artikel over ‘das wahre Bild
| |
| |
Dostojewski's’, verschenen in de Oost-Berlijnse Tägliche Rundschau. ‘D.'s reactionnaire opvattingen worden hoog geprezen door de ideologische lakeien der Wallstreet, die tegen de mens te velde trekken om te bewijzen dat de menselijke natuur zwak, zondig en misdadig is’ (p. 177).
258. Nauta, Lolle W., Feodor Michailowitsch Dostojewski. In: Vox Theologica. Interacademiaal Theologisch Tijdschrift. Assen, Van Gorcum & Comp., 23 (1952). Pp. 112-120.
‘Waar Christus in het spel komt, houdt zelfs het spelen van de litterator op. Kunst en religie worden hier een eenheid... Litteratuurbeschouwing loopt uit op theologie of anthropologie’ (p. 18-19).
25. Belzer, G[eorge], Hegel en Dostoievskij. Leiden, E.J. Brill, 1953. [8], 180 p.
Uit het voorwoord: ‘Dit werkje heeft allerminst de pretentie, de absolute waarde van D.'s geniaal geschrift (“Schuld en boete”) vast te stellen: het tracht slechts een antwoord te geven op de vraag, welke waarschuwing dit voor het Westen inhoudt. Naar mijn mening luidt dit antwoord, dat onze mannelijke wereldbeschouwing, door haar verguizing der oervrouwelijke waarden, steeds weer tot abstracties leidt, welker verwerkelijking een verkrachting van het organisch-religieuze leven impliceert. Voor zover mij bekend, is tot op heden in geen D.-studie gewezen op de vrouwelijke achtergrond van genoemd werk...’
260. Eng, Johannes van der, Het debat tussen geloof en ongeloof. Dostojefskij-critieken na de Tweede wereldoorlog. In: Streven. Katholiek Cultureel Tijdschrift. Nieuwe reeks, 7 (1953). Pp. 423-432.
Beschouwingen over het werk van o.a. Motsjoeljskij, Buytendijk en Lauth.
261. Bulthuis, Rico, God, geweten en mededogen. Waarom men Dostojefski altijd weer zal lezen. In: Haagse Post, 18 December 1954, (40ste jaargang, no. 2088). Pag. 22, vervolg op p. 24.
‘Hij plaatst ons allen in een doolhof vol spiegels. Wat normaal en onbelangrijk lijkt te zijn in ons eigen leven, wordt door D. als onder een microscoop gezet.’
262. Nauta, Lolle W., Dostojewski as skriuwer en nasionalist. In: De Tsjerne. Litterair Tydskrift. Dokkum, J. Kamminga, 9 (1954). Pp. 137-148.
263. Popma, S.J., Dostojewski. In: Denkers van deze tijd ii. Franeker, T. Wever, 1954. Pp. 68-131.
‘Steeds duidelijker wordt in zijn werk de grondlijn openbaar, dat zonder Christus het leven zinloos is. Daarom zal er de beslissende keus moeten zijn vóór en tegen Hem, de keus tussen leven en dood. Het doel van dit opstel is te onderzoeken wat voor D. de inhoud is van deze keuze vóór of tegen Christus’ (p. 74).
264. Over Dostojewski. [Opstellen van] M.G. Dawidowitsj, T[homas Adam] Eekman, e.a. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1956. 106 p.
Bevat de volgende studies: M.G. Dawidowitsj, De spanning in de romans van D. (Vertaald door Ch. B. Timmer), pp. 5-29; T. Eekman, D. en de Oosterse kwestie, pp. 30-48; J. van der Eng, D. in de Sowjetkritiek, pp. 49-59; S.V. Margadant, De hospita, pp. 60-81; Ch. B. Timmer, De memoires uit het souterrain, pp. 82-97; Ch. B. Timmer, Bio- en bibliografische gegevens.
265. Eng, Johannes van der, Voorspellend kunstenaarschap bij Dostojewski. In: Roeping, Cultureel Maandblad, 32 (1956). Pp. 29-36.
‘Wij zullen... een der erfgenamen van de ‘overbodige mens’ in het werk van D. nader beschouwen, en wel Iwan Karamazow die in zijn filosofische theorieën zeer dicht staat bij de ideeën van onze tijd’, (n.l. van Sartre, Camus, Marcel).
‘266. Meyer, B.J., I. Dostojevski en de gestalte van Jezus Christus; II. Dostojevski en de kerk van Oosten West-Europa. In: In de Waagschaal, 11 (1956), nr. 29, 14 april; nr. 30, 21 april.
‘Onze voorlopige stelling, die wij in 't vervolg van dit stuk willen verifiëren, is dus, dat D. in een positieve betrekking tot het Christendom staat.’
267. Müller-Eckhard, Hans, De ziekte van het westen en het mensenbeeld bij Dostojefski. Geautoriseerde vertaling: Carolus Verhuist. Den Haag, Servire, z.j., [1956]. 40 p.
In de serie: ‘Het Oude Loo’-reeks, 5. Tekst van een inleiding gehouden op het kasteel ‘Het Oude Loo’ te Apeldoorn op 30 januari 1954.
‘D. is het die de westerse ziekte beschreven heeft en ook zo heeft genoemd. En de twee hoofdsymptomen van deze westerse ziekte zijn: 1. de verleiding, de onafgebroken verleiding tot macht en tot geweld. Dat is het eerste; 2. de verzoeking en de verleiding van de mens tot waan’ (p. 27). Oorspronkelijke titel: Die abendländische Krankheit und das Menschenbild Dostojewskys.
268. Schaerf, Jacques, Moskou tracht Dostojewski te annexeren. In: Socialisme & Democratie. Maandblad van de Partij van de Arbeid. [Amsterdam, n.v. De Arbeiderspers], 1956. Pp. 446-448.
De auteur is (was) een uitgeweken Roemeens socia- | |
| |
list, in Parijs als publicist werkzaam. ‘Hij wordt scherp bekritiseerd... maar dat neemt niet weg, dat er gewerkt wordt aan de voorbereiding van D.'s terugkeer in de roemrijke hallen der Russische literatuur, nadat hij daar 25 jaar lang - sinds zijn werk in 1930 op de index geplaatst werd - uit verbannen is geweest’ (p. 446).
269. Eng, Johannes van der, Dostoevskij romancier. Rapports entre sa vision du monde et ses procédés littéraires. Academisch proefschrift... 's-Gravenhage, Mouton & Co, 1957. 116 p.
Dissertatie Universiteit van Amsterdam. Een handelsuitgave in de serie: Slavistische drukken en herdrukken, 13.
‘Il a représenté dans ses romans divers genres de vie qu'il considérait comme significatifs pour son époque. Il se classe ainsi parmi ceux qu'on s'est accoutumé à appeler les réalistes russes.’ (p. 7)
270. Sjestow, Leo [Lev Isaakovitsj Schwarzmann], De overwinning der evidenties. Bij de honderdste geboortedag van F.M. Dostojewsky. In: Idem, Crisis der zekerheden. Pascal-Dostojewsky-Husserl. [Uit het Russisch door C.I. Spruit. Tweede druk]. Bussum, Moussault's Uitgeverij n.v., 1957. Pp. 61-147.
In de serie: Parthenonreeks, [4]. Bandontwerp: Ruth Fischer. Uit de bundel: ‘Na wesach iowa.’
271. Buytendijk, F.J.J., De psychologie van de roman. Studies over Dostojewsky. [Tweede druk]. Utrecht-Antwerpen, Aula-boeken, [Het Spectrum]. [1961]. 157 p.
In de serie: Aula, 67. Het volgende jaar verscheen een derde druk.
272. Eekman, T., Dostojewski en de politiek. In: Idem, Zes Russische klassieken. Ontmoetingen met Gogol, Toergenjew, Dostojewski... Amsterdam, J.H. de Bussy, [1963]. Pp. 96-121.
273. Eng, Jan van der, Parodieën op personen, ideeën en stromingen in het ceuvre van Dostojewskij. In: Schrijver en volk. [Met bijdragen van] H. Wagenvoort... Den Haag, Servire, 1963. Pp. 55-79.
In de serie: Servire Luxe-pockets, 78. Behandeld wordt de parodiëring van Gogol's Briefwisseling met mijn vrienden, van Tsjernysjewskij, Pisarew e.a., George Sand en Toergenjew.
274. Vries, Theun de, De strijd om Dostojewski gaat verder. In: Maatstaf. Maandblad voor Letteren. Den Haag, Bert Bakker/Daamen, 12 (1964/1965). Pp. 370-378.
Naar aanleiding van de bespreking door J. Knipowitsj van de D.-biografie van W. Jermilow. ‘De monografie van J. prikkelde vele auteurs en lezers, omdat zij het standpunt, dat er een vast standpunt omtrent D. mogelijk zou zijn, omver kegelde’ (p. 370).
275. Margadant, Steven Valentin, Dostojewski-commentaar. Z. pl., z.j., [± 1965]. 3 delen.
In machineschrift, met correcties in handschrift. Aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
276. Halm [geb. Van Lith], G., Demonen. Kirilov's levensangst). 's-Gravenhage, Haags Curiëntologisch Bureau, 1966. [iv] 20 p.
In de serie: Curiëntologische Studiën, 2. Omslagontwerp Hans Götze. Druk: C. Vriens. Voordracht t.g.v. de jaarvergadering van het Genootschap voor Curiëntieve Psychologie (?).
277. Timmer, Charles B[ernard], Aantekeningen uit het ondergrondse. F.M. Dostojewski. In: Idem, Rusland zwart op wit. Tien essays over Russische schrijvers. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1966. Pp. 65-81.
‘In het totale oeuvre van D. hebben de “Aantekeningen uit het ondergrondse” de betekenis dat dit boek in de kern een aantal der belangrijkste ideeën bevat die later in de grote romans “Misdaad en Straf”, “De idioot”, “Boze geesten” en “De gebroeders Karamazow” zouden worden uitgewerkt’ (p. 68).
278. Arban, Dominique, Dostojewski. De schrijver, de mens. Vertaald door J. van Rosmalen. Utrecht-Antwerpen, [Het Spectrum n.v.], 1967. 192 p.
In de serie: Prisma-Boeken, 1278. Oorspronkelijke titel: Dostoievski par lui-même. Paris, Editions du Seuil, 1962. Met vele foto's: portretten, documenten, stadsgezichten, e.d. Aan het eind een chronologie en beknopte bibliografie.
279. Lathouders, M., F.M. Dostojewskij. Brugge-Utrecht, Desclée de Brouwer, [1968]. 147 p.
‘We willen in deze ontmoeting met D. aan de hand van vaak uitvoerige citaten trachten, de verschillende gebieden te betreden die de schrijver in zijn oeuvre verkent bij zijn zoeken naar de waarheid, naar de diepten van het bestaan en naar de uiteindelijke zin daarvan...’ (p. 18).
Pp. 139-145: Bibliografie.
Ter afsluiting een beschrijving van de meest omvangrijke Dostojevskipublicatie in het Nederlands:
280. Verzamelde werken [Compleet in 10 delen].
| |
| |
Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1956-
In de serie: De Russische bibliotheek. Onder redactie van Charles B. Timmer. Typografisch verzorgd door Helmut Solden, gezet uit de Bembo, gedrukt door n.v. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen en gebonden door Elias P. van Bommel te Amsterdam, resp. Boekbinderij Van Rijenam te Den Haag.
*Deel 1: Romans en verhalen: Arme mensen (pp. 5-129); De dubbelganger (pp. 131-285); Een roman in negen brieven (pp. 287-301); Mijnheer Prochartsjin (pp. 303-337); De hospita (pp. 339-421); Polzoenkow (pp. 423-441); Een schuchter hart (pp. 443-491); Een eerlijke dief (pp. 493-512); Het kerstfeest en de bruiloft (pp. 513-522); De vrouw van een ander en de man onder het bed (pp. 523-565). Aantekeningen (pp. 567-573). Vertaald uit het Russisch door A[lewijn] Voogd. Eerste druk: 1958. Tweede oplaag: 1968. Derde oplaag: 1976. 573 [3] p.
*Deel 2: Witte nachten (pp. 5-59); Njetotsjka Njezwanowa (pp. 61-232); Een kleine held (pp. 233-272); Oom's droom (pp. 233-410); Het dorp Stepantsjikowo en zijn bewoners (pp. 411-635). Vertaald uit het Russisch door Hans [= Johan Adolf] Leerink. Eerste druk: 1956. Tweede oplaag: 1978. 635 [5] p.
*Deel 3: Aantekeningen uit het dodenhuis (pp. 5-324); De vernederden en gekrenkten (pp. 325-703). Vertaald uit het Russisch door Heleen A. Bendien. Eerste druk: 1957. Tweede oplaag: 1978. 703 [5] p.
Deel 4: Een nare geschiedenis (pp. 5-61); Winterse opmerkingen over zomerse indrukken (pp. 63-134); Aantekeningen uit het ondergrondse (pp. 135-246); De krokodil (pp. 247-285); De speler (pp. 287-431); De eeuwige echtgenoot (pp. 433-582); Aantekeningen (door Ch. B. Timmer) pp. 583-590. Vertaald uit het Russisch door Hans [= Johan Adolf] Leerink. Eerste druk: 1957. Tweede oplaag: 1978. 590 [2] p.
*Deel 5: Misdaad en straf. Vertaald uit het Russisch door Jan Meijer. Eerste druk: 1956. Tweede oplaag: z.j., [1978?]. 568 [4] p.
*Deel 6: De idioot. [Met lijst van dramatis personae en Aantekeningen]. Vertaald uit het Russisch door Charles B. Timmer. Eerste druk: 1960. Tweede oplaag: 1978. 761 [3] p.
*Deel 7: Boze geesten. [Met lijst van dramatis personae en Aantekeningen, door Charles B. Timmer]. Vertaald uit het Russisch door Hans [= Johan Adolf] Leerink. Eerste druk: 1959. Tweede oplaag: 1978. 785 [3] p.
*Deel 8: De jongeling. Vertaald uit het Russisch door Paul [= Thomas Basilius] Rodenko. Eerste druk: 1956. Tweede oplaag: 1978. 654 [2] p.
*Deel 9: De gebroeders Karamazow. [Met lijst van dramatis personae en Aantekeningen]. Vertaald uit het Russisch door Jan [= Johannes] van der Eng. Eerste druk: 1958. Tweede oplaag: 1966; Derde oplaag:? Vierde oplaag (door de uitgever betiteld als ‘Vierde druk’): 1978. 959 [1] p.
*Deel 10: Dagboek van een schrijver. Vertaald uit het Russisch door Paul [= Thomas Basilius] Rodenko. Met Aantekeningen (pp. 631-653) van Ch. B. Timmer; Register van namen; Bio- en bibliografische gegevens betreffende Dostojevski; Een alfabetische inhoudsopgave der Verzamelde Werken; Een inhoudsopgave van Het dagboek van een schrijver. Eerste druk: 1960. Tweede oplaag: 1972. 670 [2] p.
Rec.: O.a. C.J. Kelk schreef naar aanleiding van sommige delen recensies, en wel in: De Groene Amsterdammer van 17 november 1956, 6 september 1958 en 4 juli 1959.
| |
Register
Aantekeningen uit het dodenhuis: 59-63a, 280(3) |
Aantekeningen uit het ondergrondse: 43-51, 280(4) |
Akul'kin muzj: 160 |
Arme mensen: 39-41, 280(1) |
Arme Nelly: 35 |
|
Bednye ljudi: 39-41, 280(1) |
Belye notsji: 64-73, 166, 280(2) |
Besy: 94-97, 280(7) |
Boze geesten: 94-97, 280(7) |
Brat'ja Karamazovy: 78-93, 280(9) |
Brieven: 164 |
|
Chozjajka: 128 |
Christus en de Grootinquisiteur: 145-147 |
|
Dagboek van een schrijver: 280(10) |
Demonen: 94-97, 280(7) |
Djadjusjkin son: 102-107, 166, 280(2) |
Dnevnik pisatelja: 280(10) |
Dodenhuis: 59-63a |
Dorp -Het- Stepantsjikovo en zijn bewoners: 98-101, 280(2) |
Droom -De- Uit de kronieken van de stad Mordassow: 104, 106 |
Droom -De- van een belachelijk mens: 148-150 |
Dubbelganger -De-: 116-118, 280(1) |
Dvojnik: 116-118, 280(1) |
|
Echtgenoot -De-: 74-77, 280(4) |
Echtgenoot -De- van Akoeljka: 160 |
Eerlijke -Een- dief: 156, 161, 280(1) |
Eeuwige -De- echtgenoot: 74-77, 280(4) |
Elka i svad'ba: 42 |
|
Gebroeders -De- Karamazow: 78-93, 280(9) |
Gospodin Prochartsjin: 280(1) |
Groote gedachten: 163 |
| |
| |
Half-volwassene -De-: 130-131, 280(8) |
Herinneringen uit het ondergrondse: 43-51, 280(4) |
Hospita -De-: 128, 166, 280(1) |
|
Idioot -De-: 119-127, 280(6) |
Idiot: 119-127, 280(6) |
Igrok: 52-58, 116, 280(4) |
|
Jonge -Een- held: 153-153a, 280(2) |
Jonge -De- hospita: 128 |
Jongeling -De-: 130-131, 280(8) |
Jongen -De- bij de kerstboom van Jezus Christus: 158 |
Jongen -De- die op kerstavond bij Christus was: 157-158 |
Jongetje -Het- bij de kerstboom van Christus: 157 |
|
Kerstboom -De-: 42 |
Kerstfeest -Het- en de bruiloft: 280(1) |
Kleine -Een- held: 153-1538, 161, 166, 280(2) |
Krokodil -De-: 159, 280(4) |
Krotkaja: 135-144, 166 |
|
Landgoed -Het- Stepantchikowo en zijn bewoners: 98-101 |
Levende -De- gedachten...: 165 |
Levensangst: 140-141 |
|
Mal'tsjik u Christa na elke: 157-158 |
Malen'kij geroj: 153-153a, 161, 166, 280(2) |
Man -De- van Akoeljka: 160 |
Memoires uit het souterrain: 43-51, 280(4) |
Misdaad en straf: 11-32, 280(5) |
Misleide -De-: 33-34 |
Mijnheer Prochartsjin: 280(1) |
|
Nare -Een- geschiedenis: 132-134, 280(4) |
Netouchka: 108-112, 280(2) |
Netotsjka Nezvanova: 108-112, 280(2) |
Njetotsjka Njezwanowa: 108-112, 280(2) |
|
Omnibus: 166 |
Onaangename -Een- geschiedenis: 132-134, 280(4) |
Oom Jegor: 100 |
Oom's/Oompje's droom: 102-107, 166, 280(2) |
Otstavnoj: 129 |
Oudgediende -De-: 129 |
|
Podrostok: 130-131, 280(8) |
Poeshkin: 152 |
Politieke geschriften: 162 |
Polzoenkow: 280(1) |
Prestuplenie i nakazanie: 11-32, 280(5) |
Pusjkin: 152 |
|
Roman -Een- in negen brieven: 280(1) |
|
Schuchter -Een- hart: 154-155, 280(1) |
Schuld en boete: 11-32, 280(5) |
Selo Stepantsjikovo i ego obitateli: 98-101, 280(2) |
Skvernyj anekdot: 132-134, 280(4) |
Slaboe serdce: 154-155, 280(1) |
Son smesjnogo tsjeloveka: 148-150 |
Speler -De-: 52-58, 166, 280(4) |
|
Tsjestnyj vor: 156, 161, 280(1) |
Tsjuzjaja zjena i muzj pod krovat'ju: 113-114, 280(1) |
|
Uit het doodenhuis: 59-63a, 280(3) |
Uit het duister der groote stad: 44 |
Uit Siberië: 59, 61 |
Unizjennye i oskorblennye: 33-38, 280(3) |
|
Vetsjnyj muzj: 74-77, 280(4) |
Veelbewogen -Een- jeugd: 108 |
Vernederden -De-: 36-37 |
Vernederden -De- en gekrenkten: 33-38, 280(3) |
Vernederden -De- en vertrapten: 38 |
Verstotene -De-: 112 |
Verzamelde werken: 280(1-10) |
Vreemde -De- vrouw en de man onder het bed: 113-114, 280(1) |
Vrouw -De- van een ander en de man onder het bed: 113-114, 280(1) |
|
Winterse opmerkingen over zomerse indrukken: 280(4) |
Witte nachten: 64-73, 280(2) |
Woorden van Vader Sossima: 151 |
|
Zachte -Het- hart: 142 |
Zachtmoedige -De-: 135-144, 166 |
Zachtzinnige -De-: 139 |
Zapiski iz mertvogo doma: 59-63a, 280(3) |
Zapiski iz podpol'ja: 43-51, 280(4) |
Zimnie zametki o letnich vpetsjatlenijach: 280(4) |
Zomernachten: 70 |
Zwak -Een- hart: 154 |
|
|