Maatstaf. Jaargang 28

Baudelaire Les Belges et la Lune
Vertaald door Petrus Hoosemans

voor Joyce & Co.

Op deze wereld zag u nooit een zotter ras
Dan Belgen. Want voor al wat lieflijk is of fijn
Staan zij steeds stomverbaasd en grommen ze heel klein.
Wat onze harten streelt verbijstert hen alras.

Vertel een aardigheid: hun ogen staan verslapt
En dof als van een vis die net gebakken wordt;
Vertel iets tragisch': nu, aan lachen geen tekort
Om u te tonen dat uw grappen zijn gesnapt.

Ze kunnen, net als geest, het daglicht niet verdragen;
Zo af en toe heb ik, op wolkeloze dagen,
Een stel bekeken dat, bezocht door vreemde plagen,

Temidden van het vuil uit darmen en uit magen,
Met bier en met jenever vol tot aan hun kragen,
Dat, op hun luie kont, de Maan aan zat te klagen.