Maatstaf. Jaargang 26(1978)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Eva Gerlach Gedichten Voor het zwermen 't Was avond toen de mieren vleugels kregen. In golven kropen ze uit de grond omhoog en tegen het muurtje op; onwennig bleven ze daar in het rond bewegen. Later vloog een enkeling soms tot de markies, maar waagde de vlucht niet verder, viel of keerde terug. Veel draaiden zich al dadelijk op hun rug. Ook zag ik er, die aan hun vleugels knaagden. [pagina 20] [p. 20] De schommel Je duwde me op totdat ik vaart kreeg. Wind blies bij 't naar voren zwaaien in mijn ogen, terug was het of ze werden weggezogen uit mijn gezicht. Beneden was ik blind, boven een Valk, die aan de hemel hing en het land overzag, een bos als riet, een toren als een zeil daarachter. ‘Spring’ riep je, en ik sprong. Je ving me niet. [pagina 21] [p. 21] Schoonspringen Een schroefduik was het moeilijkst: op je kaart kreeg je een kruisje als het niet goed ging. Die je verslaan moest, droeg een klok in schouders, knieën en voeten, wist je. Een salto achterwaarts over 't wegschuivend water, of een snoek was makkelijker. - 's Nachts droomde je: de hoge dook je af, je lichaam in een rechte hoek op de springplank, en kwam neer op het droge. [pagina 22] [p. 22] Zusters Je was in het gat gevallen waar ze, eens per maand, de dorre bladeren in verbrandden. Je liep in het rond. Ik stond boven, een steen liet ik je zien en ik sloeg je op je handen, steeds als je omhoog wou klimmen. Witte sokjes had je aan, die werden vuil. Je was vier jaar, ik nog geen zes. Wij droegen schotse rokjes en vlinderstrikken in ons lange haar. [pagina 23] [p. 23] Tuin De snoepfabriek was eindelijk verdwenen. Dat jaar zaten de vogels op de muur met flarden van het krimpfolie waar de stenen voor een kantoorpand in werden verstuurd. Door transparante nesten zag je in mei de eieren glanzen: een mooi voorjaar. - 't Duurde tot juni eer het plastic brak en wij een vogelkerkhof bouwden naast het schuurtje. Vorige Volgende