Maatstaf. Jaargang 26(1978)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] J. Eijkelboom Drinkliederen Moeilijk moment Net als hij op 't café-toilet in de verschoten spiegel kijkt barst er een bloedrivier zijn oogbal binnen. Ook wordt het ademen beperkt: de refusal is nog aan 't werk. Toch weet hij in zijn ademnood dat het maar even duurt, dan kan het weer beginnen, de zachte levensdood. De stortbak heet Silentium. Grijs bovenlicht zakt om hem heen. Een vrede buiten kijf vult hem, die net niet stierf, van top tot teen. [pagina 10] [p. 10] The Drinker Hij doodt de tijd - er zit niets anders op. Geen hulp meer van de heupfles sterke drank die in het water wordt gekeild, met dop en al verzwolgen wordt. Uitgedrukte peuken vóór 't ontbijt brandmerken 't kastje naast het bed; een plastic beker alka seltzer bruist als champagne in de badcel. Z'n lichaam werkt niet mee, de warme blubber van de walvis die diep de oceaan induikt, het gapend wit. Het ettert om de haak. De lijn schiet strak. (Robert Lowell) Koning Alcohol Ik drink me elke dag weer dood en sta als Lazerus weer op met nog een graflucht om mij heen die als bij toverslag verdwijnt wanneer Hij mij een kelk aanreikt vol koel en helder vocht dat dan nog jong en klaar mag heten al zal je later op de dag weer weten dat Oude Snik of Oude Vlek - bestaan die merken nog? - op elke fles zou moeten staan die door de slijter wordt gesleten. [pagina 11] [p. 11] Terug Toen uit het schimmenrijk ik was teruggekomen vielen de blaad'ren van de bomen, stond hun skelet alweer te kijk. Tegen een mast van roestvrij staal klepperen hel twee nylon koorden. Geluid dat je als kind nooit hoorde. Toen stond er nog een houten paal en woei de wind ook uit een noorden dat minder kil leek, minder schraal. Toch dreven op het water schotsen wanneer het later winter werd. De haven werd ermee versperd als nu mijn schrijftafel met slordige papieren schotsen vol dreiging, woede en verwijt, die ik weer snel en koel bestrijd. Ik ben, kortom, geheel terug. God hielp mij toch de brug weer over, de ijzige bedoening in van leven-met-een-zin. Vorige Volgende