Nadien, ik weet niet hoe, heb ik de macht over het stuur verloren, ben over de kop geslagen en pas een flinke poos later weer tot mezelf gekomen, erg verward, zo maar iemand, terug in de werkelijkheid.
Maar vandaag meen ik toch enkele passagiers van de reis te hebben vergeten.
Op een dag heb ik de reis voortgezet. Het caricaturale vehikel had enige onderdelen verloren ten gevolge van het eeuwenlange roesten, maar het reed nog.
Op de weg, geplaveid met keien verschenen de Romeinen, met schilden en lansen.
Een centurio liet me stoppen, en vroeg me om twee man en een kruis mee te nemen. Toen dat vastgebonden was op wat er restte van het dak, startten we weer. De andere passagier was Christus.
Op dat ogenblik merkte ik dat m'n sigaretten cp waren, en ik vroeg of hij er een voor me had.
Hij bood me een sigaar aan van het merk Pilatus, ik weigerde de Barrabas-sigaretten van de centurio.
Na een bocht in de weg zagen we een gebergte, en ze zeiden me dat ze waren waar ze wezen moesten.
Het was de afslag naar Golgota. Nauwelijks was ik weer vertrokken, of een onweer barstte los.
Het water viel in stromen neer, ik werd kletsnat.
Een grijsaard, omringd door allerlei beesten, dook opeens op, en maakte een liftgebaar.
Het was Noach met zijn overlevenden. De reis in wat nu een zoo op vier wielen werd, was erg vermoeiend, en werd bemoeilijkt door het water dat op de weg stond. Tenslotte stopte ik.
Op een half onder water staand bord was te lezen: Afslag naar de Ark.
Allen stapten uit.
Een paar dagen gingen voorbij zonder dat ik iemand ontmoette. Op een morgen vroeg een jong stel me, mee te mogen rijden. Ik schrok nog al! Ze droegen vijgebladeren. Het waren Adam en Eva, op zoek naar hun huis.
Ze zeiden me dat ze bang waren voor een donderende stem, die overdag tot hen sprak en hen van alles en nog wat verbood. Ik zei hen dat het God was, en op dat moment zagen we een groot bord boven de weg: Einde van de Autoweg. Paradijs van de appel.
Een paar dagen later plukte Eva me van een boom, at me samen met Adam op, en zo kwam m'n reis en m'n verhaal ten einde.
Vertaling Hans Warren.