Recht naar boven. De groene fusains zijn geen rameaux. De menschen dragen van daag de brins als rameaux. De brins worden door de kerk gewijd. De fusains: aan welke wijding danken zij hun wijding? Re-re-re-re-h-toe-oet! Er is een bizondere wijding binnen dit groen in de bakken. Deze stoeltjes, deze tafeltjes, deze gerechten, deze menschen - wie wijdt ze? Drie menschen met palmpjes. Daar bij de bloemenvrouw ook palmpjes. Een weduwe, een kind, een gedecoreerde soldaat, met palmpjes. Wat bracht deze soldaat de palm? Een dichter zonder palm. Twee dames met palmpjes en parasols. De menschen beschermen zich graag. Twee, drie, vier jonge meisjes met palmpjes. De duif uit de ark droeg ook een groen takje. ‘Merci madame.’ L'addition s'il vous plait. Montrouge - Gare de l'est - Gare de l'est - Montrouge in rood op geel. Komen en gaan. Eb en vloed. De trams zien er beide eender uit, maar hun inhoud is anders. Een kind spelt buiten: A-lec-san-dre. Ik zie, van binnen: erdnaxela, op den rand van den luifel, tegen 't licht. Toch geen Hebreeuwsch. Alexandre, in omgekeerde richting. 't Woord verandert en niet alle letters blijven 't zelfde. Wie is 't zelfde, van buiten en van binnen? En toch blijven alle letters dezelfde dingen: binnen en buiten is één. Het uiterlijke blijft toch het innerlijke. De buitenkant is uit de binnenkant en de binnenkant is uit de buitenkant op te maken. Maar de buitenkant schijnt eerder begrepen te worden. ‘Une orange.’ Van buiten en van binnen oranje. 't Oranje van buiten is anders dan 't oranje van binnen. ‘Un petit suisse.’ Die is van buiten en van binnen eender wit. ‘Voilà, monsieur.’ Oranje op 't witte bord op 't witte servet. Puurheid door éen kleur en puurheid door volledigheid van kleuren. Puurheid door terugkaatsen en puurheid door absorbeeren. Wie absorbeert puur en kaatst
puur terug? De sinaasappel een feest in de zon. Toch is men dikwijls bang voor pure kleur. Witte enveloppe op 't witte servet, 10 cts. Een doofstomme binnen 't groen. Rose papiertje: Horoscope. Re-re-re-re-h-h-Montrouge St. Augustin in rood op geel. De doofstomme hoort geen geluiden van buiten. Hoort hij van binnen? ‘Du pain, s'il vous plait.’ ‘Merci madame.’ Al die menschen spreken. Zij hooren geluiden van buiten - spreken ze dàarom? De doofstomme ziet wèl. Ziet hij meer? Rhoe-ach-hoe!! Die auto ziet hij niet. ‘Qu'est ce que vous prenez, madame?’ De fille de salle is niet doofstom. De sinaasappel was doofstom. Wie ‘spreekt’ meer? Mijn boeuf Bourguignon was ook doofstom. Toch ‘sprak’ ook die. Weer ànders. De sinaasappel was oranje en de boeuf was bruin. Omgekeerd, zouden beide me niet gesmaakt hebben. ‘Une blanquette de veau!’ Elk ding naar zijn aard. Alle dingen zijn goed als ze goed zijn in hun soort. Elk soort is goed als ‘'t soort’ goed is. Toch is elk ding en elke soort voor verbetering vatbaar - maar treedt 't dan niet uit ‘zijn soort’? De boeuf was een ‘boeuf’ en de sinaasappel was een ‘sinaasappel’: Wie is inderdaad zooals hij heet? De sinaasappel is niet goed voor zij heelemaal rijp, de boeuf voor hij toebereid is. Wanneer zijn wij heelemaal rijp en bereid? Een boeuf is een boeuf en een sinaasappel is een sinaasappel. Een gastronoom is een gastronoom, ook in de kerk van Montrouge. Toch is een zakenman dikwijls weinig zakenman en een artiest dikwijls weinig artiest. Een man is dikwijls een vrouw en een vrouw dikwijls geen vrouw. ‘Un boeuf gros sel.’ ‘Une pomme dessert.’ 't Grove en 't fijne. Beide is noodig. Kan 't een 't ander vervangen? Beide kost geld: beide hebben waarde. ‘Elle n'est
pas très bonne,’ die appel heeft niet veel waarde en kost toch geld. ‘Deux cafés, deux!’ Ik zie weer 't rose papiertje. Horoscope... een erfenis, maar de horoscope is aan een vrouw gericht, niet aan mij. Een auto. Een zondagsche hoed waait af. Ik voel de wind langs 't glazen scherm, achter me. De zon schijnt en de wind is koud. Het goede en het kwade, tegelijk. De zon schijnt op de bloemenkarretjes, op de oranges, op de avenue. Een affiche aan de overkant: Fabrique de Sommiers. Die fabriek is noodig, zooals 't restaurant noodig is. Achter me, door 't glas, een stuk van de forti-