van Groszmutter's opvattingen vertelde, moest er schrikkelijk om lachen. Hij kon er niet genoeg van krijgen. Hij vroeg mij telkens weer ‘de onorthodoxe uitlatingen van Groszmutter’ te herhalen. Maar om tot ons onderwerp terug te keren, ik heb niet de indruk dat Groszmutter ooit met mij van St. Nicolaas of zwarte Piet heeft gesproken. Ik heb trouwens niet de indruk dat St. Nicolaas in de Rijnstreek uitbundig werd gevierd. In ieder geval lijkt het mij onwaarschijnlijk dat de districtmeester op Curaçao, van typisch Frans-Calvinistische oorsprong, iets dergelijks kan hebben bevroed. Wel meen ik dat u gelijk hebt als u zegt dat hij op zijn hoede was voor een vriend, of een gewezen vriend, bij wie hij sympathieën voor kleurlingen vermoedde. Het is ook mogelijk dat u het een of ander ter ore is gekomen van bezwaren van de kant van bepaalde nationalistische politici op Curaçao tegen de viering van het Sinterklaasfeest, maar dit dateert toch pas uit de jaren vijftig en zestig. De novelle werd in 1934 geschreven.
2) Ik ben het met u eens dat men in mijn werk zowel vitalistische als existentiële en romantische elementen aantreft. Wel vraag ik mij af of deze elementen ná of naast elkaar voorkomen als aparte fenomenen dan wel in elkaar overvloeien. Het is m.a.w. de vraag of de ‘romantische ethiek’ die door u wordt gepostuleerd wel als een postulaat of conclusie, dan wel als een der ritmische elementen moet worden beschouwd.
3) In multi-raciale samenlevingen zijn de taboes van interetnische en incestueuze relaties zonder twijfel van belang, maar van nog meer belang is de complicatie dat zij onderling verwisselbaar zijn. Men gebruikt het ene taboe vaak als een alibi voor het andere. In multiraciale samenlevingen wemelt het niet zozeer van taboes als wel van alibi's. Men wil vooral niet herkend worden.
Wil s.v.p deze kanttekeningen niet beschouwen als doctrinaire opvattingen mijnerzijds. Ik geef ze alleen maar als achtergronden van een wereld die u mogelijk niet zo vertrouwd is. Anderzijds, het is ook best mogelijk dat ik er al te zeer mee vertrouwd ben om door de bomen het bos te kunnen zien. Maar in het Papiamento hebben wij een spreekwoord dat zegt: ‘tur cos ta un prubamentu’, nog het best te vertalen als ‘wij kunnen tenslotte altijd een poging wagen’ - Met vriendelijke groeten enz.
Laren 12.4.76