Maatstaf. Jaargang 24(1976)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] R. Schouten Gedichten Zonnewende Van alles wat ik vroeger wist, van het kale kutje van mijn zus in bad tot hoeveel postzegels 'k van China had, was ik de specialist. Nooit heb ik mij vergist in de werk'lijkheid die ik bezat en had ik een pak slaag gehad dan werd er nog die nacht in bed gepist. De Here Jezus was mijn makker. Ach verslaafde stakker, de poezen poepen niet meer in de bak maar hangen dood in eigen roze strikjes. Meer dan ooit zit achter roerloosheid van planten die ik naar willekeur benoem en swingend geef ik met de diepste droefheid kennis van de ouderwetse dood van mijn allerlaatste kennis. In de winkel waar ik mijn tubes Clearasil ga halen vraagt men U of het een cadeautje is. Nee! zeg ik, hinderlijk hard; Noem mij geen U, ik doe het ook sinds lang nog steeds niet. hic implicit cantus. [pagina 52] [p. 52] Hoe op een zondag Oedipus octopus werd en wat er daarna gebeurde (De wens om moeder te verkrachten is vaak de vader der gedachten.) Terug weer naar de moederpap! Daar staan mijn worteltjes te zwaaien; Ik wil wel met mijn moeder naaien Maar ach mijn peen is klein en slap. Als vader paart lig ik in bed te draaien, Geronnen vlees van pappies drab En groei heel langzaam, stap voor stap, Tot ik het blauwgeworden zaad mag zaaien: ‘Zeg moe, mag ik mijn buisje deze pagina Eind'lijk eens steken in uw vagina?’ ‘Ach jongen, nee! Mijn spleetje bloedt vandaag helaas een beetje.’ Zo word ik moeders moordenaar maar sta te janken aan haar baar. Lentelied De akolei bloeit en ook de akant en ook de akoniet maar de akoliet weer niet. Zo brengt elk jaargetij wat nieuws voor wie het ziet maar voor wie niet ziet niet. [pagina 53] [p. 53] Namelijk ‘opium’ Het woord ‘heulsap’, dat in het scrabblespel tenminste veertien punten geeft, bestaat uit ‘heul’ en ‘sap’. Het heeft een heel erg oude afleiding en wel: (waarbij men naar compleetheid streeft) ‘heul’ komt van ‘ool’ en dat werd snel tot ‘oele’ of tot ‘eul’, nergens tot ‘el’, terwijl het ‘sap’ met ‘sabbelen’ te maken heeft. ‘Heulsap’ komt uit de ‘heulbol’, ook wel ‘maankop’, dat wat het eerste lid betreft valt te herleiden tot het zeer oude ‘mâhan’, dat weer lijkt op ‘mèkon’ uit het Grieks, niet gek want beiden betekenen dan ook iets als ‘papaver’, die weer het sap levert aan een bekend verslaver. Analyse van ‘Kal-Waskofski’ (um das Symbol am Zeichen zu erkennen, muß man auf den sinnvollen gebrauch achten. L. Wittgenstein) De opening van deze pot is een half-open, erg conventionele; zwart verdedigt fantasieloos Frans maar naar het lijkt met veel succes; 3. e4-e5 geeft immers c5. 4. c3, Dd6! 5. Pf3, Pc6, waarna zwart 6. Le2, cd... Pge7 en dan Pf5 kan spelen. Helaas! Zwart faalt en niet alleen maar om een rijmwoord beter te verdelen daar Dd8-b6 immers net als Pb8-c6 rijmt op e6. Wit had trouwens beter kunnen kiezen 3. Pb1-c3, Pg8-f6 waarna hij scherper en veel fraaier voort had kunnen zetten door te spelen: 4. Lg5, Lb4. 5. e5, h6 6. Ld2 (of ef, hg). 6. ..., L:c3 etcetera, hetgeen beslist veel meer zou boeien dan het nu gekozen onaantrekkelijke marginale knoeien, Bovendien klopt het rijmschema niet eens. 't Is duid'lijk; Nee Kal-Waskofski was geen Tal-Botwinnik met die fraaie varianten, en Kal in ‘Kal-Waskofski’ geen Cavalcanti of een Dante. Vorige Volgende