kleine figuurtjes dat ze poppenhuizen in notendoppen maakte met eindeloos geduld en een even aanmerkelijke ongedurigheid in voortdurende strijd daarmee.
Daar tussendoor wat honden en katten en Fritzi, vaak in alles ontregeld, soms zeer moedeloos over haar benarde situatie - in financieel opzicht ook vaak, - maar altijd briljant in haar conversatie en de beschouwing van haar leven en de omgeving van natuur, mensen, dieren en dingen die haar omringden.
Eenzaam; tekortkomend aan zorg en daarin eigenlijk wat beledigd. Vooral door degenen die wel facetten van haar herkenden en daardoor getroffen werden, doch die haar vaak ‘lieten zakken’ na een tijd. Mogelijk ongedurig doar haar ongedurigheid en haar ongeduld om tot iets te komen.
Het is ook wel de rotste combinatie om mee te dragen, ongedurigheid en ongeduld in elkaar verweven en voortgejaagd door impulsieve maar nooit stoppende inspiratie om de kleinste details en voorwerpjes deel te maken van een universum.
Ik denk dat ze meer van dieren houdt dan van mensen en vaak hebben ook voorwerpen nog een voorkeur boven mensen. ‘Jachtlust’ met zijn vele kamers was aan de ene kant een ideaal verblijf voor haar, maar ze had die ruimte ook wel nodig om haar eenzaamheid, onvrede en de stormen van inspiratie te bergen. Die stormen van inspiratie hadden allerminst alleen betrekking op haar poëzie en proza, maar niet minder op haar conversatie die volstrekt origineel is, uitgaat van totaal andere premissen dan iedere andere conversatie en de toehoorder eigenlijk naar een andere planeet vervoert waar men ook gebruik maakt van de Nederlandse taal of onderdelen daarvan. Een behoorlijke slok wordt daarbij wel genuttigd, maar bij haar heeft die de overwegende werking de verbale spiritualiteit onder vrijwel alle omstandigheden te verhogen.
Zij is in haar conversatie iemand die de meest ongemene krullen van onderwerp naar onderwerp en van woord naar woord maakt, maar, mogelijk door haar enorme grafische talent, komen die krullen altijd weer terug, precies op het punt waar ze een lijn verlaat.
Men kan niet zeggen dat ze onverschillig is voor de reacties van degenen tegen wie ze het heeft, maar praat ze eenmaal over iets dat haar verontwaardiging opwekt, of haar bewondering of haar liefde, dan maakt ze een taal die zo onnavolgbaar is, dat weerwerk op het te berde gebrachte vrijwel onmogelijk is door de fascinatie van het luisteren. En door de gevoeligheid waarvan haar taalgebruik blijk geeft. Dit moet iedereen wel vatbaar maken voor de volstrekt eigen wereld die om haar heen is en de eenzaamheid die ze daarin permanent moet ervaren doordat ze zelf de maatstaven en de waarden daarin beoordeelt en als vaststaand kan aannemen. Ze schrijft haar gedichten niet met groot gemak. Het papier ligt op een tafel en af en toe schrijft ze er een paar regels bij, of schrapt ze wat. Het is dan een middelpunt waaromheen haar leven zich beweegt en soms is een gedicht zo lang dat middelpunt, dat daarin tegelijkertijd het lukken of mislukken aan vast zit.
In beginsel heeft ze zeker niet de pest aan mensen. Maar wel is haar eigen universum zo uitgesproken bezaaid met karakteristieken, dat degeen die haar niet herkent, er te dom, of te ongevoelig, of te ontaard haar door dat niet herkennen eigenlijk al beledigt omdat gebrek aan begrip onmiddellijk tegelijkertijd een aanval is.
Ze weet zich zelf in vele opzichten gehavend en gekneusd en er valt heel wat wanhoop te verdringen. Vandaar dat ze op het ogenblik dat ze iets in iemand herkent waarmee ze affiniteit heeft - op dezelfde manier waarop iemand die niets in haar herkent een vijand is - een vriend of een vriendin is. Hoewel op dat zelfde ogenblik een soort critische argwaan ontstaat ten aanzien van het wezenlijke van die herkenning.
Maatschappelijk kent ze geen kieskeurigheid - een autouitdeuker heeft haar lange tijd gefascineerd, maar niet als bij Henriëtte Roland