Maatstaf. Jaargang 24
(1976)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
[pagina 93]
| |
KikkerDie ritse kikker, waaierprent,
dat beeldje met zijn parasol,
Japans een heer,
ten westen van de berg een snol.
| |
[pagina 94]
| |
[pagina 95]
| |
HartebeestHartebeest van bokshoorn kreng
vreet maar gras,
ik heet je eng van os
of met je roepnaam bos.
| |
VosVossen preken zomerzoet,
deze bedelt, speelt de lier,
haalt konijnen uit zijn hoed.
Rolt horloges, bemint ook kippen
als het moet.
| |
HaasEen haas slaat op de trommel,
een haas hij is goed gek.
Soms draagt hij zelfs de weitas
geweer en roert zijn bek.
| |
[pagina 96]
| |
VarkenVarkens, varkens overal,
zwijnen zijn het bovenal.
Een twee drie een vette zeug
ieders mag is ook mijn meug.
| |
EgelAppelsjouwer luizenhout,
spitsroe laat het water koud.
Droom niet, neus niet in je hol,
bedoel je soort je bent geen mol.
| |
VleermuisEen vlerenlijder hoe wat nu,
noch Callantsoog, geen sodeju,
geen trilhaar stofkam raakt hem.
Slechts koel de maan, tsa dichterlijk de vlerk
verraadt zijn baan.
| |
[pagina 97]
| |
[pagina 98]
| |
MuisKermisbeesten hartelief,
haasje, over houdt de dief.
Van vos en varken, kikker, vleer,
stekelman en wie vergat ik,
muis geen heer.
| |
[pagina 99]
| |
|