Mr Luns that I am charted member of the Luns fanclub.’ Natuurlijk is Luns dat, allicht is Luns dat. Hij had geen betere slippendrager dan Luns, de heer Nixon.
Eens in juni toen de nato-raad in het oude, fascistische Lissabon bijeenkwam uitte Luns zich op bizonder boze wijze tegen de PvdA. De PvdA had bezwaar gemaakt tegen het houden van de konferentie van de nato-raad in Lissabon, want Portugal was een smerige koloniserende staat, en dat was het. De noren en de denen hebben hetzelfde bezwaar gemaakt. Is dat nu demokraties, zegt Luns. De regering heeft toch besloten de vergadering in Lissabon toe te laten. De regering is het toch altijd met mijn politiek eens geweest?
Dan zegt Luns iets wat volstrekt waar is en dat zich de PvdA kan aantrekken. De PvdA heeft drie regeringsperioden samengewerkt met Luns als minister van Buitenlandse Zaken. Voorlopig is het enige dat je er op kunt zeggen, dat de PvdA die met Luns samenwerkte, de PvdA was van W. Drees sr., van Goedhart, van de Accent-troep, van mevr. Veenendaal. De afscheiding van de groep van DS'70 heeft de PvdA wat dit betreft gelukkig aanzienlijk gezonder gemaakt.
Een verdere bizonderheid in hetgeen Luns zei over het gesprek met de Sovjet-Unie over ontwapening. ‘Het zal een langdurig gesprek worden’. Daar had hij gelijk in. ‘Maar ja...’ Er kan altijd iets plaats vinden (denk maar aan wat er onlangs in Polen had kunnen gebeuren), wat het hele beeld verandert.’
Dit kan men als volgt lezen: wij zijn niet van plan iets te doen. Wij hopen en wachten op het ineenstorten van die oostelijke troep.
De eerste gevolgtrekking is, dat het volstrekt onzinnig is om Luns te laten praten. Luns wil helemaal niet met hen tot een akkoord komen, dat ook hun zal voldoen. Luns hoopt op ‘iets’ dat zou kunnen plaats vinden binnen het gebied van het oostblok.
Denk hier nu eens goed over na. Als iemand zijn volledige hoop en verwachting ten aanzien van wat het leven van de mensheid en het bestaan van de wereld betreft vestigt op ‘iets’ dat aan de andere kant kan gebeuren, dan is het ondenkbaar dat hij bij alles wat hij doet, niet probeert dat ‘iets’ te bevorderen. En dat is nu de hele zaak waar het om draait. Het Oosten waar ze de poging tot moord, doodslag, massale roof en tot slavernij-brenging door Duitsland en de fascistiese bondgenoten in Europa hebben kunnen afslaan, zijn ze voor alles beducht voor en bedacht op de nieuwe aanval; die zal, naar het zich nu laat aanzien, niet direkt militair plaats vinden, maar die wordt wel voorbereid. Ik heb sedert 1945 niet anders geschreven dan dat de angst van het Oosten voor het Westen groter is dan omgekeerd, beter gefundeerd en meer gerechtvaardigd is. ‘Er had inderdaad onlangs iets in Polen kunnen gebeuren’. Dat zou het hele beeld hebben kunnen veranderen. Maar de Russen zijn nu eenmaal van mening en zo ook de andere kommunistiese oost-europeanen, dat een verandering van dat ‘hele beeld’ het einde zou zijn van het socialisme en de triomf, voor 100 jaren of meer, van het imperialistiese Amerika, zijn bondgenoten.
150. Ekskommunikatie. Opperrabijn Shlomo Goren (drager van het israëliese parachutisteninsigne) heeft in de maand juli weer van zich laten spreken. Hij werd in het parlement aangevallen door de leider van de kleine Agoedatpartij, rabbijn Shlomo Lorincz, die opperrabijn Goren vergeleek met de president van Uganda, Idi Amin (ook drager van het israëliese parachutisteninsigne). Beiden waren naar zijn zeggen ‘onevenwichtige persoonlijkheden’.
S.M. Bouman bericht op 31 juli uit Tel Aviv: ‘Opperrabijn Goren heeft de bal snel via de door hem beheerste rabbinale raad teruggekaatst. Voor de eerste maal in de geschiedenis van de staat Israël werd een “nidoei” (ekskommunikatie) uitgesproken.
Het volk van Israël wordt opgeroepen rabbijn Lorincz volledig te negeren. Er mag niet met de geëkskommuniceerde aan één tafel