| |
| |
| |
Jan Kal Dichterlijk elftal
I. Jan Hanlo, léés die dichter
Paroolagentschap Valkenburg, een schrale
inkomstenbron, die negen abonné's.
Eén zat in 't bos, ver weg van Peyton Place,
en wenste dat men wéékgeld op kwam halen.
In Geerlingshof deed Hanlo wel het léés
die krant, maar was er nooit om te betalen,
waar het agentschap stevig van moest balen,
omdat de kost boven de baat uitrees.
Na zestien weken reed hij zich te pletter
en zonk Hans Stoffels' krantenwijk tot acht,
‘en dat,’ zei hij, ‘geheel buiten mijn schuld.’
't Parool heeft Hanlo's manco's aangevuld,
wiens bijdragen zo lang werden verwacht.
Léés dan die dichter tot de laatste letter.
| |
| |
| |
II. Bofkont Dorrestijn
Het was weer stampvol in Café De Fles
toen Bofkont, de lp van Hans uitkwam.
Een snelle platenboy van Phonogram
vertroetelde de heren van de Press.
De dichter-zanger zei me, reeds half-lam:
‘Ja, vroeger zou me deze business
gelukkig maken hè, een plaatsucces,
dat ik nog Live in Bellevue opnam.’
Er staat een nummer op van de songwriters
H. Dorrestijn / H.G.M. Spaan / G. Luijters;
zelfs G.J. Komrij voegt zich bij die snuiters.
Affijn, in het gezelschap van de boffer
bleef niets onopgehelderd in De Doffer.
Moe maar voldaan doken we in de koffer.
| |
III. Poëzie en volksgezondheid
Gaan poëzie en volksgezondheid samen?
Voor Willem Wilmink wel, naar mijn idee.
Hij schreef een prima tekst, Adieu Café,
die het gebracht heeft tot een plaatopname.
Dat werd voor Willem Prachtige reclame:
gekoppeld aan Suzanne, als kant B!
Herman van Veen zong het tot in Carré,
waardoor zij beiden aan hun trekken kwamen.
Nu had de dichter menig rotte kies,
net als zijn vrouw, maar van de royalties
liet hij de tandarts zijn gebit vergulden.
Dag gouden plaat, dag f 9000,-!
En zo staat Willem Wilminks verskunst borg
voor een kieskeurige gezondheidszorg.
| |
| |
| |
IV. Kal - Waskowsky
14. Dc7×c8+, Tant pis pour le clown.
| |
V. Gerrit Komrij
Met aan zijn linker zijde Willem Kloos,
en Kees van Kooten aan zijn rechterflank,
staat Gerrit Komrij op mijn boekenplank,
groot dichter en pastiche-virtuoos.
Wanneer hij voorleest met die vreemde klank
lijkt hij een beetje uit de oude doos.
Zijn hagelwitte pak is smetteloos,
zijn witte sokjes zijn al even blank.
Als criticus schiet hij vaak in de roos,
wat hem niet afgenomen wordt in dank.
Begrijpelijk worden er mensen boos.
Kromrijm zijn eigen verzen lopen mank,
waarbij hij zelf het anagram uitkoos
‘Ik rijm erg rot’, maar Charles is mooi en slank.
| |
| |
| |
VI. Rock & Roll Stars
Komt die pc-junta dan nooit tot staan?
Nu een popopera lp van plons!
Producer: Theo Stokkink, platenbons,
en teksten van: Guus Luijters en Henk Spaan.
Dag Guus, bij de release trof ik je aan,
voor 't eerst. We waren dus weer onder ons
zou De Revisor zeggen met een frons,
om met ‘stuitende inteelt’ mis te slaan.
En Henk, al viel je met je saxofoon
in '66 wel wat uit de toon,
je naam die rondgaat revancheert de hoon.
Ik was in die tijd zanger, Lazy Bone,
per avond goed voor twintig gulden schoon.
Nu ben ik maar een dichter, doodgewoon.
| |
VII. Guus eenendertig
Het Boek des Levens blijft steeds minder blank.
Zo werd Guus Luijters eenendertig jaar,
al weer tien jaar volwassen, reken maar,
en wat hij zelf schrijft vult ook steeds meer plank.
De Haagse Post toont hem met Ruth en Saar.
Omkijkend zegt de schrijver: ‘Godzijdank
zijn we nu allemaal weer aan de drank.’
Op zijn verjaarsfeest bleek dat zeer, zeer waar.
Luijters moest afgevoerd, en tien uur later
kwam Guusje dankzij Ruth weer boven water,
ziek als een hond, met een drie sterren kater.
Al zwetend zei hij, na een krampaanval,
met in zijn mond de smaak van gal & gal:
‘Hoe is dit medisch te verklaren, Kal?’
| |
| |
| |
VIII. Tim Krabbé
Wij huldigen Tim ‘Keres’ Poulidor:
als subtopschaker werd ie maar niet beter,
de wereldflippertitel ging naar Peter,
en ik bleef hem poëtisch fietsend voor.
De cyclocrosser die steeds net verloor
sloeg echter toe op de fietsergometer
en greep als superkilometervreter
zijn felbegeerde Nederlands record!
Echt Tim, je bent beroemd, want toen wij samen
de Universiteitsbibliotheek
ruim twee weken geleden binnen kwamen,
zag ik een meisje loeren naar ons twee
en hoorde haar toen zeggen: ‘Kijk.’ Ik keek
bescheiden voor me. ‘Daar gaat Tim Krabbé!’
| |
IX. Gesubsidieerd sonnet
Dit jaar drie rooien! Leve mijn bevrijders!
De zin ‘Van dichten comt mi cleine bate,
die liede raden mi dat ict late’
geldt niet voor crm-werkbeurzensnijders.
Drie knaak per uur staat voor verhuisbijrijders.
De nos-tv kent betere loonstaten:
drie meier voor een dagje. Ook vergaten
mij niet de vara Staalkaart kunstverspreiders.
Drie geeltjes voor maar één minuutje praten!
Wat vangen de Vereeniging Arbeiders
Radio Amateurs programmaleiders?
Hoe blijven wij, m'n zwaartillende maten
die dagelijks rondsjouwen langs de straten
en ik, Arbeidersperser, medestrijders?
| |
| |
| |
X. De zaak Breytenbach
Aan de Regering van Zuid-Afrika.
Heren, bij dezen doe ik mijn beklag
over de rechtszaak Breyten Breytenbach,
die morgen aanvangt in Pretoria.
Speelt u de hoer, Vrouwe Justitia?
Of gaat het om de waarheid, bij 't gezag.
Lees eerst eens, als ik daarop wijzen mag,
Psalm 58, kijk het maar eens na.
Zie in uw eigen pers dan het verzinsel
‘Breyten uraanspioen vir kgb!’,
waarmee u mikt op troebele verwardheid.
Het hersenspinsel van het rasbeginsel
verziekt uw land. De dichter zwijgt niet mee. -
Vrijheid voor Breytenbach! Weg met apartheid!
| |
XI. Hans Warren
Wie meer dan Warren past een klimopkrans?
Hij raakt, na het verlaten van het rijm,
steeds onuitwisbaarder aan het geheim
van de vergankelijke ogenglans.
Van verzen die mij als Hyblaeïsch thijm
van top tot teen doortrekken, soms althans,
moet ik voorzichtigjes herstellen, Hans,
dat ik niet aan hun geurigheid bezwijm.
Wie kan er tippen met z'n poëzie
- als in een spiegel even 't zomers dons
van benen zichtbaar is - aan jouw gegons?
‘Amberen verzen, exclusieve, die
geen mens ooit lezen zal.’ Geen evenknie.
Sindsdien is Warren Corydon voor ons.
|
|