Maatstaf. Jaargang 23(1975)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Th. Wieringa Gedichten ‘A Theft to Remember’ Toen ik het in m'n zak stak - 't doosje stal - ‘het uit verstrooidheid meenam’ lieg ik liever - toen waren er (- tenslotte: ik gerief er een ander ook mee -) dertien in getal. Het doosje is nu leeg maar 'k heb het nog. 'k Bewaar het als een mini-monument: 't is goed te weten hoe je eigenlijk bent - het was geen grote diefstal, goed - maar toch - Ach ja - ze hadden iets aanstekelijks - en 'k rij zo'n dikke duizend wekelijks - - geen onruststoker - steek ik heel wat aan. Een ligt in Zutphen - een in Winterswijk, een ergens langs de weg - vlak bij een eik - Ze zijn in de diaspora gegaan. [pagina 57] [p. 57] Graag gedaan? Hij zei: ‘Je schrijft te helder, duidelijk - man! Je moet de lezer iets te raden laten.’ Vooruit - dacht ik, daar ga ik tegenan. Hier - wacht es: ‘zouden slakken langzaam praten?’ - Hij zei: ‘Schrijf zonder 't woordje dood te noemen een requiem voor lucifers’ - Ha - guit! Dát kan ik listig zeggen - fraai verbloemen: ‘Mijn pijp is aangedaan - zij gaan hem uit.’ Of - luchtiger: dat is ook leuk verborgen: ‘Ik zal ze een verassinkje bezorgen -’ - Zou zoiets de bedoeling van hem zijn? - Tja - ik tast zelf nog steeds in 't stikkeduister voor wat betreft die slakken - Geeft dat luister aan 't gedicht? - Nou - goed: 't doet mij geen pijn! Vorige Volgende