| |
| |
| |
Jan Kal Gedichten
Confessiones
was je bij Kleef het laatste hokje kwijt,
juichte het schapenhok bij 't broekje zakken,
veel klasgenoten gingen meiden pakken
die in het water wél waren bereid.
na afloop in de poortjes klonk soms smakken:
met Carla won ik dan een kuswedstrijd.
maar ik vond het gewoon oneerlijkheid
om appeltjes te schudden van de takken.
van onze groep deed iedereen dat minus
ikzelf die wachtte en niet wilde eten,
ook niet van iemands anders appelen.
een mooi gevoel, want wat heeft Augustinus
nog jaren na zijn daad, met kwaad geweten
als perendief niet moeten sappelen.
| |
| |
| |
Jacques Perk (10 juni 1859-1 nov. 1881) & Buddy Holly (7 sept. 1936-3 feb. 1959)
de twee vernieuwers leefden even kort.
te kort voor Perk, hij blijft nu wat halfslachtig,
de voorloper en gangmaker van '80,
als schoonheid is wier naam geheiligd wordt.
Buddy's gitaar en stem met hik zijn machtig,
zo bleek op teenagers hun schoolrapport,
als 't vliegtuig dat hem vloog is neergestort,
blijven hem fans en mca indachtig.
ze brachten werkjes over de verloofden
van anderen. Jacques Perk, de blondgehoofde,
beschreef madonna-achtige Mathilde,
en Buddy Holly zong, de zwartgebrilde,
over die van zijn drummer ‘Peggy Sue’,
ook ik ben tweeëntwintig, twenty-two.
| |
De val van Icarus
dit landschap wordt ontvouwd voor onze ogen:
een schip vaart weg, geen man is overboord,
de plons van Icarus wordt niet gehoord,
en Daedalus is uit de lijst gevlogen.
de boer is op z'n zondags en ploegt voort,
de visser zit naar voren toe gebogen,
de herder heeft z'n schaapjes op het droge,
zijn hond zit vast aan een tweedubbel koord.
merkwaardig, dat de ondergaande zon
de was tussen de veren smelten kon,
dat de patrijs niet klapwiekt met zijn vleugels.
er ligt een lijk onder het struikgewas,
vier eeuwen na zijn dood zag men het pas.
de film Blow Up is niet van Pieter Bruegel.
| |
| |
| |
Proefkikker
toen ik de kop afknipte van de kikker
gaf hij de geest, al bleef zijn lichaam hier.
twee prikkelelectroden kreeg het dier
aan zijn heupzenuw, door zijn knie een prikker.
de hele middag lang sloeg de kuitspier
na elke blokpuls weer een kuitenflikker,
zo kwamen dan, naast de secondentikker,
de spiercontracties op grafiekpapier.
ik hield hem vochtig, als een hielenlikker,
want eerst had ik zijn huid er afgestroopt,
dat bijna waterdichte maatcostuum.
manipulerend met sweeptime en trigger
mat ik iets ingewikkelds met de scope,
hoe mooi het leven werkte bleek postuum.
| |
Superstar
als iemand mij de scherpe vraag zou stellen:
‘wat ben je liever dan een popidool?’,
dan zei ik: ‘meester op de zondagschool,
om over God en Jezus te vertellen.’
er zijn revivals in de rock & roll,
maar wie is Hij? nedergedaald ter helle
en opgewekt? zal Hij het Oordeel vellen,
de top of flop over body & soul?
als ik de Schrift geloofde, dat is waar,
gaf ik gehoor aan het zendingsbevel,
de Heer is waarlijk opgestaan! o zo.
er staat geschreven, in een urinoir,
dat ‘Buddy Holly is alive and well,
and rocking in Tijuana, Mexico.’
|
|