men de spiegels van Mynareks auto af, vernielt de remmen, zaagt de nokkenas half door, prikt vijftien- tot twintigmaal de banden lek (kom, kom, het is maar rubber! Waar wil men dan gestoken worden?). Men gaat voor zijn huisje hoog boven de Main staan en schreeuwt: ‘Communist! Ellendeling! Heb je het fijn met je vrouw? Over een half uur ben je een lijk! Schurk, kom eens te voorschijn, ik vermoord je...’ Op klaarlichte dag. En 's nachts om één uur. Urenlang. Bovendien klinkt bijna voortdurend uit de telefoon: ‘Ellendeling!’ ‘Ik schiet jullie dood!’ En brieven: ‘Hoe kan men als priester, als aan god gewijde!!!! zo laag zinken maar ja de duivel heeft macht!!!! “hij gaat rond als een brullende leeuw”!!!! Het klopt, het is je aan te zien!!!! Voor ons is het voldoende dat je met een verlopen hoer samenleeft. vast blijft mijn doop altijd bestaan! ik wil de kerk gehoorzamen!!!! wij priesters blijven trouw tot in de dood!!!! arme hater!’
Of: ‘Mijn vrienden en ik hebben het besluit genomen dat, als u niet direct uw “levenswerk” terugneemt, er iets gaat gebeuren! Als u wegens een 19-jarig modepopje - u zou haar vader kunnen zijn - het priesterkleed afwerpt, dan is dat een schandaal, al was het alleen maar omdat uw liefje, als u al een grijsaard bent, nog jeugdig zal zijn. (Sex schrijft u met grote letters, nietwaar?) Als u zich zo boos maakt over de liefdeloosheid van uw voormalige kerk, had u wat naastenliefde moeten betonen aan dit minirokpopje, maar daar verdient u niet aan! Zo'n modepop kost immers heel wat, dat zult u nog wel merken. U hebt veertien dagen de tijd, meneer (meneer krijg ik nauwelijks uit de machine, schoft zou beter lukken?!!) dan kunt u op ons rekenen!!... Heil Hitler, voor u en uw hoer! een gezegende impotentie, seksuele patser!’
Dat zijn de indrukwekkende verklaringen van katholieke medemenselijkheid, seksuele onderdrukking en nazi-heimwee, zoals Mynarek ze bij stapels ontvangt.
Aangaande zijn vaak gewraakte geldzucht overigens moet ik zeggen: toen hij nog katholiek was had hij daar geen last van! Toen zuchtte de priester al dermate onder de last van 5000 mark spaargeld, dat hij zijn onbehagen uitsprak jegens een lichamelijk gehandicapte, maar zeer heilige parochiehelpster, die prompt met de fraaie zekerheid van dergelijke personen ten antwoord gaf: ‘Ach weet u, daar heb ik totaal geen last van. Zet u het maar op mijn rekening.’ En Mynarek maakte 5000 mark over. En toen kende die heilige dame (ik wil er iets onder verwedden dat ze Theresia van Avila bestudeerd heeft) een arm weeskind, en Mynarek maakte elke maand 100 mark over voor de arme wees. En eens bibberde de heilige zichtbaar van kou, en Mynarek schonk 250 mark voor een elektrisch kacheltje. En steeds als de reine ziel, die geheel vrij was van onbehagen jegens geld, een bijzonder heilig gezicht zette, vroeg de Silezische mysticus: ‘Hebt u geld nodig?’ Totdat hij eindelijk meende te weten wat ze nodig had en waarvoor, en haar schreef: ‘Vervloekte hoer Gods!’
35.000 mark in totaal heeft Mynarek, de priester, betaald voor ‘liefdadige doelen’ - en dat kon hij zich ook veroorloven. Maar 1500 mark minstens heeft Mynarek, de afvallige, moeten vertelefoneren, om van de Oostenrijkse centrale voor de bezoldiging van geestelijken eindelijk, na negen maanden, zijn rechtmatig pensioen los te krijgen! En helemaal naar Lübeck moest hij reizen voor de hypotheek (voor zijn huis), die een bank in Unterfranken hem vóór zijn uittreding vast beloofd, maar later geweigerd had, want: ‘Professor Mynarek leeft gevaarlijk!’ Dat is de eerste duidelijk uitspraak die ik tot nu toe uit de kring van zijn tegenstanders heb vernomen.
Het moet anderzijds worden toegegeven dat men zich ook wel weer gul betoont. Hoewel men Mynareks zorgzame schoonmoeder in het bisschoppelijke Würzburg niet overal bedient (ze wordt op straat lastig gevallen, men spuugt haar voor de voeten, haar auto is meermalen regelrecht geramd, en onlangs is haar anoniem veel geld geboden als ze zich wilde uitspreken