Rotterdam. Nadat Jani het portret dat ik hem oorspronkelijk had cadeau gemaakt, in bruikleen aan bovenvermeld museum afstond, heeft hij onlangs laten weten, het portret in eigendom aan het museum te willen schenken.
Ik zal mij wel wachten mij aan een mening over Jani als dichter te wagen. Wel weet ik dat hij een hekel heeft aan Goethe en aan mijn grote oom Albert die hij bij elke gelegenheid een sneer placht te geven. Hij plaagde mij destijds door elke keer als hij kwam poseren te zeggen: ‘Ik heb vanochtend weer in je oom gelezen’. ‘Maar waarom doe je dat dan als je zo'n hekel aan hem hebt?’ ‘Ja’ zei Jani dan ‘het is wel goed brood!!!!’
Over een man als Jani zijn talloze anecdotes in omloop. Een staaltje van zijn gevatheid: Ik vroeg hem eens, of hij wist waar het woord ‘primavera’ vandaan kwam. ‘Nee’ zei hij ‘maar ik ken wel een Vera, die prima is!’
Mijn vrouw en ik, die hem altijd graag op bezoek hebben, hopen Jani nog dikwijls bij ons te zien: de vijfentachtigjarige ‘Onsterfelijke’ onder onze vrienden!