cursief
raymond brulez / streuvels in oorlogstijd
Het nut van het uitgeven van ‘volledige werken’ van een belangrijk auteur, ligt vaak hierin dat boeken, die bij hun eerste publicatie of onopgemerkt bleven of - wat even erg is - misbegrepen werden, of ook nog te lijden hadden van een politiek-ongunstige conjunctuur, nu door de herdruk beter begrip en verdiende waardering kunnen oogsten.
Dit lijkt mij bij uitstek het geval met Streuvels in Oorlogstijd, zijn dagboek tot einde 1914, dat nu werd opgenomen in deel II van Stijn Streuvels' Volledig Werk; uitg. Orion, Desclée De Brouwer, Brugge-Utrecht.
Het dagboek zet in met een ‘Verantwoording’ waarin de auteur verklaart:
Hierin heb ik, voor mezelf vooral, met alle nauwkeurigheid en onbevangen als een middeleeuwse kroniekschrijver die, in gedwongen werkeloosheid zijn tijd wil benuttigen, de feiten aangetekend die ik in mijn omgeving heb zien gebeuren.
't Geen ik heb van horenzeggen, staat dan ook als zulkdanig vermeld.
Het was mij ten andere niet zozeer om de feiten te doen, wel veelmeer om de stemming die de feiten bij mij, bij mijn kennissen en over de hele streek - ook over het uitzicht van het landschap om mij heen uitwerkten en teweegbrachten.’
Belangrijk in deze passus zijn de woorden: het uitzicht van het landschap. Men weet dat aan Streuvels, auteur van een roman Het Uitzicht der Dingen, verweten werd door sommigen dat zijn boeken louter weerkundige berichten waren... Alle aandacht gaat hier dan ook naar zijn Leiestreek, zoals die de herfst en de winter 1914 ingaat in zonnige en nevelige dagen; maar steeds met als ondertoon het trommelvuur van de slag bij leper en de IJzerslag.