Maatstaf. Jaargang 20(1972-1973)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 280] [p. 280] neeltje zoetje jobse gedichten ook dan Onder het grijze stoppen van de sokken eenvoudig poëzie bedrijven, de muze tot een lied verlokken en dat als 't ware op de voetzool schrijven zodat elke stap in 't grijze eentonige der dagen een voetnoot wordt, naar nieuwe wijzen, die 't leven lichter maken om te dragen. [pagina 281] [p. 281] Zo, als ik wakker word valt er een bijbeltekst in m'n gedachten. Rondom Jeruzalem zijn bergen, zo is God rondom hen die Hem vrezen. Het herinnert mij aan wat wij vroeger grootmoeders geheime zender noemden. Maar toch vraag ik me even later af voor welk gevaar ik dan wel bewaard zou moeten worden. En omdat je maar nooit kunt weten, besluit ik voorzichtig te zijn op de trap, met de wasmachine en het aardappelschilmes in de keuken. Terwijl ik m'n man en de kinderen nog eens extra waarschuw toch op te passen in het verkeer en op het werk. De dag is zonder ongelukken verlopen maar alvorens te danken, loop ik nog even langs bij een vriend. We drinken thee bij gebrek aan beter en praten langdurig over vrije liefde, huwelijk en sex. Als hij me later naar huis brengt en we te lang stil staan buiten het bereik van lantarens om te herhalen wat we al zeiden kijk ik roekeloos naar hem op. Maar als hij me wil kussen blijkt dat ik nog steeds ben verbonden met God weet welke zender zodat ik toonloos herhaal Rondom Jeruzalem zijn bergen, zo is God rondom hen die Hem vrezen. Ik vloek. We lopen door. En als ik thuis kom vergeet ik te danken. Vorige Volgende