Maatstaf. Jaargang 20

[p. 195]

c. buddingh'
gedichten

nog hoor ik hem roepen

voor theo sontrop

‘Nog hoor ik hem roepen: “Meubelmakers
noemt zich dat! Nou, bij mij zouden jullie
nog geen plank voor een strontkar
glad mogen schaven!” - Ja, meneer,
dat waren andere tijden.’

[p. 196]

zo is het

rentré chez lui le voyageur
michel leiris

Daar zit hij weer thuis, de reiziger,
aardig gebruind ja, maar verder
ook geen cent wijzer geworden
(wel twee maanden salaris armer)

Hij schenkt zich nog maar een glaasje belastingvrije
cognac in, er knarst iets tussen zijn liezen.
In elk geval: elf maanden geen knoflook
en dat is ook iets om dankbaar voor te wezen

[p. 197]

wist u nog niet misschien

l'avenir est aux audacieux
benjamin péret

In een klein slootje niet ver hiervandaan
is ook de laatste snoek bezweken;
je kan je vinger nu zonder gevaar
tussen zijn ijzige kaken steken

Ja, de toekomst is aan de stoutmoedigen

[p. 198]

klein gedichtje voor kinderen

‘Jij ziet ze nog eens vliegen!’
had zijn moeder gezegd
(niet één keer, maar honderd maal)

En bijna dertig jaar later
(op zakenbezoek in Le Mans)
zàg hij ze vliegen: de gebroeders Wright

Zo zie je maar: nooit te vlug
om je ouders lachen

[p. 199]

soort kwatrijn

Zoals je een sinaasappel schilt,
denk je soms, zou je ook het leven
moeten kunnen schillen - maar ja, ook dan
hield je enkel de schil en de pitten over

[p. 200]

stukje strand met echtpaar

In Isaak Babel: Brieven naar Brussel
(Moussault 1970)
staat een foto van de schrijver en zijn vrouw Zjenja
(Babel, die onder Boedjonny vocht
bij de rode ruiterij,
op zijn dertigste al een legende,
later door Stalin uitgespuwd,
afgevoerd, fijngeknepen)
in de zomer van '28
op het rimpelloze strand van het Belgische
Saint-Idesbald, of all places!

Naar zo'n foto kijk ik met meer
ongeloof en verbazing
dan ik kijken zou naar het eigenhandig
gesigneerde statieportret
van God de Vader zelf

[p. 201]

verzuchting van de eeuwige underdog

Komt de kogel ooit door de kerk,
krijgen we 'm weer in ons achterwerk.