gaat. Ik maak één uitzondering. Voor uitgever Jean-Jacques Pauvert die niet dik en wel links is, maar wiens geheimzinnigheid over zijn financiële situatie doet denken aan de president-directeur van de Banque de Paris et des Pays Bas en die zonder pardon een armzalig gekleed, langharig, long schrijver vraagt op te sodemieteren als hij na twee jaar komt vragen of hij zijn manuscript, wanneer het toch niet wordt gepubliceerd, misschien terug kan krijgen.
Voor Jacques Laurent maak ik zo'n uitzondering niet. Die is dan wel niet dik en zei mij niet bij rechts ingedeeld te willen worden omdat hij niet met De Gaulle en Pompidou aan één tafel wil zitten, maar ik stop hem toch bij rechts. Behalve in zijn politieke ideeën zie ik daarvoor ook genoeg reden in het feit dat hij een geweldige herrie maakt over de belasting die hij moet betalen van de tien miljoen nieuwe franken die hij verdiende met Les Bêtises, waarvoor hij vorig najaar de Prix Goncourt kreeg. Hij houdt van actie en vindt dat het leger ook daarvoor in stand gehouden moet worden. Moeten anderen zijn lugubere heldendom nog financieren ook?
Henri Langlois, de directeur van de Cinémathèque Française, heeft zulke vetkwabben dat ik de indruk kreeg dat hij zijn lichaam als een rollade met touwtjes ingesnoerd heeft om te voorkomen dat het uit elkaar rolt. Schreef Céline niet over mensen die steeds grotere magen en langere darmen willen hebben? Overigens is er best een kans dat Langlois in de toekomst vermagert. Hij zei mij tenminste dat hij best het kapitalisme wil gebruiken om onder de druk van de Franse staat uit te komen. Wie weet geeft Laurent, die het ook al niet met de staat opheeft, hem nog wel eens een paar miljoen.
Uitgever Roland Laudenbach van La Table Ronde houdt zijn lijn streng binnen de perken, wat een zwaar karwei moet zijn omdat hij doorlopend bars bezoekt waar hij luierende schrijvers vindt die hij met zware, patriarchale stem waarschuwt dat zij hun manuscripten voor de kontraktdatum