waarom er naar zijn mening levende wezens op andere planeten moeten bestaan.
Er zijn ook artsen die niet genezen, maar uitsluitend trachten mensen te snappen die zeggen dat zij ziek zijn om thuis te kunnen blijven van hun werk. Zij gebruiken hun medische kennis voor het opsporen van spijbelaars. In H. is er één die je wil betrappen wanneer je je als ziek hebt opgegeven en niet thuis blijkt te zijn. Wanneer je hem je huis binnenlaat, zegt hij teleurgesteld: ‘Zo, bent u net even thuis?’ Vervolgens vraagt hij hoe het ermee is. De grootste vergissing is om hem dan te antwoorden, want daar luistert hij toch niet naar. Hij heeft al lang een mening over wat er met je aan de hand is: niets. En hij vertelt je dat zijn zoon dezelfde verschijnselen heeft gehad - nou ja, iets anders, maar veel verschil was er niet - en dat die tenslotte ook nergens aan bleek te lijden.
In A. ken ik een chirurg die in een café beweert dat hij, zodra hij gebeld wordt voor een spoedoperatie, op slag nuchter is. ‘Hoe dronken ik ook ben, op dat ogenblik is het over. Gek hè?’ Ik heb hem verscheidene keren voor een spoedoperatie uit het café zien vertrekken zonder dat hij had afgerekend. In een ander café te A. heb ik eens een dronken tandarts gezien die een patiënt met kiespijn tegenkwam. ‘Kom maar even mee naar huis’, zei de tandarts. Even later was het tweetal weer terug, maar de patiënt was wat bleek. ‘Ik geloof dat er iets niet helemaal goed is’, zei hij. ‘Ben je niet tevreden?’ reageerde de tandarts. ‘Ach, kom, dan geef ik je wel even een briefje voor de kaakchirurg.’ Hij schreef het ter plaatse uit. Ik ken trouwens veel mensen die kaakontstekingen kregen nadat zij bij de tandarts waren geweest.
In V. ging een man naar de huisarts met de klacht dat hij zijn arm niet kon optillen. ‘Dan moet je hem laten hangen’, kreeg hij te horen. In R. werd een vrouw, die thuis bevallen was, naar het ziekenhuis gebracht omdat de nageboorte niet wilde