Maatstaf. Jaargang 20(1972-1973)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] elibertus scheen gedichten drie gedichten zonder maat één Een trein fluit in de nacht. Ik ben op reis. Enkele reis. twee Avond. Ik was de spieder van uw ademhalen. In uw spelonk van uw nacht, in uw til van uw morgen, in uw nest van uw middag, heb ik U bespied. Hoe zou ik ànders adem kunnen halen, o Aarde! drie Een stem knirpte: ‘Ik draai bijna zonder olie.’ Het was Moeder Aarde. De wereld vergaat! [pagina 15] [p. 15] drie stellingen zonder dissertatie Het vinden gaat vooraf aan het zoeken. Alles is maar voorlopig. Ook de gedachte aan de dood. Ontzag kent zijn grenzen, gezag niet. [pagina 16] [p. 16] lekker Ik zat in mijn wieg te denken aan het contactprobleem toen er een dame op mij af kwam die riep: ‘O wat een héérlijk schattediefje!’ of zo iets. Zij wilde mij een kusje geven op mijn wang. Terwijl zij zich over mij heen boog werd ik bang en stak haar mijn kontje toe. Ik val uit mijn wieg als ik lieg. Vorige Volgende