Maatstaf. Jaargang 19(1971-1972)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 651] [p. 651] rien vroegindeweij [Gedichten] op het land Daar waar het leven goed is, is het daar niet goed Geen zee der zuchten of een drooggevallen woestenij Alle dagen feest, een leven vol van wild stampei Daar waar het leven goed is, is het daar niet goed Daar waar de edele blokken knetteren in het vuur Stieren oude koeien uit de sloot halen, voor later Daar is nergens brandend zand en overal is water Daar loopt zelfs geen ezel tweemaal tegen de muur Daar waar de bloemen bloeien en de sterren stralen Daar waar de boer de stadsmens blij vergast Daar waar de muis nog piep zegt in het voorhuis Daar waar men zijn hand niet uit het vuur wil halen Daar waar op ieder potje nog een dekseltje past Daar wil ik leven en sterven, daar voel ik me thuis [pagina 652] [p. 652] de krant bij de hand Daar ligt veertig treden laag de ochtendkrant Te wachten. Opgevouwen wereldnieuws in het portaal Terwijl ik langzaam en nieuwsgierig de trap afdaal Door de brievenbus het weer bekijk, met in mijn hand De krant - hetgeen mij vandaag al weer te weten staat - Lezend en langzaam weer terugkeer op mijn schreden Als een moegestreden heerser over veertig treden Het nieuws over een ver land waar men geweld begaat Een foto van een doorgeschoten vluchteling. Een ongeluk Ergens is de mooiste vrouw van het hele land gekozen Een man zijn hart en longen werden getransplanteerd Voor de vierde keer. En morgen verkoopt men stuk Voor stuk en niet in blikken maar in kartonnen dozen Zijn armen en benen, die worden vandaag geamputeerd Vorige Volgende