betreft: als je zegt dat ik een conservatieve anarchist ben, tik je de spijker op de kop. Dat is geen conservatisme. Ik heb een argwaan tegen alles wat met structuren werkt in het oude zowel als in het nieuwe. Ik heb een ontzettende argwaan tegen wederdopers en hervormers. Dat draait altijd op nieuwe structuren uit. Als je wat rond je gekeken hebt, kun je niet anders, ik niet, althans.
Je debuteerde in 1946, vlak na de oorlog. Het was, achteraf gezien, een nogal ‘herfstige’ tijd. Veel van je generatiegenoten stonden ook letterlijk midden in de herfst. Ze moesten wachten op die voor hun eerste lente waarin ze ook voor de dag konden komen. Criterium zat daar vóór, maar natuurlijk ook er in?
Warren: Als je bedoelt dat ik de slagschaduw van de neo-romantiek toen over me heb voelen komen, heb je geloof ik wel gelijk. Voor '40 was je bewust gaan leven.
Je kende Criterium, uiteraard. Je kende Du Perron, Marsman, van wie ik een beetje idolaat geweest ben, maar dat is - gelukkig - veranderd. Om het eens met Du Perron te zeggen: ‘je leefde in een grootse tijd’ en wat deed je?
Je hield je bezig met zeer kleine dingen, echt dingetjes als tere herfstkleurtjes. Het was toen, inderdaad, een toevlucht, misschien. Ik heb er niet lang in kunnen gedijen.
Parijs duikt in je leven op als het uitgangspunt van wat men in je ontwikkeling de ‘grote ommekeer’ zou kunnen noemen.
Warren: Parijs, ik heb er jaren gewoond. Er zal voordien altijd al wel iets geweest zijn. Je zegt dat het zuiden en oosten er voor mij zijn gaan spreken, maar dat zat al in me. Het is daar verhevigd door de contacten die ik er had.
Er was een sterke liefde voor iemand uit het zuiden die de versmelting voor een niet onbelangrijk deel heeft beïnvloed. Zo zie je, dat zoiets ook zijn zuiver lichamelijke