Maatstaf. Jaargang 19

[p. 92]

riekus waskowsky
gedichten

onze katers

(voor Jaap Harten)

Onze katers, Broertje & Zusje, stoppelkatjes
eigenlijk, vooral Zusje gewoon een miezerd
met bijvoorbeeld een heel jaar lang geen bal-
len (vandaar z'n/haar naam) en dan ook nog
last van verstopping zodat je om de 5 dagen
een paal keiharde stront uit z'n reet moest
drukken (met duim en wijsvinger). Nou ja, een
ogenblik of eeuwigheid een AFGRIJSELIJKE GIL
maar opgelucht dan toch weer een dankbaar kopje.

Ach Zusje, wat hebben wij geleden!!!

Ach Broertje, waar bleef de tijd, de tijd
toen je nog kon zeggen: de kut van m'n zuster
is tóch anders...

[p. 93]

een koe

Een koe gaat eenzaam over d'aard,
het is een koe, sonst nichts
het is geen man, geen paard
het is een koe of niets.