Maatstaf. Jaargang 18(1970-1971)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 838] [p. 838] gerrit komrij gedichten je kat Vanmiddag gaf je je kat een kopje en likte haar Staart schoon, toen ze plotseling naar je opkeek, Zoals je daar op je knieën zat, en merkbaar Aangedaan zei ze: ‘Jongen, wat zie je bleek.’ Ze merkte niet meer hoe je naar haar terugkeek, Want ze kneep haar ogen toe, en legde haar kop Plat over haar voorpoten heen. Even streek Je haar huid nog glad en hield toen verslagen op. Tuberculeuze muziek dreef door het huis en Je voelde je kleiner worden - onverwacht Werden haar poten zo groot als leidingbuizen En lag je verschrompeld tegen haar vacht. [pagina 839] [p. 839] de bezoeker ‘Ik kom eens wat rondneuzen,’ zei hij, maar toen Dat gebeurd was wilde hij, dacht je, de spot Met je drijven. ‘Ik heb,’ zei hij, ‘een schoen Uitgevonden, die dienst kan doen als mascotte, Want als je die draagt kan je niets overkomen.’ (Wat een fantast! dacht je. Maar terzelfder tijd zag Je de nimbus om zijn hiel.) ‘Ik heb 't niet dromend Bedacht,’ ging hij voort, ‘nee, op klaarlichte dag. Ik kreeg het als het ware ingegeven.’ De angst Bekroop je, en door je tenen trokken symptomen Van pijn. Je was zijn nieuwsgierigheid allang Vergeten en voelde je door zijn schoen genomen. [pagina 840] [p. 840] solidariteit Wel, op zekere dag zag je een groenteboer, 'n Wondermooie maniak; hij was gewoon Om alle oude wijven in zijn winkel een loer Te draaien: want hij verkocht ze groente, schoon Van buiten, maar van binnen vol schimmel, En smerig! Niet enkel die wijven gaf hij dat Maar ook de domme doetjes en boerenpummels, Kortom, iedereen aan wie hij een hekel had. Toen hij zag dat jij je over hem verkneukelde Knipoogde hij; hij zag in z'n drukbezochte Zaak zeker een kameraad in je. Je vond hem leuk. Totdat je merkte dat hij je rotte lof verkocht. Vorige Volgende