| |
| |
| |
boudewijn van houten
in gesprek met h.j. schurink, de dichter van deventer
zelfmoord
Langzaam gestadig vloeit het
bloed langs het lichaam op de grond
In een diepe borstwond gapend.
En naast hem op de grond.
Licht ook zijn trouwe hond
Vragensteller: Hoe oud ben je?
De dichter: Zesentwintig.
- Heb je een baan?
- ik zit bij Thomassen & Drijver.
- Wat doe je daar?
- Nou, daar ben ik blikbewerker. Ik zit momenteel in de kroonkurk-afdeling. Dat is voor kurken voor de flesjes.
- Wat voor school heb je gedaan?
- Gewoon de lagere school.
- Wat zou je het liefst in het leven doen?
- Dichten. En ik heb dus ook wel leuke ideeën nog om verhalen te schrijven. Ik heb er al eens een paar in het klein opgeschreven. ‘De talisman’. En een sprookje over een ring en een amulet. ‘Priesteramulet’ heet het dus. En ik heb 't er dus al met enkele heren uit Zwolle - uitgeverij van Ty! - over gehad. En daar voelden zij wel iets voor. Maar ik moest de auteursrechten verkopen, en daar voel ik niet zo erg voor. Nu ben ik niet verder gegaan om het af te maken. Maar ik heb het nog steeds in het
| |
| |
klein opgeschreven, dus ik kan er zo een uitgebreid verhaal van maken. Een erg leuk verhaal is het.
- Zou je het liefst al je tijd aan schrijven besteden of zou je daar nog een baan naast willen hebben?
- Nou, als die baan niet te veel werk vergt, dan zou ik het dus wel doen.
- Maar liever zoveel mogelijk tijd voor het schrijven?
- Als ik dus echt iedere dag een gedicht wou schrijven hè, dan moet ik me minstens zo veertien dagen kunnen concentreren en dan kan ik achter elkaar gedichten schrijven. Dan zijn ze natuurlijk niet allemaal even goed, maar...
- Wanneer dicht je meestal?
- Meestal op mijn werk hè. Daar krijg ik de meeste ideeën, want op een gegeven moment dan voel je je als 't ware een klein beetje eenzaam op je werk hè. Want veel mensen, nou ja veertig procent, mogen me niet zo erg graag. Daar zijn er de laatste tijd een paar bijgekomen doordat er iets met een meisje was. Nou motten ze me niet meer. Op een gegeven moment dan begin je. Af en toe krijg je een vrolijke bui, en dan is het weer een beetje een sentimentele bui. Nou en dan moet je even naar het toilet toe en dan schrijf ik het daar op. En dan schrijf ik het 's avonds zo in het groot gelijk op.
| |
een broerte voor een onbepaalde tijd!?
Ik weet niet hoe, ik mij op dit
gelukkig of zeer beroert.
Neen ik weet het echt niet mee
Het is als een samenzwering tegen mij.
En het word zelfs, een gekomplieseerde
| |
| |
Mijn hersens zijn verward
En mijn maag is als een misselijk dinnee
M'n benen lopen als een kruepele
Er is iets in mij, dat ongeneeslijk zweert
Een walging, maakt zich meester over
Plat gereden als een dooie vogel
Ik vrek! hier op deze aarde
- Wat betekent het dichten voor je?
- Het betekent voor mij een heleboel. Ik zou zeggen dat het wel de helft van mijn leven was zo. Ik voel er gewoon iets voor, zoals al de mensen hier op de wereld leven ook hè, voel ik er gewoon voor om ... ja, ik voel met de mensen mee die in oorlog zijn bijvoorbeeld. Met die trammelant nou in het Midden-Oosten, ik voel gewoon met de zwakste partij mee, en nou ja met de overheersende partij voel ik ook wel mee, maar het hoeft allemaal niet. En dan krijg je ook die sentimentele gedachten van me, dan ga ik dus ook weer schrijven. Zoals het gedicht van ‘Rottende Armoe’. We moeten allemaal een beetje gelukkig met elkaar kunnen leven, vind ik.
| |
rottende armoe!
Armoe is, gecombieneerde grauwheid.
Er heerst alleen maar zwarte ijdelheid.
De moeilijkheid is, eten kweken.
| |
| |
Wat doet het onderontwikkeld verstand.
Zolang niemand iets doet, zullen mensen
Jamer zo veel onder ontwikkeld land.
Verderflijkheld legt menselijke beenderen bloot.
Rijken doen wijnnig of niets voor de armen.
Armen van niets wetend! hun leven gaat
Met stoornissen in maag, en darmen.
Moeten de hongerigen, steeds lijden.
Wie zal hen, eens van de grauwe werkelijkheid
Armen hebben niet veel wensen
Hopelijk zijn er veel rijken die voor het goede,
Want armen zijn tenslotte ook mensen
Zij woonnen in ziels oude krotten.
En ook in het natte moesonweer
Dat iedere plank doet verrotten
Waarom doen wijl niet wat meer.
Ach ja, armoe zal altijd wel blijven
Het ongedierte dat dood, en verderf blijft zaaien
Wij kunnen dit toch vaak niet begrijpen
Hoe de onverzorgden, doorgaan met het
- Zijn er dichters die je bewondert?
- Ja. Ik heb dus Neeltje Maria Min. Die schat ik zeer hoog.
Ik heb één gedichten-bundeltje van haar, ik weet ook niet of ze er meer uitgegeven heb. Maar ze heb dus achttienduizend
| |
| |
exemplaren heb ze verkocht. Het ging in één keer heel erg vlot. En Nederland is helemaal niet zo poëzieliefhebbend hè. En dan van de oude dichters: Vondel. Dat zijn wel de dichters en de dichteressen. En Henriëtte Put vind ik ook zeer goed. Die werkt dus ook bij T & D. Dat is ook een dichteres en die heb dan een oplage van vierhonderd uitgegeven. Over Ibiza. Dat eiland is al zo vaak bezongen, maar ik geloof dat zij het één van de beste doet. Zij heeft dus een bundeltje uitgegeven met subsidie van de Deventer Culturele Kring en met subsidie van Thomassen & Drijver. Ik had ook altijd wel iets verwacht van Thomassen & Drijver, maar... Ik heb een keer meegedaan aan de hobby-tentoonstelling en er zouden een stuk of acht gedichten van mij opgehangen worden. Nou, dat zou dan een gelegenheid voor de mensen zijn om dat te lezen. Op een gegeven moment, nou dan kom ik dan 's morgens naar de tentoonstelling toe en ik bekijk zelf ook alles, want ik verzamel dus ook nog - sigarenbandjes, postzegels - nou daar was ik naar aan het kijken en ik zocht ook mijn eigen werk hè. Maar niks hè! En toen waren ze drie dagen verdwenen zogenaamd - zolang als die tentoonstelling duurde. Dat vond ik erg jammer. Ik heb ook al eens een keer een man gehad, nou ja die gedichten die ik geschreven had, nam ik mee naar de fabriek, en ik schatte die man nog wel erg hoog hoor! En hij leest ook veel romans en gedichten. En op een gegeven moment toen lei ik hem dat voor. Toen had hij het mee naar huis genomen, en de andere dag kwam hij ermee terug. Toen zegt ie: ‘ze zijn erg mooi’ zegt ie. ‘Maar heb je dat uitgeschreven, overgeschreven uit een boekje?’ Nou was ik verschrikkelijk kwaad. Ik zeg, nou ik zeg: ‘Ik acht U niet als een dom persoon hè, maar met al het verstand wat U hebt, dan kunt U toch wel zien dat ik het zelf gemaakt heb, en dat kun je kijken aan de taalfouten, en
als je een gedicht overschrijft hoef je beslist geen taalfouten te maken.’
- Vind je het vervelend dat je taalfouten maakt, of vind je het niet zo erg belangrijk.
| |
| |
- Nou, eigenlijk is het wel erg belangrijk, want als je dus bijvoorbeeld iets uit gaat geven en dan moet dan iemand komen om alles te ontcijferen. Kijk, die deelt altijd weer mee in de winst. En ik ben dus bezig met een cursus Nederlandse taal, en dat lijkt me wel beter dat ik het zo doe.
- Wat lees je verder graag? Behalve de dichters over wie we spraken.
- Ik lees graag een goeie roman. ‘Winden waaien om de rotsen’, dat vind ik een heel goed boek, en je hebt ‘Angélique’.
Negen delen. Ook prachtige boeken zijn dat! De hele serie heb ik gekocht. En dan, nou een leuke oorlogsroman, daar houd ik ook wel van. Ik ben wel een beetje veelzijdig wat lezen betreft, want ik lees ook wel graag stripverhalen en zo. Daar krijg je een hele hoop ideeën van - om zelf een verhaal te gaan schrijven.
- Welke strips bijvoorbeeld?
- Nou ... Roel en Rap van de Sjors bijvoorbeeld hè. En science fiction. Erg leuk als ze zo in de ruimte zweven.
- Zijn er bepaalde thema's in je poëzie? Ik bedoel: zijn er bepaalde dingen waarover je vaak spreekt in ie gedichten? Dingen die steeds weer terugkomen. Waar je allerlei over kwijt moet.
- Ja. Ik weet niet of het je opgevallen is, maar d'r komt veel God in voor. Een klein beetje een gelovig mens ben ik toch wel. De laatste zes maanden ga ik dus naar de kerk toe, de Baptisten kerk, en dat is de enigste kerk waar ik voel waar ik eigenlijk thuis hoor. Niet omdat ik speciaal dus in God geloof, maar ook dat het me een erg groot genoegen doet. Ik voel me daar gelukkig ook dat ik er bij mag zijn. En al die mensen spreken je ook zo aan. En in de meeste kerken - ga je naar een grote kerk toe, een katholieke kerk of een christelijke kerk - daar heb je niet echt het samenleven weet je wel.
| |
| |
| |
geprezen
Het was, als of het zo moest wezen
O jij! brutaal en gemeen wezen
Ik heb ook eens geprezen,
Maar niet op des duivels wezen
Maar op des Heerens Leven.
- God is dus een thema in je gedichten. Zijn er nog andere thema's?
- Ja. Nou ja, wat ik dan gezegd heb: wat er zo om je heen gebeurt hè. En dan af en toe neem ik een stukje historie als ik dus een mooi gedicht wil schrijven, en door er een stukje historie d'r bij door te schrijven, geeft het gedicht ook meer inhoud hè. Want ik heb dus een gedicht erbij zitten, en noem daar uit het boek van ‘Angélique’, dat is alleen dan de namen, heb ik er daarin verwerkt. Joffrey de Peyrac en Angélique.
- Vind je dat een dichter met zijn werk een politieke zaak moet dienen? Ik weet niet of je de term ‘geëngageerd’ kent. Vind je dat een dichter geëngageerd moet zijn?
- Nee, ik vind van niet. Ja, ik weet niet ... misschien doe ik het zélf af en toe wel een beetje. Maar toch niet zo om te zeggen: nou, d'r moet echt politiek in verwerkt zijn. Ik vind dat er veel te veel hier zijn op de wereld, die politiek geëngageerd zijn. Kijk maar eens naar alle mensen hier in de wereld en naar de hoge personen. Die wil dat zo, en die wil dat zo. En die een wil dan dat land veroveren. En kijk maar hoe ze Tsjecho-Slowakije binnenvallen. Dat kan allemaal maar zo. En wat dat betreft: als de mensen een beetje meer niet-politiek aangelegd waren ... Je moet ergens op stemmen. Dat is logisch. Welvaart moet er ook zijn. Maar als mensen een beetje minder aan die politiek
| |
| |
deden, en een beetje meer op het goede vlak, ik bedoel misschien een beetje op het romantische vlak ook neerkeken, dan had je de samenwerking van de landen onderling ook veel beter. Dan zouden waarschijnlijk de grenzen wegvallen, zoals je dat doet met het ‘Spel zonder grenzen’, weet je wel. Dan is het erg leuk om met elkaar samen te werken. Dan heb niemand vooroordelen.
- Je vindt dus dat door de politiek de verschillen tussen de mensen op de spits worden gedreven?
- Ja, ze drijven het veel te ver op de spits. Hier ook nou met die Molukken, weet je wel. Nou, straf moeten ze hebben, dat is een ding wat logisch is. Als je iemand dood schiet dan is het logisch dat je daar een paar jaar voor opgesloten zit. Maar het hoeft niet allemaal te gebeuren, vind ik.
- Zou het niet in de aard van de mensen liggen om te vechten?
- Misschien wel. Ik heb dus een beetje historie gelezen. Maar als je dan zo kijkt in de historie ook, toen waren de heren, die wouen dus alleen voor de vrouwen al de hele wereld veroveren. Kijk, en dan moet je ergens goed na gaan denken dat het niet kan hè. Kijk, ik heb eens gekeken naar zo'n reclame-spot. Dat was over Bonaparte-tapijt, geloof ik. Dat vind ik een van de rotste reclame-spotten die er is. Van ‘Ik wil Wenen’, die vrouw die zegt ‘Verover Wenen voor me’ en dat wilde hij eerst niet doen, en later door iets wat hem toch aanpakte - met het vleugje ‘Prentil’, of weet ik veel wat het was - toen deed hij het wel. Ergens vind ik dat niet leuk. Ik vind wel dat je een beetje eer voor je vrouw over kunt hebben, en dat je ook eerlijk in je bedoelingen bent. Maar niet op zo'n manier.
- Harry Mulisch zegt: Het is oorlog, ieder boek moet een wapen in de klassenstrijd zijn. Vind jij dat ook?
- Als het een wapen voor geluk of liefde kan zijn, dan wel. Maar niet voor politieke doeleinden. Nee, daar ben ik het helemaal niet mee eens.
| |
| |
| |
de sadist
Tranen bigelen over haar wangen
Bij iedere slag vertrekend van pijn.
Vertonen sporen van bloed.
Doorkruissen haar lichgaam
Als een landschap met lelijke
na eerst zijn dorst te hebben
Uit de wonden en haar menselijke
Terwijl het onmens verdwijnd
| |
| |
Al huild het bloed uit haar wonden.
Maar de kracht om te leven,
- Zijn je gedichten al eens gepubliceerd?
- Nee, nog nooit.
- Bestaan er plannen voor?
- Ja, ik heb plannen, plannen genoeg
- Ik bedoel: Is er wel eens een voorstel gedaan voor een publikatie?
- Met verhalen wel, met de gedichten nog nooit.
- Waar houd je het meest van? In het algemeen. Dus niet alleen op het gebied van de literatuur, maar: in het leven.
- Nou, over het algemeen houd ik het meest van m'n meisje hè. Maar dan ... Ik houd dus erg veel van voetballen, speciaal van ‘Go Ahead’, omdat ik hier in Deventer woon. Vroeger was ik veertien jaar, toen nam mijn vader me een keer mee naar de voetbal. Ik was er gelijk van onder de indruk. Maar wat er de laatste tijd op de voetbalvelden gebeurt, daar ben ik ook niet zo blij meer mee. Nou, buiten dat om, heb ik een paar dieren thuis, cavia's. Ik heb dus een hond gehad, maar die kon ik vanwege de buren niet houden. Maar dan offer ik me wel een beetje op voor de dieren.
- Je woont alleen, niet meer bij je ouders?
- Nee, ik ben bij mijn ouders. Ik was dus eerst van plan alleen te gaan wonen, maar daar is niets van gekomen.
- Cavia's ... wat zijn dat?
- Een soort marmotten.
- O, dat zijn die beesten die voor proeven gebruikt worden, geloof ik.
- Ja, maar voor mij hoeft het niet, hoor. Het is gewoon leuk
| |
| |
zo'n dier in huis te hebben, en dan voor een zacht prijsje aan een ander weg te doen die zo'n dier ook graag heeft.
- Je bent tegen proefnemingen met dieren?
- De wetenschap heeft een zekere vooruitgang, en ik vind ook wel dat die vooruitgang zo moet blijven ook, maar dat hoeft toch niet speciaal ten koste van dieren te gaan? Ik bedoel als je een muis hebt of iets dergelijks, ja dat vind ik een beetje akelig nog, vind ik, een muis die dient ergens voor. Laten ze het op wormen uitproberen. Op dieren die hier echt niet kunnen zijn. Sprinkhanen bijvoorbeeld, en al die rommel meer. Daar heb je ontzettend veel last van, daar in die warme landen.
- Zijn er andere dingen waar je van houdt?
- Ja. Van de natuur daar houd ik dus ook heel veel van. En ik heb het liefst het hele jaar zomer. Ja, ik heb altijd gezegd: en dan twee dagen in 't jaar winter voor de schaatsenrijders. Maar ik houd ontzettend veel van de zomer. Veel meer als van de winter. Ik ouwehoer, want die moet er ook zijn. Het is ook zo, dat heb ik ook wel eens gezegd: als de rijken uit konden maken dat het altijd mooi weer was dan hadden de boeren niets, dan kan ook niet.
- Waar heb je het meest de pest aan?
- Ja, de meeste pest aan ... Ik zou zeggen aan een paar mensen. Maar - en toch - op een gegeven moment heb ik wel weer het idee dat ze er ook bij horen. Ik zal ze nooit achter de rug belullen of zo, of achter de rug een beetje ouwehoeren van: dat heb je gedaan. Maar als hij erbij is, dan zeg ik het gewoon waar het op staat. Aan een paar mensen heb ik de pest.
Verder heb ik eigenlijk nergens de pest aan. Ik gun die mensen die pest niet. Maar je hebt toch ook dingen waar je minder van houdt. Dat was dus wel een van de hoofdzaken.
- Wat vind je je beste gedicht?
- Ja, ik zou wel zeggen misschien: dat gedicht ‘Hoogseizoen voor het hart’.
| |
| |
| |
hoogseizoen voor het hart
Witter dan twee witmakers
Eindeloos zwerft mijn pen op dit vel
Ongelooflijk, zijn woorden vol
O God, laat mij niet doelloos
In het paradijs van Jofry de perac
Angelic, en een maanvolle nacht
Hoe lang zal het nog duuren.
Voordat ik mijn hoofd neder kan
vleien op je zacht blonde schoot.
Kom! Lichgaam gekleed in zacht
Ik wil je geluk laten proeven,
uit mijn hart vol van verlangen.
Ik wil jou hoofd in mijn handen,
Oohhhl. Lieveling, mijn hart is week
Mijn tranen dansen als vrolijke
regendruppels op mijn gezicht.
Als ze, jou de zon ontmoet,
en als ze jou het zacht blauwe
Mijn hart gaat als een orkaan
Als ik de schittering in jou ogen zie
| |
| |
en als jou stem, mij als een hartewens
Ooh lieveling ik explodeer
Uit geblust leg ik mij in jou armen.
Met nieuwe iedeeien voor morgen
- Kun je misschien zeggen waarom je het een goed gedicht vindt?
- Ik vind het een goed gedicht omdat er een beetje historie in is. En het is met volle overgave gemaakt, vind ik. Echt diep uit het hart.
- Vind je poëzie een beter uitdrukkingsmiddel dan proza?
- Nee. Nee, je kan echt ook wel een goed verhaal schrijven.
Ik vind bijvoorbeeld Romeo en Julia erg goed. Dat is ook eigenlijk een beetje meer proza. Dat nieuwe stuk bijvoorbeeld hè: Romeo en Julia 70. Maar dan Romeo and Juliet van Shakespeare, die vind ik ook ontzettend goed! En dat is dus een echt verhaal, maar dat wordt eigenlijk nog een beetje dichterlijk opgesteld. Alhoewel het niet allemaal op elkaar rijmt.
- Denk je zoals je dicht? Ik bedoel: zijn je gedichten een weergave van je gedachten? Speelt het zich in je hoofd af zoals het daar op papier komt te staan?
- Ja, ja.
| |
wilde vormen
Onstuimig zijn de krachten
OCHH! jij hart, waar ik mij zo op
| |
| |
ooh! bint mij voor ontrouw
O bloed dat in mij kookte.
Zachte gueren die van je boezem rookte
Vormen zacht, en zoet als room
OOH! wat een verukelijke droom
- Zou je alles wat je denkt in je gedichten willen zetten? Dus al je gedachten over vrijen, over...
- Ja, ik zou er eigenlijk wel alles in willen zetten. Maar dan moet het wel netjes zijn. Ja, je moet toch wel ergens een grens trekken. Ik ben er bijvoorbeeld niet vies van om zoiets te lezen, hoor. Dat niet. Maar dan denk ik toch wel weer van: nou, eigenlijk kan het niet.
- En andere gedachten? Bijvoorbeeld over ruzie met mensen? Angsten? Minderwaardigheidsgevoelens?
- Niet persé in gedichten. Ik heb ze er wel eens in verwerkt. D'r ligt hier nog wel wat voor me. In m'n dagboek zet ik het bijvoorbeeld altijd wel in. Daar schrijf ik precies wat ik denk. En dan trek ik ook niet die grens van: het kan niet of het kan wel. Want dan duurt het me ook misschien veel te lang om al die nette woorden in een woordenboek op te zoeken. Dat moet vlug gaan.
- Je schrijft regelmatig in je dagboek?
- Ja, regelmatig iedere dag.
- Hoelang houd je dat al bij?
- Een jaar of wat. Acht al. Ik heb nou zo achttien schriften van honderd vellen vol zo, geloof ik.
| |
| |
| |
u.d.s zomeravond-competitie (fragmenten)
Wat is nu vriendschappelijk
Wat is gezaamlijk sport beoefenen.
Dat is sportief een overwinning,
En dat is ook, intenze vriendschap zoeken
En ik vond het! deze avond
In U.D.s zomeravondcompetitie
En dan nog het fijnne feest!
Ja, daarna nam ik sportief de pen
Om iedereen te bedanken, voor al het
fijnne! en de goede geest.
Ja voor mij, ontstond daar een
wedstrijd voor de polio patiënt
- Is er iets wat je graag zou willen zeggen en wat ik nog niet ter sprake heb laten komen in dit interview? Ik probeer een beeld van jou te krijgen, en als jij nou zegt: Dat en dat ontbreekt eraan, dat hoort er toch eigenlijk wel echt bij...
- Ik zou het oppervlakkig niet weten ... Ik houd ook veel van dansen. Natuurlijk speciaal met een meisje. (Hij glimlacht). Maar verder, ik heb het meeste wel gezegd. Hoe ik over politiek dacht, en al die dingen meer. Ja, zo is eigenlijk wel een beetje de omschrijving van mij hè.
| |
| |
- Nou nog één vraag: Welk voordeel heeft voor jou het dichten boven gewoon praten zoals wij nu doen?
- Als het uitgegeven zou worden bijvoorbeeld, dat een andere mens ook een beetje kan zien, een klein beetje een beeld van mij kan krijgen. Dan weten ze precies de bedoeling van een mens, die eigenlijk maar een klein stipje in Deventer, en helemaal niks in de hele wereld te betekenen heeft. Want dat ze er toch wel achterkomen dat die misschien een klein beetje gelijk kan hebben.
- Maar je zou ook over jezelf kunnen praten en dat op papier zetten. Je gedichten zijn niet in de stijl waarin je praat. D'r is een verschil in stijl. Maar je ziet er toch kennelijk bepaalde voordelen in, om het in die bepaalde stijl te doen. Kun je zeggen waarom?
- Ja, ik zou ook wel zo kunnen schrijven, ja, je zou dan in ‘Talamini’ (een espresso-bar in Deventer) moeten gaan zitten bijvoorbeeld met de pen en potlood, en zoals jij praat het op gaan schrijven en wat dan andere mensen terugzeggen. Nee, ik vind het niet een bepaalde voordeel hebben.
- Wat vind je het voordeel van de dichtvorm?
- Ja, dat zeg ik net, dat voordeel vind ik het wel, dat als het uitgegeven wordt dat menige mens - en die mij dus niet kennen - dat die het voor ogen krijgen. En dan zou het misschien een beetje veel werk zijn om het zoals ik het nou denk en zoals ik nou praat, om het op te schrijven. Dat is erg veel werk, dacht ik. Want ik heb wat dat betreft dan wel een hele boel te zeggen, over alle verschillende dingen.
- Je vindt dat het in een gedicht meer samengeperst wordt?
- Ja, dan komt het in het klein en ze weten toch ongeveer hoe je erover denkt. Maar ik zou dus ook best zo op kunnen schrijven maar dan zou ik erg veel tijd nodig hebben.
- Vind je je dichtstijl ook mooier dan je praatstijl?
- Ja, ja af en toe wel, ja. Dan heb ik het idee wel dat het leuker is. Want als ik soms begin te praten met een beetje hoogstaande mensen bijvoorbeeld, dan heb ik in de gaten dat ze mij de
| |
| |
baas zijn met het praten, weet je wel. En dan begin ik een beetje te hakkelen, en dan zou ik het in een gedicht veel beter kunnen zeggen. Ik heb wel eens met veel mensen gepraat, en dat was nogal verscheiden. De een die zegt: ‘Nou, dat is nogal een intelligent persoon.’ En de ander die zegt: ‘Nou en, die denkt zeker zelf dat ie meer weet als dat ik weet.’ Ik weet echt wel een beetje wat er dus aan de hand en wat er te koop is.
De dichter Schurink heeft een map met gedichten bij zich.
Je komt bij het doorbladen titels tegen als ‘Een immigreerende gedachte’, ‘Geld! Ooohhh! hapy hapy day’ en ‘Hou de juegd niet voor het dome’. En als je om de titel ‘Een stel ondergoed dat nog na hangt te puffen van een wild avontuur’ grinnikt, zegt Schurink, ook grinnikend: ‘Titels, daar ben ik, geloof ik, wel aardig goed in.’
Bij een gedicht, dat ‘Was ist Liebe’ heet, geeft hij de volgende verklaring:
Dat heb ik in Oostenrijk gemaakt omdat de bergen me daar zo frappeerden. Het is ook in het gastenboek. Er kwamen hoge mensen in dat hotel. Carl Heinz Böhm was er geweest, van ‘Sissi’. In het café waar we zitten, begint een pianist ‘Ramona’ te spelen. En Schurink wordt hierdoor herinnerd aan iets dat hij nog graag toegevoegd zou zien aan de lijst van dingen waar hij van houdt:
Van muziek houd ik natuurlijk ook veel. En van operette houd ik dus erg veel. En dan de kleine nachtmuziek van Mozart, vind ik dus erg mooi. En ik houd dus veel van lichte muziek, van James Last en Bert Kaempfert. En van George Gerswhin bijvoorbeeld, en Glen Miller vind ik erg goed. En wat zangers betreft - zanger en trompetist - vind ik Louis Armstrong erg goed. En ik houd dus van ‘soul’ daar hou ik ook van. En van ‘underground’-muziek zoals Jimmy Hendrix. Van muziek krijg je ook wel een hoop ideeën van, vind ik. Ja, je moet er echt de tijd voor hebben alles op te schrijven. Ik geloof dat veel mensen d'r eens goed naar moeten luisteren, naar het plaatje van
| |
| |
‘Try a litte love’. Probeert het, een klein beetje liefde, dan gaat de zaak een heel stuk vooruit.
|
|