Maatstaf. Jaargang 18
(1970-1971)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 593]
| |
het adaptatie-vermogen der Japanners heeft de meest ongeloofwaardige graad van perfectie bereikt
De inventiviteit der westerse wereld vindt in het Rijk der Rijzende Zon zijn ideale partner: de kwalitatief betere imitatie.
De gebundelde krachten van trouw, chauvinisme en uniformiteit zijn de surrogaten voor de eertijds beleden krijgszuchtige mentaliteit en oorlogshysterie.
Dolkstoot-legende: Japan verloor de oorlog door god-atoombom.
De loyaliteit van de Japanse werknemer is de motor van de onontkoombare Japanse, economische wereldhegemonie.
De rijpe vruchten vallen, per amore o per forza, in de handen van het volk dat de gele smetstof der pollutie met doekjes-voor-de-mond raadselachtig, onbewogen en vreugdevol tegemoet treedt.
De verwesterde wildernis van Tokyo. Meest opvallend: ontzettend veel Japanners.
De ‘Ginza’, een Gullivers Kalverstraat bevolkt met witte overhemden.
Ik zie de groepjes militant wandelen achter hun vlaggedrager. Hoe simpel, hoe praktisch, hoe gevaarlijk.
Dat de Japanse overbeleefdheid hypokriet zou zijn, is een leugen. Van nature.
De Japanners zouden niet individualistisch ingesteld zijn. | |
[pagina 594]
| |
Laten wij het vergeten: er zijn bijna honderd manieren om ‘ik’ te zeggen. Een ik voor mannen, een ik voor vrouwen, voor jong en oud, voor stads- en plattelandsmensen, voor rijk en arm, voor vrienden, voor knechten en bazen. Een vreemdeling kan echter toe met ‘wa-ta-ku-shi’.
De status van de rijke Japanner: Mercedes 300, Engelse pakken, Italiaanse schoenen, Schotse whisky, Europees meubilair. Eten bij ‘Prunier’ op de hoogste verdieping van het World Trade Center. Wanneer zou hij gewoonweg wat simpel plezier hebben?
Een Japanner, zie boven, gaf me een cadeautje. A little plesent (want de r is moeilijk). Het bleek van puur, hoogwaardig goud. Maar wel wat klein.
In Osaka hebt u wel wat gemist! Sovjet-paviljoen - marvellous. USA, marvellous. Pavillon français, ridicule. Ik was er niet.
De Amerikanen ontmaskerden Hirohito, legden democratie op en stelden de vrouw voor mens te worden.
Hirohito van 1945 is dood. Leve Hirohito!
De democratie heeft in verbijsterend tempo de graad van onze zich desintegrerende, ontoereikende staatsvorm achterhaald.
De Japanse vrouw verkoos te blijven wat zij altijd geweest was. De beste metgezellin, de beste huishoudster, de beste bedpartner ter wereld. Zegt zij zelf.
Slanke, hooggebeende jonge vrouwen marcheren over de Ginza, slenteren in de warenhuizen, langs de boetiek-afdelingen. | |
[pagina 595]
| |
Eten behendig de stukjes rauwe vis, gedoopt in soja, met wat rijst. Impeccabel in super-mini, met onwaarschijnlijk nauwkeurige make-up. Coca-cola.
Waarom M.R. geen Japanse vrouw trouwt is onbegrijpelijk. Zij zal hem goed verzorgen, niet tegenspreken en aan zijn tot nu toe onuitgesproken wensen met genoegen en wellust voldoen. Een toegenegen Misako.
De heren Van Gennep en Hilterman wensen ons een kwaliteitskrant toe. De ‘Japan Times’ is die krant. Maar H. vertrouw ik niet en v.G. is wat naïef... ‘De lijd’ overbodig en ‘Tricontinental’ onvoorwaardelijk betrouwbaar. Het tegenovergestelde kun je nog niet eens van ons ochtendblad zeggen.
Als Nederlandse acteurs doorgaan voorlopers en buitenlanders klakkeloos te imiteren, zouden zij een stage in Japan moeten doorlopen. Daar brengt men hun oneindige intelligentie, vlijt en vindingrijkheid ‘à la manière de’ bij.
Bij mijn terugkeer vernam ik dat een tweede Nescio in ons midden was opgestaan. Gelukkig een land, dat daar blij mee kan zijn. Gelukkig een schrijver, die zich dat laat aanleunen. Het lijkt er nog niet op.
De heer A. v.d. Veen was in Japan. Het bedrukt papier dat hij tijdens en daarna afscheidde, billijkte, zoals gewoonlijk, niet de kosten. |
|