Maatstaf. Jaargang 17(1969-1970)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 820] [p. 820] jacques waterman gedichten een onwaardige Daar was eens een onwaardige, Die ging naar 'n bioscoop toe, Vertelde thuis: ‘Wat aardig, hè? Die film met Cary Cooper, moe?’ De moeder zei: ‘Ging je dáárheen? Dat wist ik niet, Anton! Ik dacht zelfs, dat je 't werk van school Nog niet afhebben kon.’ Zijn zuster zei: ‘Je ging dús uit! En hebt ons niets verteld! Dat heb ik nooit van jou gedacht! 't Is zonde van het geld!’ De vader zei slechts: ‘Bah’ en zweeg. De lucht was klef als lijm, En Anton hield vanaf die dag Zijn uitstapjes geheim. [pagina 821] [p. 821] hier en ginder Goede morgen! Opgestaan. De wekker ratelt, de dag breekt baan. De grond is koud, de lucht gezond, Want nevels drijven de kamer rond. Ik vat de kraan en draai hem om. Het water stroomt in de stenen kom. Het nikkel blinkt in de grauwe schijn, Die dringt door de spleet van 't green gordijr In 'n andere kamer, in 'n andere stad, Staat zij, verfrist door 't morgenbad En kamt heur haar met regelmaat In de grote spiegel, die voor haar staat. Daar ik ook in de spiegel kijk Zien wij elkander tegelijk; Ik knik haar toe en stel de vraag: ‘Zeg bel je mij nog op vandaag?’ Vorige Volgende