lijkt me dom genoeg om die rampspoed te laten passeren of er ook maar een vingertopje voor in het vuur te steken.
Zouden ze Andreas een poëtische loer hebben willen draaien? Dat is helemaal onwaarschijnlijk; het zijn, geloof ik, aardige mensen. Vreemd.
Nu de naam A.d.B. toch eenmaal gevallen is, ik herinner me dat ik een aantal jaren geleden bij vrienden in U. logeerde en hoe we in de avondstilte langs het sapgroene bolwerk naar het Universiteitshuis liepen om A.d.B. te horen spreken over zijn bloemlezing Dichters van morgen. De dichter droeg als teken van zijn zending een muisgrijs ripsjasje dat heel goed stond bij zijn uiterst correcte pantalon. De Dichters van morgen zijn achteraf nogal tegengevallen, het overgrote deel bleek toch meer Dichters van morgen brengen, want ook hier geldt: veel beloven, weinig geven doet den chrestomaat in vreugde leven.
Toen de tand des tijds A's literaire proefballon geperforeerd had, waren nogal wat inzittenden lang daarvoor uit het schuitje gevallen.
Hoe de avond verliep zou ik niet meer weten, alleen nog dat K., die psychologie studeerde, achter zijn hand fluisterde: ‘Die jongen heeft iets van een dominee, dat kan niet missen.’
Dat kon niet missen.
Onlangs vertelde een jonge dichter me dat A.d.B. hem had uitgenodigd voor een bundeltje in De Windroos, maar hij keek wel uit, hij wou niet tussen al die geïnspireerde kobolds bij De Slegte liggen. ‘Trouwens,’ zei hij nog, ‘iemand die zo winderig is moet toch op zijn eentje een hele Windhoos kunnen vullen.’
Ce garçon ira loin!
De vrouw in de trein die tegen haar man - zegelring met monogram, broekspijpen met omslag, Handelsblad, kortom uit Bussum - zei dat ze de Berlaazje brug zo mooi vond, las