Maatstaf. Jaargang 16

[p. 698]

medewerkers aan dit nummer

Jan H. de Groot. Geboren in 1901 te Alkmaar. Hij debuteerde met poëzie in Opwaartsche Wegen (1924); publiceerde verscheidene dichtbundels en prozawerken. Zijn laatste bundel Signalen tegen de hemel verscheen in 1968 bij uitgeverij Bert Bakker. Hij is journalist en literair medewerker aan verschillende dag-, week- en maandbladen. Toneelrecensent van de Arnhemse Courant. Woont en werkt in Arnhem.

Professor dr. K. Heeroma. Voor bio- en bibliografische gegevens zie Maatstaf 16e jaargang nr. 3 (juninummer).

A. Roland Holst. Voor bio- en bibliografische gegevens zie Maatstaf 16e jaargang nr. 3 (juninummer).

Auke Jan Jelsma. Geboren op 28 augustus 1933. Studeerde kerkgeschiedenis af, publiceerde een aantal verhalen, waarvan twee bekroond werden, en enkele essays en twee romans. Hij ontving de Visser-Neerlandiaprijs voor een televisiespel.

Pierre Louys. Leefde van 1870-1925, frans dichter en romanschrijver; richtte in 1890 het tijdschrift ‘La Conque’ op. Hij publiceerde behalve de dichtbundel Chansons de Bilitis de romans Aphrodite (1896), La femme et la pantin (1898), Les Aventures du roi Pausole (1901), en Les trois roses de Marie-Anne (1909).

Ernst van Altena. Geboren in 1933, begon zijn loopbaan als musikus en dichter. Uit deze kombinatie groeide zijn belangstelling voor het lied en het chanson. Aanvankelijk hield

[p. 699]

hij zich vooral bezig met de vertaling van franse chansons, later verlegde hij zijn belangstelling naar het terrein van litteratuur en toneel. In 1965 ontving hij de Martinus-Nijhoffprijs voor zijn vertaalwerk, en in het bijzonder voor de vertaling van het verzamelde werk van François Villon, 5e druk voorjaar 1969 bij Bert Bakker, den Haag.

Olga Koning werd op 17 januari 1922 geboren te Laren (NH). Ze las voordat ze naar school ging bij voorkeur Chinese sprookjes - tijdens haar schooltijd tenniste ze en na haar schooltijd las ze gedurig Platoon, de Upanishads, de Gita (en een heleboel andere boeken, die ze echter weer wegdeed). Ze luistert naar Bach en tijdgenoten en maakt sinds 1964 één uitzondering: voor The Beatles.

Door haar gebrek aan belangstelling voor materiële welvaart, heeft ze de bijnaam Diogenes gekregen.

Vraag haar nooit wat U moet lezen, want dan ontvangt U een literatuurlijst van enkele meters lengte.