Maatstaf. Jaargang 16(1968-1969)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 632] [p. 632] [Nummer 9] monument te jeruzalem ter herdenking van de tussen 1934 en 1945 vermoorde joden [pagina 633] [p. 633] jan h. de groot [Gedichten] jad we shem Het centenaarsgewicht van dit gesteente, beeld onzer schuld rondom dit streng carré gestapeld tot een nieuw Gethsemané met namen opgebouwd uit dor gebeente. Bloed druppelt van Zijn slapen om het wee, de nabloei van de in de dood vereenden. Hij keerde naar de wakers en Hij weende, zij sliepen en wij sliepen met ze mee. Hier zou mijn vrouw haar tranen kunnen schreien na zoveel jaren opgekropt verdriet om 't vele dat zij deed en reikte niet. Nu komt zij naast mij en wij gaan de rijen der doden langs die elke naam ons biedt en schrijven hand in hand dit eenzaam lied. [pagina 634] [p. 634] de paasezel in jeruzalem De ezel waarop Jezus halleluja reed, sloot dwars de smalle straat af van de oude stad, toen ik vermoeid de weg zocht naar hetzelfde pad waar Hij eens met de last van kruis en kruishout streed. De ezel wachtte argeloos, aan elke flank beladen met een zak wit van gemalen graan. Ik voelde dat hij mij een kwaad was toegedaan, een hinderlaag beraamde op mijn ommegang. Ik wachtte, waagde niet achter hem langs te gaan en dacht opeens aan 't uur hier eeuwen ver vandaan toen 't volk zijn meesters leven vroeg in: ‘kruisigt hem’. Ik schrok een stap terug toen hij een achterbeen fel naar mij uitsloeg, rakelings langs mij heen... Ik schreeuwde eeuwen eerder in Jeruzalem. [pagina 635] [p. 635] vlucht over de sahara Halfweegs de hemel schuift het land tot op het merg verdord voorbij mijn ogen die aderen volgen in de immense droge en uitgelooide oude vrouwehand. Rivieren zijn littekens in het zand, rotsheuvels lijken naar één kant gebogen als schaduw 't beeld vertekent tot de logen, alsof er hoop zou lichten in de brand. Eens wiegden zich hier palmen en platanen en bogen wuivend in een regenhoos waar huizen plekten als gewitte stenen. En nu ik verder vlieg droom ik van lanen, van dauw en bloemen, een ontloken roos... O God stort er uw tranen overhenen. Vorige Volgende