| |
| |
| |
tekenen van tegenspraak
g.j. de vries
versuikerd grieks
Dat een befaamd jurist niet alleen poezie vertaalt, maar zijn vertalingen ook publiceert, daarover moet men zich zeer verheugen: zo iets gebeurt in Nederland veel te weinig (in Engeland komt het veel vaker voor). Daarom alleen al zijn de Zeven proeven van vertaling zeer welkom, die professor Kisch in Maatstaf XVI 4 van juli 1968 voorlegt. Ze worden het nog meer door hun kwaliteit. En de classicus, die ze geniet, zou geheel geestdriftig worden, omdat hij onder de zeven de vertaling van een beroemd Grieks epigram vindt - maar dan bekoelt ineens zijn enthousiasme.
Voor ik de redenen daarvan tracht te tonen, twee opmerkingen. In zijn toelichting schrijft de vertaler, dat de Herakleitos (Heraclitus), op wie het gedicht slaat, misschien de bekende wijsgeer is geweest. Waarom deze volkomen gratuiete veronderstelling gelanceerd? Het epigram is op twee plaatsen overgeleverd; op beide wordt met nadruk verzekerd, dat niet de wijsgeer bedoeld wordt, maar een dichter uit Callimachus' tijd (we bezitten nog een epigram van hem). Vermoedens zijn vrij; maar waagt de vertaler zich in zijn eigen vak ook op zo zwak ijs? Verder schrijft Kisch, dat hij ‘enigszins van het metrum van het origineel’ is afgeweken. Als hij met het origineel het Griekse epigram bedoelt, is hij nogal ver van het metrum daarvan afgeweken: dat is gedicht in drie ‘elegische disticha’, die elk bestaan uit een dactylische hexameter en dactylische pentameter. Men kent die disticha het beste door navolgingen van Duitsers: Goethe, Schiller, Geibel e.a. hebben er mee gewerkt. Niet met groot succes: de ‘flüssige Säule’, die
| |
| |
‘melodisch herabsinkt’, heeft maar weinig van de varieteit, die deze vorm vertoont bij de Grieken, die hem bijzonder veel gebruikt hebben. William Cory heeft in de vorige eeuw het epigram vertaald in twee strofen van elk vier lange verzen, die ietwat doen denken aan Tennyson of Browning. Blijkbaar heeft de nieuwe vertaler het metrum van Cory op het oog.
Een ‘woordelijke inhoudsopgave’ (vertaling mag zo iets natuurlijk niet heten) van het epigram van Callimachus luidt:
Iemand vertelde, Herakleitos, je dood en tot tranen
bracht (hij) me. Want ik bedacht, hoe vaak wij beiden
de zon al pratend hadden laten ondergaan. Maar jij, och,
vriend in Halikarnassos, (bent) allang as.
Maar je nachtegalen leven, waar de alles
rovende Hades niet de hand aan zal slaan.
Eershalve dient eerst de vertaling van Bilderdijk genoemd te worden. Hij heeft er vier coupletten van gemaakt:
Wat tranen, Herakliet, heeft my uw dood ontwrongen!
Wat riep ze ons vroeger heil my roerend voor den geest,
Wanneer we in 't Dichtprieel de zon te water zongen!
Maar, hemel! 't is voorby, en gy, gy zijt geweest.
Uw zangtoon echter leeft, en, de Algemeene roover
Legg' de onweêrstaanbre hand op alles wat bestaat;
Uw kunst, uw roem, uw naam, uw Godenval blijft over:
Zijn vuist verbrijzelt niet wat door geen dood vergaat.
De bezwaren tegen deze vertaling liggen voor de hand. De verdubbeling in de vierde regel brengt misplaatst pathos. Het vierde couplet is ronduit affreus. Maar ‘de zon te water zongen’ is een vondst, waar geen van de drie nog volgende vertalers aan kunnen tippen!
Bij Cory wordt het:
They told me, Heraclitus, they told me you were dead,
They brought me bitter news to hear, and bitter tears I shed.
| |
| |
I wept as I remembered how often you and I
Had tired the sun with talking and sent him down the sky.
And now that thou art lying, my dear old Carian guest,
A handful of grey ashes, long, long ago at rest,
Still are thy pleasant verses, thy nightingales, awake,
For Death he takes all away, but these he cannot take.
Het eerst moet wel opvallen, dat Callimachus geen enkel adjectief nodig heeft; terwijl Cory en Kisch er elk zes gebruiken. Dit is symptomatisch: de strakke soberheid van het origineel is verdwenen; de vertalingen zijn sentimenteel. Bij Callimachus ontbreekt het sentiment niet (het is een gedicht op de dood van een goede vriend), maar het wordt met veel minder nadruk geuit. De vertalingen van Cory en Kisch zijn pathetisch: men lette op de herhalingen in het eerste en tweede vers.
Cory's ‘sent down the sky’ is niet zo ongelukkig als de roman, die bij Kisch tot stand komt, maar het bederft toch ook al de eenvoud van het Grieks.
‘Dear old Carian guest’ is een nare sentimentele stoplap, en ‘Carian’ had beter vermeden kunnen worden (met Carië verbond een Griek onaangename associaties). Maar ‘lieve gast van verre kust’ is nog erger: het is even sentimenteel, en het is wazig. De naam van de stad had niet mogen verdwijnen, al meent Kisch, ‘dat de geografische aanduidingen de lezer weinig zeggen’: alle dichters kennen de suggestieve waarde van een eigennaam, al blijft hij onbegrepen.
Om nog een andere reden mag die naam niet verdwijnen.: nu moet in transscriptie het slot van vers 3 en vers 4 in het Grieks afgedrukt worden;
xein' Halikarnèseu, tetrapalai spodiè.
Dit is natuurlijk zeer bewust geschreven: na de snelle korte woorden aan het eind van 3 de gedragenheid van 4. Met nog als
| |
| |
extra pikanterie, dat de anti-romatische Callimachus na het zeer zware ‘xein' Halikarnèseu’ een woord bezigt, dat waarschijnlijk uit de zeer gemeenzame omgangstaal stamt; het effect is bijna bijtend. Van de opeenvolging van korte en lange woorden valt noch bij Cory noch bij Kisch iets te bespeuren, en van ‘tetrapalai’ zijn ‘long, long ago’ en ‘..lang ingegaan..’ onherkenbaar sentimentele vertalingen.
‘Je nachtegalen’ zijn de gedichten van Herakleitos; Callimachus zegt er alleen van, dat ze leven. Cory's ‘are awake’ is een niet geheel verwerpelijke verschuiving; maar men moet op de koop toe nemen, dat met ‘thy pleasant verses’ (vooral ‘pleasant’ is verfoeilijk) een verklaring binnengesmokkeld wordt (in een epigram!!). De ‘dierb're stem’ (!) van Kisch is veel erger: ‘klinkt mij toe’ brengt de dichter in het gedicht, en juist hier moet hu niet ‘subjectief’ zijn. En ‘als 's nachtegalen lied bederft alles: als’ introduceert een slappe vergelijking (in een epigram), en de hele wending stamt regelrecht uit het poezie-album. Basil Lanneau Gildersleeve heeft indertijd ook een ‘proeve van vertaling’ gewaagd (Amer. Journ. of Philology 1912, 112; Selections from the Brief Mention, 1930, 243):
They told me, Herakleitos:, thou wast dead,
As I recalled how oft we two as one
Well, Halicarnassian friend, long since thou must
Yet live thy Nightingales, and Hades, who
Shall never until Time itself shall close
Helemaal verrukt hierover kan niemand zijn; maar wie kan dat scherp geslepen epigram werkelijk vertalen? Daarom bij alle kritiek voortdurend het besef, dat een stuurman op de wal het gemakkelijk heeft. Maar Gildersleeve heeft in ieder geval geprobeerd de metrische afwisseling van het distichon
| |
| |
(essentieel in dit soort poezie) weer te geven (hij is zelf nogal trots geweest op zijn vondst, niet geheel terecht); en hij heeft gevoel gehad voor de simpele dictie.
In de goede oude tijd, toen men nog naar Griekenland kon reizen, kon men bij verscheiden banketbakkers in Athene een Akropolis van suikergoed kopen. De tempels stonden er prachtig op; maar de scherpe contouren waren verdwenen.
Door Cory te volgen heeft Kisch nu een versuikerde Callimachus gemaakt. De sobere strakheid is verdwenen. De smaak is zoet geworden; het gedicht is sentimenteel, soms zelfs pathetisch. En pathetiek is nu net, wat een echte Alexandrijnse dichter schuwde als de pest.
| |
antwoord
Aan het vriendelijk verzoek van de redactie om de beschouwingen van mijn geachte ambtgenoot van een onderschrift te voorzien, meen ik - onder overweging dat het den dilettant niet voegt met den vakman in het krijt te treden - te kunnen voldoen met een viertal notities:
1 | Het griekse origineel, voorzien van kritisch commentaar, heeft voor mij gelegen. |
2 | Bij de uitwerking heb ik mij echter - en ik heb daarvan ook aanstonds getuigd - in belangrijke mate laten leiden door de vertaling van Cory. |
3 | Mij aldus te laten leiden kwam mij verantwoord voor, gezien de hoge lof aan Cory's werkstuk toegekend door Father Ronald Knox, in diens essay On translations. |
4 | Knox' autoriteit als Graecus - hij heeft o.m. het Nieuwe Testament vertaald - stond, naar ik meende, boven discussie; cf. zijn biografie door Evelyn Waugh. |
Heb ik dan, al vertalende, gedwaald, dan ben ik in ieder geval in goed gezelschap.
Kisch
|
|