Maatstaf. Jaargang 15

[p. 596]

[Nummer 10/11]

maurice gilliams aan m. nijhoff (zie blz. 598)

[p. 597]

bert bakker
waarom daarom

Het is de verdienste van de betrekkelijk jonge essayist R.A. Cornets de Groot, dat hij zich niet uitsluitend bezighoudt met de kontemporaine literatuur - Vestdijk, Achterberg, Mulisch, Lucebert en Campert - maar ook met het werk van veel oudere schrijvers: Jacob van Maerlant (± 1250), Cornelis Crul (± 1530), Jan van der Noot (± 1570), A.C.W. Staring (1767/1840) en Guido Gezelle (1830/1899). De meeste opstellen over de laatstgenoemde schrijvers verzamelde hij in zijn bundel De zevensprong, die het vorige jaar bij De Bezige Bij verscheen.

In zijn artikel Een tussenhistoriese figuur, dat elders in deze aflevering staat afgedrukt, zet Cornets de Groot duidelijk uiteen hoe dit grotendeels aan de dichter Staring gewijde nummer van Maatstaf is ontstaan.

Ofschoon de redakteuren van Maatstaf - overigens met goedvinden van de schrijvers - de spelling van de meeste bijdragen veranderen in een spelling waar zij zelf de voorkeur aan geven, hebben zij ten aanzien van de bijdragen van de neerlandici Vermeeren en Wage gemeend, de spelling ongewijzigd te moeten laten.

Veel dank zijn Cornets de Groot en de redaktie van Maatstaf verschuldigd aan mr. A. Staring van De Wildenborch te Vorden, die in een persoonlijke ontmoeting veel informatie over zijn voorvader verschafte, en die uit zijn partikuliere bezit ook de vijf

[p. 598]

portretten, die in dit nummer zijn opgenomen, ter publikatie afstond en de daarbij behorende gegevens verstrekte. De bloemlezing uit Starings poëzie is ontleend aan de editie A.C.W. Staring/Gedichten/Bibliotheek der nederlandse letteren, samengesteld door de Maatschappij der nederlandsche letterkunde te Leiden en de Koninklijke vlaamsche akademie te Gent en in 1940 uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij Elsevier te Amsterdam, ingeleid en verzorgd door dr. Jan de Vries met medewerking van dr. C. Kruyskamp.

Zoals op het omslag van de decemberaflevering van Maatstaf reeds werd meegedeeld, was het op 26 januari van dit jaar precies 15 jaar geleden, dat de dichter Martinus Nijhoff stierf.

Daarom kompleteerden wij deze dubbele aflevering van Maatstaf met een essay van Cornets de Groot over Nijhoffs befaamde gedicht Awater. De oudere lezers van Maatstaf zullen zich nog goed weten te herinneren welke inspirerende rol Nijhoff heeft gespeeld bij de oprichting van ons tijdschrift. De op bladzijde 596 van dit nummer afgedrukte brief van de vlaamse schrijver Maurice Gilliams levert hiervan een duidelijk bewijs. Op 16 januari 1953, tien dagen voor Nijhoffs dood, stuurde Gilliams hem zijn gedicht Media vita, dat in de eerste aflevering van Maatstaf, april 1953, werd opgenomen. Nijhoff zelf heeft het verschijnen van die eerste aflevering niet meer meegemaakt, maar in de eerste twee jaargangen van het tijdschrift werd veel werk geplaatst uit zijn literaire nalatenschap.