Maatstaf. Jaargang 15
(1967-1968)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 231]
| |
cuykhet lezen van 18de-eeuwse poëzie
& de uitgebreide geschriften van voorvaderen
is dikwijls een langdradige zaak
maar als ik na jaren
de vergeelde mededeling lees
waarmee mijn betovergrootvader jan-j.f.
zijn boek *
‘Het Land en de Heeren van Cuyk’ begon
n.l.
Het Land, of de Heerlijkheid van Cuyk
droeg in de middeleeuwen den naam van
Cuc, Kuc, Kuyc, Cuic,
Kudiek, Cucha, Cucum, Cuecum,
Cuchum of Cuchem
terwijl de hoofdplaats, Cuyk-zelf,
op de Romeinsche Reiskaart met den naam van
Cevecum (bij schrijffout Cevelum)
wordt aangeduid
dan vind ik het toch niet zo heel erg jammer
dat ik vroeger
op de lagere school
aan de schiedamse singel
heb leren lezen
| |
[pagina 232]
| |
stephanshausenEen heel klein dorpje, Stephanshausen,
maar desondanks
toch wel wat weinig
een kerkhof met maar twee doden
| |
[pagina 233]
| |
hijSinds decennia oud en wijs en
een erkend alcoholgebruiker in sommige café's.
Elke morgen te zien
: een mysticus met een bolhoed op (een vrij-
buiter op daken van nooitgebouwde huizen,
elke morgen te zien
in zijn zojuist verzonnen luchtkastelen,
levend zelfs
hij
(een vertegenwoordiger van zijn generatie)
een moeilijk geval,
(geheel volgens de regels leeft hij, dag in dag
uit, de spreuken die boven zijn deur staan
- een klaagzang in het gregoriaans -
terwijl hij wacht op de reïncarnatie van Champollion
om zijn tatouages te ontcijferen.
| |
[pagina 234]
| |
mexico df chapultepec park1
in de dagen dat men besloot, in mexico df
tot het bouwen van het antropologiese museum
draaide ergens in datzelfde mexico df
een willekeurig iemand zijn hoofd om
in de menigte
zomaar op straat
om eindelijk te zien, om eindelijk
presies te zien
in welke hel hij liep
hij keek naar toeristen en hun otoos, gringo's
behangen met tele-
tele-telelenzen als machinegeweren in aanslag
en zong
‘johnny's in the basement
mixin’ up the medicine
i'm on the pavement thinkin’ ()'
(een herinnering aan vroeger)
maar wat doet het ertoe
in dit plastik tijdperk sterft niemand meer
wij worden allemaal dood geboren
DOODgewoonGEBOREN
in de straat micaotli bv de straat van de dood
(2 mijl zand met aan weerszijden
| |
[pagina 235]
| |
tempels) waarvan de azteken dachten
dat het tomben waren
en grappen maakten over reïncarnatie
in het nahuatl dialekt
of in het engels als er een vreemdeling naderde
2
in de dagen nu dat men besloot
tot het bouwen van het antropologiese museum
draaide vermoedelijk ergens in mexico city
de heer octavio paz
een verkeerd telefoonnummer
en kreeg toch de door hem bedoelde persoon
aan de lijn
melusina, laura, isabel
aan wie hij zijn visieuse gedicht zonnesteen
in 584 dagen voorlas
en onderwijl zijn telefoonrekening
zo hoog liet oplopen
als de kosten voor het te bouwen museum
(het totaal van de munteenheden in de fontein er voor
waar we ons dagenlang lazarus van hebben gezopen
voordat de politie ingreep)
terwijl hij, octavio paz, nog nooit had gehoord
van het museo antropologico
jaren later liep in een oudheidkundige bui
door de regen van de god tlaloc
zich moeizaam een weg banend tussen de stenen beelden
van huitzilopochtli en quetzalcoatl door
tot aan de zonnesteen
waar hij stilhield (onder het teken van venus)
- een bedelaar vroeg hem een peso, een enkele peso -
die hij overigens nog gaf ook
|
|